NM H2 §4 De stad verandert

§4 De stad verandert
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

§4 De stad verandert

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- Herhaling §3
- Uitleg §4
- Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een forens?

Slide 3 - Open vraag

Wat zijn vertrekredenen? En noem een voorbeeld.

Slide 4 - Open vraag

Wat betekent mobiliteit?
A
Redenen waarom je naar een gebied gaat
B
Hoe makkelijk je ergens kan komen
C
Dat heeft te maken met een mobiele telefoon
D
De mogelijkheid die mensen hebben om zich te verplaatsen

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

gezamenlijk lezen paragraaf 4 

Slide 7 - Tekstslide

Het aantal mensen verandert
Het aantal mensen dat in een gebied woont, verandert door vier factoren, namelijk: 
  1. geboorte, 
  2. sterfte, 
  3. immigratie
  4. emigratie.

Slide 8 - Tekstslide

1. Geboorte zorgt ervoor dat er meer mensen erbij komen. 
  1. Geboortecijfer = het aantal geboren baby's in een jaar per duizend inwoners.

Slide 9 - Tekstslide

   2. De sterfte zorgt ervoor dat de bevolking kleiner wordt.

Sterftecijfer = geeft het aantal overleden personen in een gebied per jaar, per duizend inwoners weer.
             
            De geboorte - de sterfte = de natuurlijke bevolkingsgroei

Slide 10 - Tekstslide

.
.
geboortecijfer          8                     -                               sterftecijfer    3  =
                                      natuurlijke bevolkingsgroei

Slide 11 - Tekstslide

   3. Mensen die zich in een land vestigen (immigranten). 

Slide 12 - Tekstslide

   4. Emigranten gaan weg uit een land, zij vertrekken.
- Het verschil tussen emigratie of immigratie bepaalt of de bevolking groeit of krimpt. 
- Als er meer immigranten zijn dan emigranten, is er een vestigingsoverschot.
- Als er meer emigranten zijn dan immigranten, is een
vertrekoverschot.

             De immigratie - emigratie = sociale bevolkingsgroei.

Slide 13 - Tekstslide

Vestigingsoverschot:
Er komen meer mensen naar een gebied dan dat er weggaan.
Vertekoverschot:
Er gaan meer mensen weg uit een gebied dan dat er in komen.
= sociale bevolkingsgroei

Slide 14 - Tekstslide

Beschrijf in je eigen woorden wat het verschil is tussen natuurlijke- en sociale bevolkingsgroei
timer
2:00

Slide 15 - Open vraag

De samenstelling van de bevolking verandert
De bevolking van de steden verandert. Mensen worden ouder, er worden kinderen geboren en er zijn mensen die zich vestigen of die vertrekken.

  • Er worden minder kinderen geboren dan vroeger. Het aandeel kinderen in de totale bevolking wordt daardoor kleiner, het aantal ouderen groter!
  • In kleine dorpen ver van de steden trekken jongeren weg. De mensen die achterblijven zijn vaak oud of laagopgeleid.             Bijv. Zeeland of Limburg.
  • Er komen meer mensen in de steden wonen, voornamelijk mensen uit het buitenland. Gevolg: veel verschillende culturen in de steden.

Slide 16 - Tekstslide

Samenstelling bevolking verandert

Minder kinderen worden geboren, er komen meer ouderen.



Slide 17 - Tekstslide

Samenstelling bevolking verandert

Jongeren vertrekken vaak naar grotere steden om te studeren, ouderen blijven achter.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Samenstelling bevolking verandert

Buitenlandse gezinnen zijn vaak groter waardoor er meer mensen met andere culturen in steden te vinden zijn.

Slide 20 - Tekstslide

Welk probleem zal er ontstaan als er steeds meer ouderen en minder jongeren zijn?

Slide 21 - Open vraag

De bebouwing verandert
  • Als de bevolking verandert, verandert de stad ook. Er zijn bijvoorbeeld meer huizen nodig door de veranderende bevolking.

  • Door technische ontwikkelingen en nieuwe kennis veranderen steden ook. Mensen kopen meer via internet, met als gevolg dat winkels in steden sluiten.


Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Lesdoelen:
- Je begrijpt waarom de bevolking in steden verandert.

- Je kent een aantal redenen waardoor de stad verandert.

Slide 24 - Tekstslide

Waardoor verandert de
bevolking in de stad?

Slide 25 - Woordweb

Het aantal mensen verandert
   3. Mensen die zich ergens vestigen (immigranten). 

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Het aantal mensen verandert
   4. Emigranten gaan weg uit een gebied, zij vertrekken.

Slide 28 - Tekstslide

internet verandert winkelen
Winkels veranderen doordat wij veel meer online doen shoppen. Internetten kost minder moeite dan naar de winkel gaan.

Slide 29 - Tekstslide

Wat te doen vandaag?
1. Je bekijkt de video die met jullie gedeeld is via de google classroom. 
2. Je maakt de opdracht van de google classroom die op tijdslot gaat ( deze les inleveren)
3.  Als huiswerk voor volgende les maak je de opdrachten H2 paragraaf 4 (zie studiewijzer).

Slide 30 - Tekstslide

Huiswerk
Les:
Maak de volgende opdrachten van §4 in je werkboek:

Slide 31 - Tekstslide