3B toets 4 uitleg H4.7 & 4.8

3B toets 4 uitleg H4.7 & 4.8

Pak voor je:

  • Laptop met LessonUp
Leerdoelen

  • Je leert wat een zelfstandig werkwoord is en wat een hulpwerkwoord is. 
  • Je weet wanneer je een trema of een koppelteken moet gebruiken.

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3B toets 4 uitleg H4.7 & 4.8

Pak voor je:

  • Laptop met LessonUp
Leerdoelen

  • Je leert wat een zelfstandig werkwoord is en wat een hulpwerkwoord is. 
  • Je weet wanneer je een trema of een koppelteken moet gebruiken.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden
Ik heb gisteren een boek gelezen.


Zij zal morgen naar school gaan.

We zijn op tijd vertrokken.

Hij moet zijn huiswerk maken.

Jullie kunnen goed zingen.





Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is het onderstreepte werkwoord een zelfstandig werkwoord of een hulpwerkwoord?


Wij zullen straks naar de film gaan.
A
hulpwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is het onderstreepte werkwoord een zelfstandig werkwoord of een hulpwerkwoord?


Ik ben gisteren vroeg opgestaan.
A
hulpwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is het onderstreepte werkwoord een zelfstandig werkwoord of een hulpwerkwoord?


Ik zal morgen naar de markt gaan.
A
hulpwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is het onderstreepte werkwoord een zelfstandig werkwoord of een hulpwerkwoord?


Hij fietst met Liam naar school. 
A
hulpwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
Hij 
heeft
weer
niet
geluisterd.

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tremawoord
Het zijn woorden die je verkeerd uitspreekt als er geen trema op staat. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geen trema
Als er geen letterverwarring mogelijk is, zet je geen trema.

financieel
gekopieerd
begroeiing

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is met een trema
(plaats alleen een woord met trema):
aorta - beinvloeden - dieten

Slide 12 - Open vraag

beïnvloeden, diëten 
Wel of geen trema: tweeennegentig

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

concierge
A
goed
B
fout

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is goed?
A
Ruine
B
Ruïne

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1 logé - 2 l.................

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Maak:
H5.7 Opdr. 1 - 2 - 3 -4  
H5.8 opdr. 1 - 4 - 5 - 6

Klaar:
Leer voor de toets. In Magister heb je een bericht gekregen met een samenvatting en oefenlinkjes. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wij kunnen goed zwemmen.
hww =
zww = 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies