6.2 het ontstaan van steden HH + 6.3

6.2: het ontstaan van steden
Lesdoel:
Herhaling 6.2, begin 6.3

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

6.2: het ontstaan van steden
Lesdoel:
Herhaling 6.2, begin 6.3

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les behandeld

Slide 2 - Woordweb

Op wat voor plaatsen lagen de meeste markten?
A
Op het platteland
B
in stedelijke gebieden
C
Op kruispunten van wegen en rivieren

Slide 3 - Quizvraag

wat was het gevolg van het feit dat niet iedereen meer boer hoefde te zijn?

Slide 4 - Open vraag

Waar gingen ambachtslieden wonen?

Slide 5 - Open vraag

Hoe noem je een samenwerkingsverband tussen handelaren in de Middeleeuwen?
A
Handelsmaatschappij
B
Hanze
C
VOC
D
Europese Unie

Slide 6 - Quizvraag

ambachtslieden
Omdat boeren veel meer verbouwden hoefde lang niet iedereen boer te blijven, mensen gingen dingen maken met hun handen/ gereedschap, ze werden ambachtslieden.

Ambachtslieden gingen op plekken wonen waar veel mensen kwamen om hun spullen te verkopen, zo ontstonden er marktplaatsen. 

Slide 7 - Tekstslide

Hanze
https://npokennis.nl/longread/7600/wat-is-de-hanze

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wat waren redenen waarom handelaren gingen samenwerken in een Hanze?

Slide 10 - Open vraag

Tijd van Steden en Staten
Het tijdvak van het jaar 1000 tot 1500 noemen we de tijd van de steden en staten. 

De tijdvakken van steden en staten en van monniken en ridders bij elkaar vormen de middeleeuwen. 

Slide 11 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een feit en een mening?

Slide 12 - Open vraag

Wat is een historisch feit?

Slide 13 - Open vraag

6.3 Stad en land in vroeger tijden
De leerling weet hoe het leven in een middeleeuwse stad eruit zag.

Slide 14 - Tekstslide

De middeleeuwse stad
Slechte hygiene

Snel brand

Ziektes verspreiden zich snel

Slide 15 - Tekstslide

Stad en platteland
Tijd van steden en staten --> economische veranderingen : Stadsbewoners kochten voedsel van boeren op markten met geld. Ruilhandel kwam steeds minder voor. 
Door de groei van handel ontstonden er steden.

Stadsbewoners + boeren waren afhankelijk van elkaar: boeren zorgden voor voedsel, maar kochten in de stad hun gereedschap/ kleding e.d. landbouwsamenleving werd een landbouwstedelijke samenleving

Slide 16 - Tekstslide

Noem 2 belangrijke veranderingen in de tijd van steden en staten.

Slide 17 - Open vraag

Noem het middel van bestaan van boeren.

Slide 18 - Open vraag

Wat is een middel van bestaan van stedelingen (2 antw. goed)
A
Handel
B
jagen en verzamelen
C
ambachten
D
landbouw

Slide 19 - Quizvraag

naar de stad
Ondanks slechte hygiëne en ziektes wilden mensen toch in de stad wonen, daar kon je geld verdienen!

behalve ambachtslieden en handelaren ook dagloners in de stad = mensen die voor een beetje geld alle klusjes wilden uitvoeren.

maar stadslucht maakte ook vrij! Als horige boer die een jaar en een dag in de stad woonde en je had je gedragen, dan werd je burger van de stad. Alle burgers samen noemen we de burgerij. 

Slide 20 - Tekstslide

Edelen en steden
Rond het jaar 1000 had de adel de macht. Steden werden vanwege de handel steeds rijker.

De adel verdiende geld aan de stad in ruil voor allerlei rechten: 
- steden hoefden geen tol te betalen
- Steden mochten hun eigen wetten maken
- steden mochten een stadsmuur bouwen

Steden kregen hun eigen bestuur met aan het hoofd een burgemeester of schout.  De schout werd geholpen door de schepenen. De schout was ook het hoofd van de stedelijke politie.

Mensen in dienst van de stad werden betaald door de opgehaalde belastingen.

Slide 21 - Tekstslide

machtige koningen
De belangrijkste edelman was de Koning. Veel koningen oefende macht uit door het maken van wetten en het laten betalen van belastingen.

De koningingen probeerden ook om hun land vanuit 1 punt te besturen. Deze overgang naar centraal bestuur heet centralisatie. 
Er ontstonden belangrijke staten met een koning aan het hoofd, zoals Engeland en Frankrijk. Er vonden dus belangrijke politieke veranderingen plaats!

Slide 22 - Tekstslide

Waarom gaf een edelman een stad stadsrechten?

Slide 23 - Open vraag

Hoe bestuurden koningen in de tijd van steden en staten hun gebied?

Slide 24 - Open vraag

Wie bestuurde in de Middeleeuwen de stad?

Slide 25 - Open vraag

Wat waren de taken van de schout?
A
Hij bestuurden met de burgemeester de stad.
B
stad besturen + hoofd stedelijke politie
C
Hij maakte de wetten
D
Hij was een generaal

Slide 26 - Quizvraag

Maken 6.3
Leerstof + opdrachten
Plusopdrachten
Cursustoets

Slide 27 - Tekstslide