2B Latijn: passiva voltooide tijden

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
Start
Herhalen werkwoordsuitgangen actief
Nieuwe grammatica: passief van voltooide tijden
Oefenen!
Relatieve aansluiting
Tijd voor vragen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Sleep naar de juiste tijd
Praesens
Imperfectum
Futurum
Perfectum
Plusquam-
perfectum
Futurum
exactum
vocabit
potueram
regebam
interficitis
curaverunt
evasero

Slide 4 - Sleepvraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Hoe vertaal je de volgende woorden:

Auditus sum.
A
geroepen
B
ik heb geroepen
C
ik ben geroepen
D
hij/zij is geroepen

Slide 9 - Quizvraag

Wat past er op de puntjes:

Jupiter et Mars ... sunt
A
punitus
B
puniti
C
punita
D
punitae

Slide 10 - Quizvraag

Een leerling vertaalt 'Remus a Romulo interfectus est' als 'Remus heeft Romulus gedood'.
A
Deze vertaling klopt
B
Deze vertaling klopt niet

Slide 11 - Quizvraag

Vertaal de zin:

Romulus en Remus zijn door hun moeder verlaten.

... naar het Latijn
A
Romulus et Remus a matre reliquerunt.
B
Romulus et Remus a matre relictus est.
C
Romulus et Remus a matre reliqui esse.
D
Romulus et Remus a matre relicti sunt.

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Sleep naar de juiste tijd
Perfectum passief
Plusquam-
perfectum passief
Futurum exactum passief
recta erit
positi erant
inventus est
factae sunt
datum erat
visa erunt

Slide 15 - Sleepvraag

Vertaal 'ik ben gezien' naar het Latijn. (ik = een vrouw)
A
visa sum
B
visa est
C
visa eram
D
visa ero

Slide 16 - Quizvraag

Vertaal 'jij was gestuurd' naar het Latijn. (jij = een man)
A
missus es
B
missus eras
C
missus eris
D
misisti

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Relatieve aansluiting
Als een betrekkelijk voornaamwoord (qui, quae, quod) aan het begin van een hoofdzin staat en dus 2 hoofdzinnen met elkaar verbindt, noem je dat een relatieve aansluiting. 

Relatief omdat een betrekkelijk voornaamwoord in het Latijn een relativum heet. 

Slide 20 - Tekstslide

Betrekkelijke bijzin vs. relatieve aansluiting
Betrekkelijke bijzin:
Aeneas amatus erat a Didone, quae pulchra puella erat.
Aeneas was geliefd door Dido, die een mooie meid was.

Relatieve aansluiting:
Aenaes amatus erat a Didone. Quae pulchra puella erat. 
Aeneas was geliefd door Dido. Zij was een mooie meid.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide