NB AA alfa 11 - 9 -23

NB AA alfa 11 - 9 -23
Aardbeving in Marokko
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

NB AA alfa 11 - 9 -23
Aardbeving in Marokko

Slide 1 - Tekstslide


Vrijdag trof een zware aardbeving Marokko. Er zijn veel doden en
gewonden. En er is heel veel schade.

Schok
De aardbeving was vrijdag laat in de avond. Het midden van de aardbeving lag in het Atlasgebergte. In het midden van de aardbeving heeft de schok plaatsgevonden. Daar is de aardbeving het sterkst. Maar de schok voel je nog heel ver. Een aardbeving kan zo een groot gebied verwoesten. Dat is ook gebeurd in Marokko. Na twintig minuten kwam er nog een kleinere schok.

Trillen
De aardbeving trof ook de stad Marrakech. Daar is veel schade. Huizen zijn ingestort. En straten en auto’s liggen onder het puin. Veel mensen waren thuis toen de grond ging trillen. Ze renden naar buiten. Iemand uit Marrakech zegt: ‘Het leek wel of er een trein vlak onder onze huizen reed. Mensen renden de straat op. Iedereen was bang.’ Ook in de stad Rabat voelden mensen de aardbeving.
Aardbeving in Marokko

Slide 2 - Tekstslide



Niet vaak
Een zware aardbeving is niet vaak voorgekomen in Marokko. In het noorden van het land is er soms wel een kleinere beving. Samira Jadir werkt in Rabat. Ze vertelt: ‘Hier is nooit een zware aardbeving. Daarom wisten de mensen niet wat ze moesten doen.’

Hulp
Uit andere landen komt hulp voor Marokko. Maar het is niet makkelijk om de mensen daar te helpen. Het midden van de aardbeving was in de bergen. Het is moeilijk om daar te komen. Ook zijn de wegen kapot. Spanje heeft honden en mensen naar Marokko gestuurd. Zij zoeken naar mensen die vastzitten onder het puin. In Nederland willen mensen ook helpen. Ze geven spullen of geld voor de mensen in Marokko.

Slide 3 - Tekstslide


1.
A
iemand die een wond heeft of iets gebroken heeft
B
iemand die al zijn hele leven in hetzelfde dorp of in dezelfde stad woont
C
iemand die in een ziekenhuis werkt en zieke mensen beter maakt

Slide 4 - Quizvraag


2.
A
dat wat mooi is
B
dat wat nieuw is
C
dat wat kapot is

Slide 5 - Quizvraag


3.
A
ophouden
B
gebeuren
C
weggaan

Slide 6 - Quizvraag


4.
A
het grote huis
B
de warme stal
C
het stuk land

Slide 7 - Quizvraag


5.
A
raken
B
gebruiken
C
missen

Slide 8 - Quizvraag


6.
A
mooi en stevig blijven
B
er heel lelijk uit gaan zien
C
kapotgaan en in elkaar zakken

Slide 9 - Quizvraag


7.
A
iets vinden
B
er zijn
C
veel doen

Slide 10 - Quizvraag


8. 
A
ingestort
B
plaatsgevonden
C
voorkomen

Slide 11 - Quizvraag


9. 
A
gewonde
B
land
C
schade

Slide 12 - Quizvraag

kapot gaan en in elkaar zakken
er zijn
raken
gebeuren
instorten
treffen
plaatsvinden
voorkomen

Slide 13 - Sleepvraag


Wanneer was de aardbeving?
(in welke regel staat het antwoord?)
A
regel 2+3
B
regel 13+14
C
regel 5+6
D

Slide 14 - Quizvraag

Aardbeving in Marokko

Slide 15 - Tekstslide


Waar was het midden van de aardbeving?
A
in de stad Rabat
B
in het noorden van Marokko
C
in de bergen
D
in Spanje

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide


Hoeveel schokken waren er na de zware aardbeving?
A
0
B
1
C
2

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide


Wat deden mensen toen de aardbeving begon?
A
naar boven rennen
B
binnen blijven
C
naar buiten rennen

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide


Wat is waar?
In het noorden van Marokko zijn........
A
alleen zware aardbevingen
B
nooit zware aardbevingen

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide



Wat heeft Spanje gedaan?
A
honden gestuurd
B
dokters gestuurd
C
mensen gestuurd
D
nog niets

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Wat kunnen mensen doen
om Marokko te helpen?

Slide 26 - Woordweb


Wat kunnen mensen in Nederland doen om te helpen?
A
Het noorden van Marokko helpen
B
Mensen sturen om te zoeken naar slachtoffers
C
Bouwmaterialen sturen
D
Spullen of geld geven

Slide 27 - Quizvraag

Wat is een mogelijke oorzaak van de aardbeving?
A
Tectonische platen
B
Gebouwconstructie
C
Vulkaanuitbarsting
D
Onbekend

Slide 28 - Quizvraag



Niet vaak
Een zware aardbeving is niet vaak voorgekomen in Marokko. In het noorden van het land is er soms wel een kleinere beving. Samira Jadir werkt in Rabat. Ze vertelt: ‘Hier is nooit een zware aardbeving. Daarom wisten de mensen niet wat ze moesten doen.’

Hulp
Uit andere landen komt hulp voor Marokko. Maar het is niet makkelijk om de mensen daar te helpen. Het midden van de aardbeving was in de bergen. Het is moeilijk om daar te komen. Ook zijn de wegen kapot. Spanje heeft honden en mensen naar Marokko gestuurd. Zij zoeken naar mensen die vastzitten onder het puin. In Nederland willen mensen ook helpen. Ze geven spullen of geld voor de mensen in Marokko.

Slide 29 - Tekstslide

Waarom wisten de mensen in Rabat niet wat ze moesten doen?
A
Er was geen hulp beschikbaar
B
Ze waren niet goed geïnformeerd
C
De wegen waren kapot
D
Er is nooit een zware aardbeving geweest

Slide 30 - Quizvraag