V4 - T3: BS4 Geslachtschromosomen

basisstof 4: geslachtschromosomen
H4
Thema 3
Genetica
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

basisstof 4: geslachtschromosomen
H4
Thema 3
Genetica

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Je kent het onderscheid tussen autosomen en geslachtschromosomen
Je kunt uitleggen hoe geslachtschromosomen het geslacht bepalen
Je kunt de overervingswetten toepassen op X-chromosomale overervingen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geslachtschromosomen
Thomas Morgan

roodogig vrouwtje x witogig mannetje
--> F1?
--> F2?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geslachtschromosomen
- Chromosomenpaar 1-22 = autosomen
- Chromosomenpaar 23 = geslachts-  chromosomen

Karyotype notatie:
(46,XX) vrouw  
(46,XY) man

Slide 4 - Tekstslide

Op de x chromosomen ligt andere informatie dan op de y chromosomen, daarom is er een andere manier van overerving

Slide 5 - Tekstslide

Eicel van een vrouw bevat altijd een X-chromosoom, een zaadcel van een man bevat een X of een Y chromosoom
--> geslachtschromosoom in de zaadcel is bepalend voor het geslacht 
#genen op X chromosoom > # genen op -chromosoom

Enkele ziekten en afwijkingen die gelinkt zijn aan het X-chromosoom:
- kleurenblindheid
- hemofilie
- spierdystrofie van Duchenne
- deficiëntie
Belangrijk gen op het Y-chromosoom
SRY-gen (sex determing region on Y): regel gen dat andere genen reguleert.
Indien SRY-gen aanwezig --> man, geen SRY --> vrouw

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

X-chromosomale overerving
- Bepaalde eigenschappen liggen in genen op de geslachtschromosomen 
- X-chromosomale genen: genen die alleen op het X-chromosoom voorkomen 
--> chromosomaal gebonden aandoeningen zijn meestal recessief
      --> Dominant: XA
      --> Recessief Xa               

Vrouw: XAXa = heterozygoot (draagster)
        of XAXA/XaXa = homozygoot
Man: XA Y of XaY  (homo/heterozygoot is niet relevant)

Slide 7 - Tekstslide

Eicel van een vrouw bevat altijd een X-chromosoom, een zaadcel van een man bevat een X of een Y chromosoom
--> geslachtschromosoom in de zaadcel is bepalend voor het geslacht 
Omdat er nu verschil zal zijn tussen het AANTAL allelen bij mannen en vrouwen wordt bij X-chromosomale kruisingen een andere notatiewijze gebruikt.

XX voor vrouwen
XY voor mannen

Bij het X-chromosoom wordt vervolgens de allelen in superscript genoteerd. 

Noteer weldegelijk de X en OOK de Y
Dit kan van belang zijn bij het beantwoorden van vraagstukken.
JUIST omdat er verschillen in aantallen/verhoudingen kunnen zijn tussen de geslachten. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herkennen van geslachtsgebondenheid (X-chromosoom)

Mannen hebben maar 1 allel
bij ZONEN komt allel ALTIJD bij moeder vandaan

een allel dat VADERS hebben, hebben zijn DOCHTERS ook altijd.

Als de eigenschap recessief is, geldt het volgende:
- ZIEKE DOCHTER = ZIEKE VADER
- ZIEKE MOEDER = ZIEKE ZOONS

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indien de eigenschap recessief overerft, hebben mannen een grotere kans op de eigenschap/afwijking/ziekte te hebben
Indien de eigenschap dominant overerft, dan hebben vrouwen een grotere kans op de eigenschap/afwijking/ziektet

Slide 14 - Tekstslide

https://www.erfelijkheid.nl/erfelijk/x-gebonden-dominante-overerving
Aandachtspunten X-chromosomale overerving
  • Vrouwen hebben 2 X-chromosomen dus 2 allelen
  • Mannen hebben 1 X-chromosoom dus 1 allel
  • Er is waarschijnlijk een verschil in aantallen  en/of verhoudingen tussen vrouwen en mannen
  • LEES daarom goed wat er van je gevraagd wordt
  • NOTEER ALTIJD de X en de Y en niet alleen de allelen
  • Indien de eigenschap recessief overerft, hebben mannen een grotere kans op de eigenschap/afwijking/ziekte te hebben
  • Indien de eigenschap dominant overerft, dan hebben vrouwen een grotere kans op de eigenschap/afwijking/ziekte

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Extra uitleg bij uitwerken van X-chromomale kruisingen (optioneel)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Kleurenblindheid
Rood-groen kleurenblindheid =                                X-chromosomaal recessief gen 

--> gen aanwezig: man = altijd kleurenblind 
--> gen aanwezig: vrouw = enkel indien homozygoot recessief 

Slide 18 - Tekstslide

Eicel van een vrouw bevat altijd een X-chromosoom, een zaadcel van een man bevat een X of een Y chromosoom
--> geslachtschromosoom in de zaadcel is bepalend voor het geslacht 
Werk uit op papier en upload je uitwerkingen:

Een heterozygote, kleurenziende vrouw heeft kinderen samen met een kleurenblinde man. Deze vorm van kleurenblindheid is geslachtsgebonden en erft recessief over. Upload het kruisingsschema van deze kruising.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bestudeer je kruisingsschema en beantwoord de volgende vraag:

Hoe groot is de kans dat een kind kleurenblind is?
A
0%
B
25%
C
50%
D
100%

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bestudeer je kruisingsschema en beantwoord de volgende vraag:

Hoe groot is de kans dat een dochter kleurenblind is?
A
0%
B
25%
C
50%
D
100%

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bestudeer je kruisingsschema en beantwoord de volgende vraag:

Hoe groot is de kans dat een zoon kleurenblind is?
A
0%
B
25%
C
50%
D
100%

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kleurenblindheid

Slide 23 - Tekstslide

Eicel van een vrouw bevat altijd een X-chromosoom, een zaadcel van een man bevat een X of een Y chromosoom
--> geslachtschromosoom in de zaadcel is bepalend voor het geslacht 
De genen voor de eiwitten in de kegeltjes op het netvlies die het de mens mogelijk maken om onderscheid te maken tussen rood en groen liggen op het X-chromosoom.

Hoeveel allelen van dit gen heeft een vrouw? Noteer alleen een cijfer.

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De genen voor de eiwitten in de kegeltjes op het netvlies die het de mens mogelijk maken om onderscheid te maken tussen rood en groen liggen op het X-chromosoom.

Hoeveel allelen van dit gen heeft een man? Noteer alleen een cijfer.

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hemofilie (bloederziekte)
- X-chromosomale recessieve aandoening 
- bloed kan niet goed stollen 
- bijna uitsluitend bij mannen

Slide 26 - Tekstslide

Eicel van een vrouw bevat altijd een X-chromosoom, een zaadcel van een man bevat een X of een Y chromosoom
--> geslachtschromosoom in de zaadcel is bepalend voor het geslacht 

Slide 27 - Tekstslide

Eicel van een vrouw bevat altijd een X-chromosoom, een zaadcel van een man bevat een X of een Y chromosoom
--> geslachtschromosoom in de zaadcel is bepalend voor het geslacht 
Een X is genoeg - schildpadkat
Gen voor vachtkleur is X-chromosoom gebonden --> tweekleurige kat is dus altijd een vrouwtje!
Vrouwen hebben 2 x-chromosomen --> 1 wordt 'uitgeschakeld' en dus inactief

Slide 28 - Tekstslide

Eicel van een vrouw bevat altijd een X-chromosoom, een zaadcel van een man bevat een X of een Y chromosoom
--> geslachtschromosoom in de zaadcel is bepalend voor het geslacht 
Schildpadkat

Slide 29 - Tekstslide

Eicel van een vrouw bevat altijd een X-chromosoom, een zaadcel van een man bevat een X of een Y chromosoom
--> geslachtschromosoom in de zaadcel is bepalend voor het geslacht 
Upload je uitwerkingen
Hieronder staat een stamboom. De personen die met grijs aangegeven zijn, hebben een
ziekte. De rode personen zijn gezond. De ziekte wordt veroorzaakt door één gen dat X-chromosomaal is. Vrouw 7 is in verwachting van kind 11. De baby blijkt een meisje te zijn. Hoe groot is de kans dat meisje 11 de ziekte heeft?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij Drosophila (fruitvliegjes) komt onder andere het allel ‘vleugels zonder dwarsaders’ voor. Dit allel is X-chromosomaal en recessief. Een vrouwtje met vleugels zonder dwarsaders wordt gekruist met
een mannetje met normale vleugels. De F1-individuen die hieruit ontstaan, worden onderling
gekruist en er ontstaan een F2.
Hoeveel % van de vrouwtjes uit de F2 heeft vleugels zonder dwarsaders?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Je kent het onderscheid tussen autosomen en geslachtschromosomen
Je kunt uitleggen hoe geslachtschromosomen het geslacht bepalen
Je kunt de overervingswetten toepassen op X-chromosomale overervingen

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Maak nu de volgende opgaven op BVJ online:
- Basisstof 4: 44 en 46 t/m 51

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies