examenbespreking

Nabespreking 
Examen biologie
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nabespreking 
Examen biologie

Slide 1 - Tekstslide

welkom
  • Ik bespreek de vragen waarin de meeste fouten zijn gemaakt.
  • Ik laat de vraag zien
  • in de volgende slide kan iedereen nog een keertje antwoorden.
  • Daarna korte uitleg

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Waar gaat de poortader heen?
A
dunne darm
B
dikke darm
C
hart
D
lever

Slide 4 - Quizvraag

waar komt de poortader vandaan?
A
hart
B
dunne darm
C
dikke darm
D
lever

Slide 5 - Quizvraag

Poortader
De laatste uitzondering is de poort-ader. Door de poortader stroomt bloed van de dunne darm naar de lever. Het bloed is zuurstofarm maar rijk aan voedingsstoffen die in je dunne darm opgenomen zijn.

De lever slaat een deel van die voedingsstoffen tijdelijk op.

Slide 6 - Tekstslide

Het bloed neemt koper op uit het voedsel en vervoert het naar de lever.
Het bloedvat dat bloed vanuit de darmen naar de lever vervoert, is in de afbeelding aangegeven met de letter P.
Hoe heet dit bloedvat?
A
darmslagader
B
leverader
C
leverslagader
D
poortader

Slide 7 - Quizvraag

Malariaparasieten tasten rode bloedcellen aan. Door aangetaste rode bloedcellen kunnen bloedvaten verstopt raken, bijvoorbeeld in de hersenen. Door malaria aangetaste rode bloedcellen worden met het bloed via de kortste weg vanuit de onderste holle ader naar de hersenen vervoerd.
Daarbij passeert het bloed tweemaal het hart.
Wat is de juiste volgorde van de delen van het hart waardoor het bloed dan achtereenvolgens stroomt?
A
linkerboezem - linkerkamer - rechterboezem - rechterkamer
B
linkerkamer - linkerboezem - rechterkamer - rechterboezem
C
rechterboezem - rechterkamer - linkerboezem - linkerkamer
D
rechterkamer - rechterboezem - linkerkamer – linkerboezem

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Bloedsomloop/Hart

Slide 11 - Tekstslide

Welke richting stroomt een slagader?
A
Naar het hart toe
B
Bij het hart vandaan

Slide 12 - Quizvraag

In welke richting stroomt de slagader in de navelstreng?
A
van kind vandaan, richting placenta
B
van moeder vandaan, richting kind

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Hoe heet bloedvat P?

Slide 16 - Open vraag

Hoe heten halen insecten adem?

Slide 17 - Open vraag

Insecten ademhalen
  • Insecten ademen via buizen: tracheeën.

  • De lucht gaat in en uit de tracheeën via stigma’s.

  • Insecten ademen in en uit door hun achterlijf groter en kleiner te maken.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Zenuwcellen
Er zijn drie verschillende type zenuwcellen:
  • Gevoelszenuwcel
  • Bewegingszenuwcel
  • Schakelcel

Slide 20 - Tekstslide

Het zenuwstelsel
Zenuwcellen
Zenuwstelsel bevat miljoenen zenuwcellen
  • Zenuwcel: cellichaam en uitlopers

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Geef de naam van van de zenuwcel die niet goed meer functioneert

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Wat zijn abiotische factoren?

Slide 26 - Open vraag

Biotisch en abiotische factoren
Invloeden uit het milieu, die invloed hebben op een organisme.

* biotische factoren: invloeden van andere organismen
* abiotische factoren: invloeden niet afkomstig van andere organismen- dus iets wat niet leeft.

Voorbeeld: water, wind, zon, warmte enz..

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Leg je antwoord uit
Benoem dan altijd waarom je deze hebt gekozen. Gebruik als het kan de termen: fotosynthese, verbranding 
Zorg dat je precies weet wat die betekenen. 

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Piramide van biomassa
Laat de biomassa (gewicht) van elke
schakel zien. 
Deze piramide staat altijd in een 
piramide vorm.

Slide 31 - Tekstslide

2. Piramiden
* Piramide van aantallen
*Piramide van biomassa

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Leg uit waarom de piramide steeds smaller wordt

Slide 34 - Open vraag

Slide 35 - Tekstslide

De huid

Slide 36 - Tekstslide

4. De huid
Huid bestaat uit:
- opperhuid
- lederhuid

Het onderhuids bindweefsel
is geen onderdeel van de huid

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Hoe heet de laag, waarin muggen bloed kunnen opzuigen?

Slide 39 - Open vraag