Unité 5 4 VWO

Qu'est-ce qu'on van faire?
Herhaling het weer
Uitleg l'ordre des mots​
Uitleg prépositions

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Qu'est-ce qu'on van faire?
Herhaling het weer
Uitleg l'ordre des mots​
Uitleg prépositions

Slide 1 - Tekstslide

0

Slide 2 - Video

Quel temps fait- il aujourd'hui ?

Slide 3 - Open vraag

Quel temps fait- il?

Slide 4 - Open vraag

Quel temps fait- il?

Slide 5 - Open vraag

Quel temps fait- il?

Slide 6 - Open vraag

Quel temps fait- il?

Slide 7 - Open vraag

Quel temps fait- il?

Slide 8 - Open vraag

Quel temps fait- il?

Slide 9 - Open vraag

Quel temps fait- il?

Slide 10 - Open vraag

Quel temps fait- il?

Slide 11 - Open vraag

l'ordre des mots
Bepaling van tijd: wanneer 
onderwerp: ik, jij, hij, wij, Marie, Pierre, La mère de Pierre, Madame Otten, etc.
hele gezegde: alle werkwoorden achter elkaar. Meestal maar 1 werkwoord.
(lijdend vw): Wie of wat + gezegde + onderwerp
(meew vw): aan/voor wie/wat?
bepaling van plaats: waar? 
Bijv         Hier jai donné un cadeau à ma mère à Leeuwarden 
 

Slide 12 - Tekstslide

Fais une bonne phrase:
en été ai Italie j'

Slide 13 - Open vraag

Fais une bonne phrase:
s'appelle ami mon Pierre

Slide 14 - Open vraag

Fais une bonne phrase:
un à Marie je cadeau demain donne

Slide 15 - Open vraag

Ontkenning
Hoe voeg je een ontkenning toe? (dus dat iets niet zo is, of niet meer...) 
ne of n' zet je voor het werkwoord
pas (niet) of plus (niet meer) zet je meteen achter het werkwoord.

Marie aime Pierre.    Marie n'aime plus Pierre.
Marie donne un coup de poign à Pierre        Marie ne donne pas un coup de poign à Pierre.

Slide 16 - Tekstslide

0

Slide 17 - Video

Maak de zin ontkennend: Zet ne ... pas op de juiste plaats in de zin.
Le train marche.

Slide 18 - Open vraag

Maak de zin ontkennend: Zet n' ... plus op de juiste plaats in de zin.
Pierre aime sa mère.

Slide 19 - Open vraag

Faites une phrase correcte!
demander la permission de sortir-nous n'avons pas osé- à nos parents

Slide 20 - Open vraag

à la maison- tous mes copains- le mois dernier- j'ai invité

Slide 21 - Open vraag

les prépositions 
in of naar
    à = voor plaatsnaam= à Amsterdam 
    au- voor mnl land= Au Japon 
    en = vrouwelijk land= en France 
    aux= meervoud land= aux Pays-Bas 
landen die op een -e eindigen zijn vrouwelijk 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

En été il fait chaud
A
en Allemagne
B
au Allemagne
C
à Allemagne
D
aux Allemagne

Slide 24 - Quizvraag

En hiver il fait moins 4 degrés
A
à Danemark
B
en Danemark
C
au Danemark
D
aux Danemark

Slide 25 - Quizvraag

En automne il pleut souvent
A
au Londres
B
en Londres
C
aux Londres
D
à Londres

Slide 26 - Quizvraag

Au printemps il fait du soleil
A
à Canada
B
en Canada
C
au Canada
D
aux Canada

Slide 27 - Quizvraag

Vul het juiste voorzetsel in
à, au, aux of en
Il part … Portugal

Slide 28 - Open vraag

Il habite … Steenwijk

Slide 29 - Open vraag

Il va partir … France

Slide 30 - Open vraag

Nous allons ….. Etats-Unis

Slide 31 - Open vraag

Il habite … Maroc

Slide 32 - Open vraag

Anne adore la vie … Pays-Bas

Slide 33 - Open vraag