Eenheden van snelheid

Les: snelheden

Gebruik tijdens de uitleg je schrift en rekenmachine!


Zie je dit symbool, klik hierop voor uitleg!
Test
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Les: snelheden

Gebruik tijdens de uitleg je schrift en rekenmachine!


Zie je dit symbool, klik hierop voor uitleg!
Test

Slide 1 - Tekstslide

Aan het eind van de les:
  • Ik ken de eenheden van snelheid.
  • Ik kan m/s omrekenen naar km/uur.
  • Ik kan km/uur omrekenen naar m/s.
  • Ik kan m/s en k/m uur omrekenen en omgekeerd in een contextsom.
  • Ik kan snelheid berekenen in een contextsom. 

Slide 2 - Tekstslide

Rekenbreak (blz. 174)











aantal
240









aantal







timer
2:00

Slide 3 - Tekstslide

Eenheden van snelheid
De belangrijkste eenheden zijn 
kilometer per uur
meter per seconde




Slide 4 - Tekstslide

1 minuut is:
A
60 seconden
B
120 seconden
C
60 minuten
D
30 seconden

Slide 5 - Quizvraag

1 uur is:
A
120 minuten
B
30 minuten
C
60 minuten
D
60 seconden

Slide 6 - Quizvraag

25 meter per seconde betekent:
in 1 seconde leg ik 25 meter af.

Als ik wil weten hoeveel ik in 1 minuut doe, maak ik de som x 60 
( 1 minuut = 60 seconden)

Nu wil ik weten hoeveel meter per seconde ik per uur afleg
60 minuten is een uur. Ik maak de som 1 min x 60 

Nu heb ik het antwoord in meters per uur. Ik wil graag naar kilometers. Van meters - KM = 90.000 : 1000 





Uitleg verhoudingstabel
Of: 25 x 3,6 = 90 km/uur

Slide 7 - Tekstslide

Oefenen
Loes loopt met een snelheid van 2,9 m/s
Bereken haar snelheid in km/u en rond af op 1 decimaal.


Tijd
1 sec
1 minuut
1 uur
Afstand
2,9 m
Teken de tabel in je schrift en vul deze verder in. Zet de boogjes erbij! wat je boven doet, doe je onder ook.

Slide 8 - Tekstslide

Loes loopt met een snelheid van 2,9 m/s
Bereken haar snelheid in km/u en rond af op 1 decimaal.
Tijd
1 sec
1 minuut
1 uur
1 uur
Afstand
2,9 m
174 m
104.440 meter
10,4 km
m -> km = : 1000
104.440 : 1000 = 10,44 -> afronden op 1 decimaal
x60        x60
x60        x60
Uitleg Loes verhoudingstabel

Slide 9 - Tekstslide

Loes loopt met een snelheid van 2,9 m/s
Bereken haar snelheid in km/u en rond af op 1 decimaal.
Van m/s -> k/m =x 3.6
2,9 x 3.6 =10,44 = 10,4

 10,44 -> afronden op 1 decimaal
Uitleg Loes manier 2

Slide 10 - Tekstslide

Even oefenen!











aantal
240









aantal







Slide 11 - Tekstslide

Antwoorden
a: 40 x 3,6 = 144 km/u
b: 45 : 3,6 = 12,5 m/s
c: 126 : 3,6 = 34 m/s
d: 2 x 3,6 = 7,2 km/u
e: 185 x 3,6 = 666 km/u

Slide 12 - Tekstslide

Snelheid berekenen
Bij een zwemwedstrijd weet je:
* Hoe lang de afstand is
* Hoelang iemand over die afstand heeft gezwommen.

Nu kan ik uitrekenen hoe snel iemand heeft gezwommen.

Slide 13 - Tekstslide

Ranomi zwemt de 100 meter vrije slag in 51,28 seconden
Wat is haar snelheid in km/u? rond af op 1 decimaal







tijd
51,28 sec.
1 sec
1 minuut
1 uur
1 uur
afstand
100 m
1,950078
117,00468
7,020,28
7,0 km
: 51,28     x60        x60
: 51,28     x60        x60
Uitleg Ranomi verhoudingstabel

Slide 14 - Tekstslide

100 : 51, 28 = 1,950 ... m/s

1,950 .. x 3,6 = 7,020 ... km/u

Ranomi zwemt 7,0 km/u
Ranomi manier 2

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag
Je gaat naar snappet: kiest voor wiskunde 
Ontvangen lessen of lessenplan

Les: snelheid opdracht 0 t/m 12a

Kun je het niet vinden? gebruik het stappenplan uit de planning
OF gebruik een verhoudingstabel

Slide 16 - Tekstslide