a/an-mv-ps-pc + much/many/a lot of

WELCOME!
Welcome!
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

WELCOME!
Welcome!

Slide 1 - Tekstslide

Today's menu

  • a/an
  • meervoud
  • present simple
  • present continuous
Nieuw
  • Much/ many/ a lot of

Slide 2 - Tekstslide

A or an?
The English articles

Slide 3 - Tekstslide

A
AN
Cockroach
Club
Match
Aircraft
Game
Hour
Stick
Elephant
Owl
Eskimo
Question

Slide 4 - Sleepvraag

Schrijf voor jezelf op:
'A' gebruik je bij...
'An' gebruik je bij...

Slide 5 - Open vraag

Meervoud
Plural

Slide 6 - Tekstslide

Meervoud van:
man
A
mans
B
mens
C
man
D
men

Slide 7 - Quizvraag

Meervoud van:
wolf
A
wolves
B
wolfs
C
wolvs
D
wolfes

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het meervoud van 'beach'?
A
beaches
B
beach's
C
beachs
D
beach

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het meervoud van 'child'?
A
childs
B
child's
C
children
D
childrens

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het meervoud van 'toy'
A
toys
B
toies
C
toy's
D
toyses

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het meervoud van 'half'
A
halfes
B
halve
C
halfe's
D
halves

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het meervoud van 'tooth'?
A
tooth
B
tooths
C
tooth's
D
teeth

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het meervoud van girl?
A
Girl's
B
Girl
C
Girls
D
A,B,C zijn goed

Slide 14 - Quizvraag

The Present Simple
Present Simple


Slide 15 - Tekstslide

Bij het gebruik van de present simple, waar staat G-F-T voor?

Slide 16 - Woordweb

We ___________ at 08:30 sharp!
Future Present Simple: Werkwoord tegenwoordige tijd
starts
start
starting

Slide 17 - Sleepvraag

The plane ___________ tomorrow morning at 7.
Future Present Simple: Werkwoord tegenwoordige tijd
leaves
left
leave

Slide 18 - Sleepvraag

I always ___________ in the shower.
Future Present Simple: Werkwoord tegenwoordige tijd
sings
singing
sing

Slide 19 - Sleepvraag

Kijk naar de woorden hieronder, welke woorden zijn signaalwoorden voor de Present Simple en welke niet? 
Signal word
Not a signal word
Next Friday
Yesterday
Never
Wednesday
Often
Every week

Slide 20 - Sleepvraag

Present Continuous 
Present Continuous 

Slide 21 - Tekstslide

Choose the Present Continuous.

Our teacher ___ the grammar.
A
explains
B
is explain
C
explaining
D
is explaining

Slide 22 - Quizvraag

Choose the Present Continuous.

When ___ for vacation?
A
are we leaving
B
are we leave
C
we leaving
D
we leave

Slide 23 - Quizvraag

Choose the Present Continuous.

We ___ to the pub right now.
A
go
B
are going
C
are go
D
going

Slide 24 - Quizvraag

Choose the Present Continuous:
We ___ English class right now.
A
have
B
are having
C
are have
D
are haveing

Slide 25 - Quizvraag

present continuous
We ......... (watch) a film.
A
were watching
B
are watching
C
watch
D
watched

Slide 26 - Quizvraag

Which one is the Present Continuous?
A
"I am working in the garden now"
B
"I was working in the garden a while ago"

Slide 27 - Quizvraag

Grammar
                                   Much/many/ a lot of

Slide 28 - Tekstslide

Much / Many / A lot of
Much
- gebruik je bij - / ? zinnen
- gebruik je bij niet telbare woorden
Voorbeeld:
I don't have much food left.

Many
- gebruik je bij - / ? zinnen
- gebruik je bij telbare woorden
Voorbeeld:
Do you have many friends?
A lot of 
- gebruik je bij + zinnen.

Voorbeeld:
I have a lot of apples.
I have a lot of homework.

(Je mag ook 'lots of' gebruiken)

Slide 29 - Tekstslide

MUCH & MANY & a lot of
Much gebruik je bij dingen die je NIET kan tellen


Time – money – wind – milk – water

There is much wind today. I had difficulty keeping the steering wheel straight.

Slide 30 - Tekstslide

MUCH & MANY & a lot of

Many gebruik je bij dingen die je WEL kan tellen

Hours – minutes – coins – water drops – leafs – tables

There are many water drops on the window.

Slide 31 - Tekstslide

MUCH & MANY & a lot of

Twijfel je? Gebruik dan: a lot of
Alleen bij positieve zinnen

I have a lot of time to check the tests this week.

There are a lot of hours in a day.

Slide 32 - Tekstslide

Much, Many, A lot of?
Do you have ... brothers and sisters?
A
Much
B
Many
C
A lot of

Slide 33 - Quizvraag

Much, Many, A lot of?
I don't have ... money left
A
Much
B
Many
C
A lot of

Slide 34 - Quizvraag

Much, Many, A lot of?
I have ... close friends.
A
Much
B
Many
C
A lot of

Slide 35 - Quizvraag

Much or Many?
I have too ... time on my hands
A
Much
B
Many
C
A lot of

Slide 36 - Quizvraag

Taalblokken:
  • 0-meting A2 (als je die nog niet hebt afgerond, staat hij nu weer open op je dasboard tot volgende week)
  • Chapter-test 1 (als je die nog niet hebt afgerond, staat hij nu weer open op je dasboard tot volgende week)
  • Spelling&Grammar A2, 01 Grammatica en 02 Grammatica

Slide 37 - Tekstslide