Het werkwoord "werden"

Werden
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Werden

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Welke 2 betekenissen heeft het Duitse werkwoord "werden"?
A
worden & zullen
B
worden & weren
C
weren & willen
D
willen & weten

Slide 3 - Quizvraag

De juiste vorm van het werkwoord "werden" kiezen.
Er volgen 6 vragen.

Slide 4 - Tekstslide

ich
A
werde
B
wirde
C
worde
D
warde

Slide 5 - Quizvraag

du
A
werdest
B
wirdest
C
wirst
D
werst

Slide 6 - Quizvraag

er/sie/es
A
werde
B
werd
C
word
D
wird

Slide 7 - Quizvraag

wir
A
wirden
B
werden
C
worden
D
werd

Slide 8 - Quizvraag

ihr
A
wirdet
B
werdet
C
werdt
D
wirdt

Slide 9 - Quizvraag

sie/Sie
A
wirden
B
werden
C
worden
D
warden

Slide 10 - Quizvraag

De juiste vorm van het werkwoord "werden" invoeren.
Er volgen 8 vragen.

Slide 11 - Tekstslide

ich

Slide 12 - Open vraag

du

Slide 13 - Open vraag

es

Slide 14 - Open vraag

Lea

Slide 15 - Open vraag

wir

Slide 16 - Open vraag

ihr

Slide 17 - Open vraag

die Großeltern

Slide 18 - Open vraag

Sie

Slide 19 - Open vraag