geschiedenis
1 / 15
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Je kunt uitleggen waarom nederland in de 17e eeuw de replubliek werd genoemd
A
in 1588 werd de replubliek der 7 verenigden Nederlanden opgericht
B
In 1688 werd de replubliek der 7 verenigden Nederlanden opgericht
C
in 1588 werd de replubliek der 6 verenigden Nederlanden opgericht
D
1855 wet de replubliek der 7 verenigden Nederlanden opgericht
Slide 2 - Quizvraag
je kunt uitleggen waarom de 17e eeuw een goude eeuw was voor de replubliek
A
de reblupliek ( nederland ) was heel machtig en cool door vissen
B
de replubliek (frankrijk ) was heel machtig en rijk door handel
C
De replubliek ( nederland ) was heel machtig en rijk door handel
D
de replubliek ( spanje ) was heel machtig en rijk daar handel
Slide 3 - Quizvraag
je kunt uitleggen wat handels kapstilisme inhield in de 17e eeuw
A
De 7 verenigde Nederlanden draaien om handel verdienen en inversteren
B
De economie die draaitom handel geld verdienen en inversteren
C
de economie die draait om macht hebben en rijk zijn
D
de economie die draait om handel geld verdienen en macht hebben
Slide 4 - Quizvraag
je kunt uitleggen hoe de replubliek werd bestuurd
A
frankrijk: Koning moest altijd toesteming geven aan het parlement
Engeland: Koning lodewijk xIv had absolute macht
B
frankrijk : Koning lodenwijk xIv had absolute macht
Engeland: Koning moest altijd toestemming vragen aan het parlementcht
C
frankrijk: Koning lodewijk xIv had absolute macht
Engeland: Koning moest altijd toestemming geven aan het parlement
D
engeland: Koning lodewijk xIv had absolute macht
Frankrijk: Koning moest altijd toestemming vragen aan het parlement
Slide 5 - Quizvraag
je kunt uitleggen wat de doelen van de WIC waren
A
handelen in de driehoekshandel : Macht en rijkdom
B
handelen in de driehokeshandel : Inversteren in macht
C
handelen in de driehoekshandel: Slavernij en kaapvaart
D
handelen in de tweehoekshandel : Slavernij en kaapvaart
Slide 6 - Quizvraag
wat is wereld economie
A
handel over de hele wereld
B
handel over heel nederland
C
handel over heel europa
D
Handel over heel
Spanje
Slide 7 - Quizvraag
je kunt benoemen hoe het tijd vak heet
A
vorsten en regenten
B
Jagers en boeren
C
Boeren en vorsten
D
Regenten en vorsten
Slide 8 - Quizvraag
wat is compagnieën
A
de macht krijgen
B
bedrijf handel
C
Handels bedrijf
D
krijgen de macht
Slide 9 - Quizvraag
je weet de jaartalen die bij het tijdvak horen
A
1500-1600
B
1600-1700
C
1700-1800
D
1600-1800
Slide 10 - Quizvraag
wat is concurrentie
A
mensen die het zelfde willen en daar om discseren
B
een strijd tussen verschillende partijen
C
mensen die totaal iets anders willen
D
vechten om mensen die iets niet willen
Slide 11 - Quizvraag
je kunt de periode benoemen
A
vroege middeleeuwen
B
late middeleeuwen
C
late moderne tijd
D
Vroeg moderne tijd
Slide 12 - Quizvraag
Je kunt uitleggen hoe de VOC Indonesië bestuurde
A
de laagste bestuurder was de couverbpneur- generaal de inheemse bevolking werd gedwongen door middel van geweld
B
De hoogste bestuurder was de gouverneur- generaal de inheemse bevolking werd gedwongen door middel van geweld
C
De rijkste bestuurder wad de vouverneur- generaal de inheemse bevolking werd gedwongen door middel van geweld
D
de machtigste bestuurder was de couberneur- generaal de inheemse bevolking wed gedwongen door middel van geweld
Slide 13 - Quizvraag
Je kunt uitleggen waarom de VOC werd opgericht
A
erwaren veel koningen die naa het westen gingen daar door daalde de koningen in 1602 werd de Voc opgericht zodat ze die koningen konden houden
B
Er was veel macht in het noorden dus daar daalde de macht in 1602 werd de VOC opgericht zodat ze weer meer macht kregen
C
Er waren veel compniën die naar het oosten gingen daar door daalde de prijs in 1602 werd VOC opgericht zodat ze de prijs hoog konden houden
D
Er warden veel comeniënrn in het zuiden gingen daar door daalde de prijs in 1602 werd VOC opgericht zodat ze de prijs hoog konden houden
