Verbos Reflexivos (vertalen in de presente, perfecto, gerundio, futuro)

Programa de hoy
  • Verbos reflexivos presente; perfecto; gerundio; futuro 

  • Voca oefenen die je nodig hebt voor de toetsweek


1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Programa de hoy
  • Verbos reflexivos presente; perfecto; gerundio; futuro 

  • Voca oefenen die je nodig hebt voor de toetsweek


Slide 1 - Tekstslide

Het doel van vandaag
  • De wederkerende werkwoorden herkennen in een aantal tijden en deze kunnen vertalen naar het Nederlands 

  • Voca herhalen


Slide 2 - Tekstslide

Noem alle wederkerende werkwoorden
die je kent en zet er de Nederlandse vertaling bij

Slide 3 - Woordweb

Een wederkerend werkwoord heeft altijd betrekking op jezelf. Daarom heet het 'wederkerend'.
A
verdadero
B
falso

Slide 4 - Quizvraag

Een wederkerend werkwoord eindigt in het Spaans altijd op -se
A
verdadero
B
falso

Slide 5 - Quizvraag

Bij wederkerende werkwoorden kan ook klinkerwisseling voorkomen.
A
verdadero
B
falso

Slide 6 - Quizvraag

Bij de vervoeging van een wederkerend werkwoord heb je altijd me/te/se/nos/os/se nodig.
A
verdadero
B
falso

Slide 7 - Quizvraag

WEDERKERENDE WERKWOORDEN IN ANDERE TIJDEN DAN DE PRESENTE

In de Gerundio, Futuro en Perfecto komt het wederkerend voornaamwoord (me, te, se, nos, os, se) vóór het hulpwerkwoord te staan, want er mag in het  NOOIT een woord tússen het hulpwerkwoord en het hoofdwerkwoord staan.

me levanto = ik sta op
me estoy levantando = ik ben aan het opstaan
me he levantado  = ik ben opgestaan
me voy a levantar = ik ga opstaan



Slide 8 - Tekstslide

Wat betekent...

Nos despertamos
A
Wij zijn opgestaan
B
Wij zijn wakker geworden
C
Wij staan op
D
Wij worden wakker

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent...

Os habéis levantado
A
Jullie zijn opgestaan
B
Wij zijn opgestaan
C
Jullie zijn wakker geworden
D
Wij zijn wakker aan het worden

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent...

Te estás duchando
A
Jij hebt je gedoucht
B
jij bent aan het douchen
C
Hij is aan het douchen
D
Hij heeft zich gedoucht

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent...

Nos vamos a aburrir esta semana
A
Wij gaan ons deze week vervelen
B
Wij zijn ons aan het vervelen
C
Wij hebben ons deze week verveeld
D
Jullie gaan jullie vervelen deze week

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekent...

Se acuestan a las siete
A
Hij gaat om 7 uur naar bed
B
Zij gaan om 7 uur naar bed
C
Zij zijn om 7 uur naar bed gegaan
D
Zij worden om 7 uur wakker

Slide 13 - Quizvraag

Oefenen voca

Slide 14 - Tekstslide

Welke vertaling hoort bij het Spaanse woord denk je?
Odiar
Quedar
Rellenar
Descansar
Uitrusten
Invullen
hekel hebben aan
afspreken

Slide 15 - Sleepvraag

Ken je de vertalingen van de dagen van de week al? probeer de juiste vertaling bij elkaar te zoeken:
perezoso
caro
tampoco

alto
poco
también
barato
ook
lui
goedkoop
ook niet
weinig
lang
duur

Slide 16 - Sleepvraag

Verbind  met de juiste vertaling
han chateado
he chateado
chateo
van a chatear
están chateando
ze gaan chatten
ze hebben gechat
ze zijn aan het chatten
ik chat
ik heb gechat

Slide 17 - Sleepvraag

Ken je de vertalingen van de dagen van de week al? probeer de juiste vertaling bij elkaar te zoeken:
el mono
el caballo
el conejo
el burro
el pájaro
el león
el pez
de leeuw
de aap
de vis
het konijn
de vogel
de ezel
het paard

Slide 18 - Sleepvraag