Mijnmuseum

Mijnmuseum
Wanneer?
Woensdag 18 juni 

Hoe laat?
12.50u - 14.20u 
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Mijnmuseum
Wanneer?
Woensdag 18 juni 

Hoe laat?
12.50u - 14.20u 

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je doen?
1. Je luistert naar de informatie.
2. Je schrijft belangrijke woorden op. Je schrijft op wat het woord betekent en tekent het woord. 
3. Begrijp je iets niet? Steek je vinger op. 
4. Beantwoord de vragen. 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
- Ik kan vertellen over de geschiedenis van de mijnen in Limburg. 

Slide 3 - Tekstslide

Belangrijke woorden
de mijn
de steenkool
de mijnbouw
de mijnwerker
de koempel
de schacht 
de mijnsluiting
de crisis
Belangrijke woorden

Slide 4 - Tekstslide

De mijn
Een mijn is een plek onder de grond waar mensen bijvoorbeeld goud of zilver zoeken. 

In Limburg zochten mensen steenkool.

Slide 5 - Tekstslide

De steenkool
Zwarte stenen waarmee je bijvoorbeeld vuur kunt maken. 

Steenkool vind je diep onder de grond. Je krijgt het door mijnbouw.

Slide 6 - Tekstslide

de mijnbouw
Het werk waarmee je steenkool diep onder de grond uithaalt. 

Dit deden de mijnwerkers.

Slide 7 - Tekstslide

de mijnwerker
Iemand die steenkool uit de grond haalt.

Een ander woord voor mijnwerker is koempel.

Slide 8 - Tekstslide

de koempel
Is hetzelfde als mijnwerker.

De koempels gingen met de schacht de mijn in. 

Slide 9 - Tekstslide

de schacht
De schacht is een lift waarmee mijnwerkers diep onder de grond naar de mijn gingen. 

De mijnbouw was erg duur, dus kwam de mijnsluiting

Slide 10 - Tekstslide

de mijnsluiting
De mijnen gingen dicht en de mijnwerkers hadden geen werk meer. 

Toen kwam in Zuid-Limburg een crisis

Slide 11 - Tekstslide

de crisis
De periode na de sluiting van de mijnen waarin het niet goed ging met veel mensen in Zuid-Limburg. 

Slide 12 - Tekstslide

Filmpje
We kijken naar een filmpje over de mijnen.

Schrijf kort op wat je ziet. Je schrijft minimaal 3 dingen op. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Filmpje
Wat hebben jullie gezien? 
Welke woorden zijn daarbij belangrijk? 

Slide 15 - Tekstslide

Geschiedenis van de mijnen
1800 - 1850 > ontdekking van de mijnen.
1850 - 1900 > mijnen werden belangrijk. 
1900 - 1950 > belangrijkste periode voor de mijnen. 
1950 - 1970 > mensen gebruiken minder steenkool.
1974 > sluiting laatste mijn 

Slide 16 - Tekstslide

1900 - 1950
- veel mijnen worden ontdekt. 
- 7 'staatsmijnen'
- 12 'particuliere mijnen'
- Zuid-Limburg is rijk 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Cijfers
- 40.000 mensen werkten voor de mijnen.
- 35.000 mensen werkten indirect voor de mijnen. 
- De diepste schacht was 1100 meter. Hier was het altijd 30 tot 40 graden. 
- De mijngangen in Limburg zijn in totaal 20.000 kilometer lang. 
- Rond 1940 kwam jaarlijks meer dan 1400 miljoen ton steenkool boven de grond. Dat is  14.000.000.000 kilogram per jaar! 

Slide 19 - Tekstslide

Filmpje
In het filmpje vertelt 'koempel' Wim Schoenmaeker hoe het was om in de mijn te werken. 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Wat is een schacht?
A
B
C
D

Slide 22 - Quizvraag

Een mijnwerk is hetzelfde als ...
A
crisis
B
koempel
C
mijnbouw
D
mijngang

Slide 23 - Quizvraag

Wat is steenkool?
A
B
C
D

Slide 24 - Quizvraag

Hoeveel staatsmijnen had Limburg?
A
3
B
5
C
7
D
9

Slide 25 - Quizvraag

En hoeveel particuliere mijnen?
A
10
B
12
C
14
D
16

Slide 26 - Quizvraag

Hoelang zijn de mijngangen onder Limburg ongeveer?
A
1500 kilometer
B
5000 kilometer
C
20.000 kilometer
D
30.000 kilometer

Slide 27 - Quizvraag

Wanneer was de mijnsluiting?
A
1966
B
1970
C
1974
D
1978

Slide 28 - Quizvraag

1965
De premier van Nederland komt naar het theater in Heerlen. 

Hij vertelt dat de mijnen binnen 10 jaar moeten sluiten. 

Slide 29 - Tekstslide

1974
Sluiting van de mijnen. 

Slide 30 - Tekstslide

Na 1974
Limburg wil de mijnen vergeten. 

Alle mijnen en alle fabrieken worden weggehaald. 

Slide 31 - Tekstslide

Na 1974...
- Limburg was rijk door de mijnen.
- De mijnen zijn dicht, dus mensen hadden geen werk. 
- Mensen hadden geen geld. Veel mensen waren arm. 

> door de mijnsluiting kwam een crisis

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Extra
Op school leren wij Nederlands.
In Limburg spreken mensen een dialect, Limburgs. 

In de mijnen hadden mensen een eigen taal met eigen woorden. 6 voorbeelden die je in Limburg nog vaak hoort. 

Slide 34 - Tekstslide

Mijnwoorden
1. koel 
2. sjiecht
3. koempel
4. pungel
5. bottere 
6. poekele 

Slide 35 - Tekstslide

Koel
= hetzelfde als de mijn

Slide 36 - Tekstslide

sjiecht
= de tijd die je moet werken. 
Een docent werkt van 8.30u tot 16.30u. Een mijnwerker had andere tijden. 

Slide 37 - Tekstslide

de koempel
= de mijnwerker

Maar dat weet je nu al! 

Slide 38 - Tekstslide

Pungel
= werktas

Jij brengt je schooltas naar school, de mijnwerker brengt zijn pungel mee naar de mijnen. 

Slide 39 - Tekstslide

Bottere
= boterhammen eten.

Zoals jullie lunch hebben, gingen mijnwerkers 'bottere'. 

Slide 40 - Tekstslide

Poekele
In de mijn werd je vies. Als je klaar was moest je douchen. De mijnwerkers wasten elkaars rug. Dat heet poekele

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video