3TL paragraaf 1 en 2 Elektriciteit

1 / 34
volgende
Slide 1: Video
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Leerdoelen
  • Je kunt met een model uitleggen hoe een elektrische stroom rond stroomt in een stroomkring.
  • Je kunt aangeven hoe je een stroommeter moet schakelen om een bepaalde stroom te meten.
  • Je kunt uitleggen dat de stroomsterkte in een serieschakeling op alle plaatsen even groot is.
  • Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met de totale stroomsterkte in een parallelschakeling.
  • Je kunt berekeningen uitvoeren met de verschillende stroomsterktes in een parallelschakeling.

Slide 2 - Tekstslide

Stroomkringen

Slide 3 - Tekstslide

Waar moet een stroomkring aan voldoen wil er een stroom doorheen lopen?

Slide 4 - Open vraag

Wanneer loopt er elektrische stroom ?

Slide 5 - Tekstslide

Schakelschema's
symbool
omschrijving
spanningmeter
spanningsbron
stroommeter
Ledlamp
lamp
schakelaar
weerstand 
draad

Slide 6 - Sleepvraag

Soorten schakelingen
Serieschakeling
Parallelschakeling

Slide 7 - Sleepvraag

Schakelingen

Slide 8 - Tekstslide

U
I
Serieschakeling
Parallelschakeling
U en I in serie- en parallelschakeling 
Overal gelijk
Verdeeld zich
Overal gelijk
Verdeeld zich

Slide 9 - Sleepvraag

Serie- en parallelschakeling:
Serieschakeling:
  • 1 stroomkring
  • 1 lampje uit > alles uit
  • Stroom overal gelijk
Parallelschakeling:
  • meerdere stroomkringen
  • 1 lampje uit > rest blijft aan
  • Stroom wordt verdeeld over de vertakkingen

Slide 10 - Tekstslide

Serie: It = I1 = I2 = I3

Slide 11 - Tekstslide

Parallel: It = I1 + I2 + I3

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

de stroommeter plaats je altijd
A
in serie
B
bij de batterij
C
maakt niet uit
D
parallel

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het symbool voor stroomsterkte
A
A
B
I
C
U
D
S

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Welke stroomsterkte geeft de ampère meter aan?

Slide 17 - Open vraag

Omrekenen van ampere
7,289A.................mA
A
728900mA
B
7289 mA
C
0,7289mA
D
72,89mA

Slide 18 - Quizvraag

Omrekenen van ampere
10mA= ............A
A
1A
B
100A
C
0,010A
D
0,10A

Slide 19 - Quizvraag

De totale stroomsterkte is 6A.
De 3 lampjes zijn gelijk.
Wat is de stroomsterkte door lampje 1?

Slide 20 - Open vraag

De batterij levert een stroomsterkte
van 3A.
Geef voor elk lampje aan wat de
stroomsterkte is.

Slide 21 - Open vraag

1.2 Elektriciteit in huis

Slide 22 - Tekstslide

Huisinstallatie

Slide 23 - Tekstslide

2.2 Elekticiteit in huis

Slide 24 - Tekstslide

Oud
Nieuw

Slide 25 - Tekstslide

Fasedraad
Nuldraad
Schakeldraad
Aardedraad

Slide 26 - Sleepvraag

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Overbelasting
Kortsluiting

Slide 31 - Sleepvraag

Kortsluiting 1

Slide 32 - Tekstslide

Kortsluiting 2

Slide 33 - Tekstslide

Overbelasting

Slide 34 - Tekstslide