Telefoongesprek

Telefoneren
1 / 11
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Telefoneren

Slide 1 - Woordweb

Slide 2 - Video

Opdracht
Bespreek met je buurman:
  1. Hoe je op de juiste manier de telefoon aanneemt.
  2. Wat je na de begroeting zegt.
  3. Wat je doet als je de klant niet te woord kan staan
  4. Wat handig is om altijd bij de hand te hebben?
  5. Vergelijk je antwoorden met de buurvrouw/man

timer
2:00

Slide 3 - Tekstslide


De telefoon gaat. Je neemt op. Wat zeg je als eerste?
A
Niks, ik wacht tot de ander iets zegt.
B
Ik zeg "Hallo".
C
Ik zeg "hallo" tegen de ander en ik zeg mijn naam.
D
Ik vraag waarom de ander belt

Slide 4 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Je hoeft niet te zeggen waarom je belt als de ander heeft opgenomen.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag


Als ik iemand bel, wie bepaalt dan waar we over praten?
A
Ik bepaal, want ik heb gebeld.
B
Ik wacht tot de ander begint te vertellen.

Slide 6 - Quizvraag


Wie praat er tijdens het gesprek?
A
Alleen ik
B
Alleen de ander
C
We praten allebei tegelijk
D
We praten om de beurt

Slide 7 - Quizvraag

Goed of fout?
Als ik wil stoppen met bellen hang ik gewoon op.
A
goed
B
fout

Slide 8 - Quizvraag

Hoe moet je een telefoongesprek afronden als je wil op hangen?

Slide 9 - Open vraag

Werkwijze

  1. Maak 3 tallen: A: verteller B: luisteraar C: observant
  2. Je zit met je rug tegen elkaar.
  3.  A vertelt wat hij op zijn stage heeft gedaan.
  4. B luistert en stelt vragen.
  5. C luistert naar beide en noteert wat goed is en wat beter kan



Slide 10 - Tekstslide

...en nu helemaal zelf!

  • Lees de rol en speel het telefoongesprek uit!

Slide 11 - Tekstslide