v4 formuleren les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Standaardfouten

dubbelop:

1.1 onjuiste herhaling

1.2 tautologie

1.3 pleonasme

1.4 contaminatie

1.5 dubbele ontkenning

fouten met verwijswoorden:

2.1 onjuist verwijswoord

2.2 onduidelijk verwijzen

Standaardfouten (2)

3. incongruentie

4. dat/als-constructie

5. foutieve samentrekking

6. foutieve beknopte bijzin

(zinnen onjuist begrenzen:

7.1 losstaand zinsgedeelte

7.2 zinnen ten onrechte samenvoegen

8. onjuiste inversie

9. geen symmetrie)

Vandaag:

dubbelop:

1.1 onjuiste herhaling

1.2 tautologie

1.3 pleonasme

1.4 contaminatie

1.5 dubbele ontkenning

Dubbelop - je zegt twee keer hetzelfde

1.1 onjuiste herhaling: Bijvoorbeeld hetzelfde voorzetsel twee keer in dezelfde zin schrijven

Voorbeeld

Op zo’n partij zou je ook niet op moeten stemmen.

Naar zo'n goed concert wil ik graag nog een keer naar toe.

Aan de lessen Nederlands van die leraar heb ik niets aan gehad.

1. correct
2. niet correct

Niets, maar dan ook niets wil ik daar nog mee te maken hebben!

1. correct
2. niet correct

Op zo'n nare opmerking heb ik niets op te zeggen.

1. correct
2. niet correct

1.2 tautologie: twee keer hetzelfde zeggen met dezelfde woordsoort (synoniem)

Voorbeeld 

Vermoedelijk moet je misschien een ander nummer bellen.

Naast bloemen kreeg ik bovendien een boekenbon.

Daarom is het dan ook zo belangrijk.

 

Hij werd met pracht en praal begraven.

1. correct
2. niet correct

Door de regen kon je de overkant haast bijna niet meer zien.

1. correct
2. niet correct

Eenzaam en verlaten zat hij zijn drankje op het terras op te drinken.

1. correct
2. niet correct

1.3 pleonasme: Bij een pleonasme wordt een deel van de betekenis van een woord of een woordgroep nog eens door een ander woord uitgedrukt. Dat andere woord is meestal van een andere woordsoort.

Voorbeeld

houten boomstam 

witte sneeuw

weer hervatten

ten goede verbeterd

Hij heeft zijn achterstallige schuld nog niet betaald.

1. correct
2. niet correct

De schaatsster haalde op het laatste moment de uiterste limiet voor de Olympische Spelen.

1. correct
2. niet correct

Zij gaf hem rode rozen als verrassing.

1. correct
2. niet correct

1.4 contaminatie: Als twee woorden of uitdrukkingen worden verward en ten onrechte worden vermengd, heet dat een contaminatie.

Voorbeeld

Dit kost veel te duur. 

Ik ga het voor je nachecken.

Hij neemt altijd het hoogste woord.

We moeten de wond goed reinigen.

1. correct
2. niet correct

Volgens mijn mening kan dit zo niet.

1. correct
2. niet correct

De dokter kon niet anders dan de patiënt doorverwijzen.

1. correct
2. niet correct

1.5 dubbele ontkenning: In zinnen met een werkwoord dat al een ontkennend karakter heeft (voorkómen, misbruiken, verbieden, weerhouden, nalaten) wordt soms ten onrechte een tweede ontkenning toegevoegd.

Voorbeeld

Wij hebben daar nooit geen problemen mee gehad.

De schoolleiding wil voorkomen dat er geen problemen ontstaan.

Ik heb nooit geen zin om naar school te gaan.

1. correct
2. niet correct

Mijn vader geloofde er niets niet van.

1. correct
2. niet correct

Ik kan je dat niet verbieden.

1. correct
2. niet correct

Door elkaar!

De smoes die je de conciërge opschotelde, had ik nog nooit gehoord.

1. tautologie
2. pleonasme
3. contaminatie
4. dubbele ontkenning

Hoe durft hij te ontkennen dat hij niets met de zaak te maken heeft?

1. tautologie
2. pleonasme
3. contaminatie
4. dubbele ontkenning

Had je ons niet vooraf kunnen waarschuwen voor de gevolgen?

1. tautologie
2. pleonasme
3. contaminatie
4. dubbele ontkenning

Hij moest het profielwerkstuk helemaal overnieuw doen.

1. tautologie
2. pleonasme
3. contaminatie
4. dubbele ontkenning

Vanwege familieomstandigheden was hij niet in staat te kunnen komen.

1. tautologie
2. pleonasme
3. contaminatie
4. dubbele ontkenning