1kgt - les 18 Spelling meervoud en spelling voltooid deelwoord

Welkom
- Telefoon weg
- Jas weg
- Geen eten en drinken
- Leesboek op tafel
- Chromebook/Lesboek + papier + pen
timer
3:00
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom
- Telefoon weg
- Jas weg
- Geen eten en drinken
- Leesboek op tafel
- Chromebook/Lesboek + papier + pen
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
- Lezen H3:
Zoekend lezen

- Lezen H4:
inleiding, middenstuk en slot

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
Lezen in een boek 3

Taalverzorging H4
Meervouden op -en en -s

Taalverzorging H4
Voltooid deelwoord

Slide 3 - Tekstslide

Lezen

timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Taalverzorging H4

Je leert over meervouden op -en en -s.

Start: 
Wat zie je? Gebruik aantallen

Slide 5 - Tekstslide

Meervouden op -en en -s (H4)
Zo maak je een meervoud op -en
Je zet -en achter het woord: broek – broeken, product – producten.

Soms moet je ook iets anders doen:
• de laatste letter verdubbelen: zus – zussen, bed – bedden.
• een a, e, o of u weghalen: schuur – schuren, bioscoop – bioscopen.
• een -s veranderen in een -z-: muis – muizen, kaas – kazen.
• een -f veranderen in een -v-: neef – neven, dief – dieven.

Slide 6 - Tekstslide

Meervouden op -en en -s (H4)
Zo maak je een meervoud op -s
Je zet -s achter het woord: spelletje – spelletjes, infectie – infecties.

Meestal moet de -s aan het woord vast. Maar als je het woord daardoor verkeerd uitspreekt, moet je een apostrof voor de -s schrijven:
kassa – kassa’s, echo – echo’s, menu – menu’s, hobby – hobby’s.

Slide 7 - Tekstslide

Meervouden op -en en -s (H4)
Meervoud op -en
let op: verdubbelen, s/z, klinker weglaten, v/f
Meervoud op -s
let op: a's, o's, u's, i's 

Maken: 1, 2, 3, 4, 6, 9b
timer
25:00

Slide 8 - Tekstslide

Taalverzorging H4
Je leert over het voltooid deelwoord.


Start: Maak de puzzel


timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

Voltooid deelwoord (H4)
Het voltooid deelwoord (vd) is een van de vormen van het werkwoord. Als een voltooid deelwoord in de zin zit, dan staat er altijd een vorm bij van hebben, zijn of worden.

Slide 10 - Tekstslide

Voltooid deelwoord (H4)
• Een voltooid deelwoord begint vaak met ge-:
– Erol is naar huis gegaan. Ik heb de afspraak genoteerd.
Maar ge- kan ook ergens anders staan:
– Hij heeft zijn kamer opgeruimd. De kantine wordt schoongemaakt.

Slide 11 - Tekstslide

Voltooid deelwoord (H4)
• Soms eindigt een voltooid deelwoord op -n of -en:
– Wat heb je gedaan? Hij heeft een broodje gegeten. Ik ben gevallen. Bram werd gekozen.

Slide 12 - Tekstslide

Voltooid deelwoord (H4)
• Andere voltooide deelwoorden eindigen op -d of -t. Gebruik de verlengproef om de laatste letter te vinden: je hoort gehaalde, dus je schrijft gehaald.

Slide 13 - Tekstslide

Voltooid deelwoord (H4)
Het voltooid deelwoord (vd) is een van de vormen van het werkwoord. Als een voltooid deelwoord in de zin zit, dan staat er altijd een vorm bij van hebben, zijn of worden.
Schema?

Klassikaal: opdracht 1
Maken: 2, 3, 4, 6, 9b

timer
25:00

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk
Boek meenemen

Maken: vrijdag
Meervoud H4: 1, 2, 3, 4
Voltooid deelwoord H4: 2, 3, 4, 6

Slide 15 - Tekstslide