Ontleden - differentiatie

Welkom

Zinsontleding
Herhaling en ondersteuning
Nederlands
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Zinsontleding
Herhaling en ondersteuning
Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
  1. Terugblik
  2. Stappenplan doornemen
  3. Drie zinnen individueel ontleden

  4. L

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

  • ken je het stappenplan voor zinsontleding.

  • kun je congruentiefouten (incongruentie) herkennen en verbeteren.


  • weet je hoe een zin in zinsdelen kunt verdelen.


  • kan je een zin in zinsdelen verdelen en de pv, ow, wwg, ng, lv, mv, bwb, bvb en bijstelling.

Slide 3 - Tekstslide

Leerstof
  • Herhaling klas 1: persoonsvorm, zinsdelen, onderwerp, werkwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, bijwoordelijke bepaling. 

  • bijvoeglijke bepaling
  • bijstelling
  • voorzetselvoorwerp
  • Samengestelde zinnen
  • Naamwoordelijk gezegde

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik (en vooruitblik)

  1. Onderstreep de persoonsvorm (PV)
    Getal-, tijd- of vraagproef
  2. Verdeel de zin in zinsdelen
    Verplaatsingsproef toepassen
  3. Vind het werkwoordelijk gezegd (WG)
    Alle werkwoorden in de zin benoemen
  4. Vind het onderwerp (OW)
    Wie/wat + WG? 
  5. Vind het lijdend voorwerp (LV)
    Wie/wat + PV + OW + WG?
  6. Vind meewerkend voorwerp (MV)
    Aan/voor + wie/wat + PV + OW + LV +WG? 
  7. Benoem de bijwoordelijke bepalingen (BWB)

Slide 5 - Tekstslide

Stappenplan
  1. Onderstreep de persoonsvorm.

  2. Verdeel de zin in zinsdelen.

  3. Benoem het onderwerp (ow)
  4. Benoem het gezegde (wg/ng)
  5. Benoem het lijdend voorwerp (lv) 
  6. Benoem het meewerkend voorwerp (mv)
  7. Benoem ieder voorzetselvoorwerp (vzv)
  8. Benoem alle bijwoordelijke bepalingen (bwb)
  9. Benoem alle bijvoeglijke bepalingen (bvb)
  10. Benoem alle bijstellingen (bij.)
De jongen uit de straat / heeft / een nieuwe auto / gekregen / van zijn ouders. 

WG = heeft gekregen (alle werkwoorden, want er is sprake van doen)
OW = de jongen uit de straat (wie/wat heeft gekregen?).
LV = een nieuwe auto (wie/wat heeft de jongen uit de straat gekregen?). 
MV = / (aan/voor wie/wat heeft de jongen uit de straat de auto gekregen?
VZV = van zijn ouders (van is een vast voorzetsel bij krijgen)
BWB = / (geen zinsdelen over voor plaats, tijd, etc.)
BVB = uit de straat bij jongen + nieuwe bij auto
BIJ = /

Slide 6 - Tekstslide

Ontleed de volgende zinnen en stuur een foto van je uitwerking:
1. De musea medewerkers kregen een mooi kerstpakket van de baas.
2. De groep kinderen hebben hun tekening aan de juf van groep 4 getoond.
3. De oude mensen zouden een hoop lawaai in het bejaardentehuis hebben gemaakt.
Een van de zinnen bevat een congruentiefout, verbeter die fout in je antwoord.

Werk volgens het stappenplan.

Slide 7 - Open vraag


De rest van deze les, 
wil ik...
een aantal zinnen met meneer De Vries oefenen in LessonUp.
zelfstandig in LessonUp oefenen.
zelfstandig een aantal oefeningen in mijn boek te maken (huiswerk).
oefenen met een of meerdere specifieke zinsdelen via een van de sites.
mijn fictieboek verder lezen.
nog iets anders (vul de vraag op de volgende slide in).

Slide 8 - Poll

Ontleed de volgende zin
De musea medewerkers kregen een mooi kerstpakket van de baas.

Slide 9 - Open vraag

Ontleed de volgende zin
De groep kinderen hebben hun tekening aan de juf van groep 4 getoond.

Slide 10 - Open vraag

Ontleed de volgende zin
De oude mensen zouden een hoop lawaai in het bejaardentehuis hebben gemaakt.

Slide 11 - Open vraag

Ontleed de volgende zin
Ik heb mijn vrouw beloofd het huis op te ruimen.

Slide 12 - Open vraag

Ontleed de volgende zin
De aanvoerder van het voetbalteam moet zijn vaantje geven aan de aanvoerder van de tegenstander.

Slide 13 - Open vraag

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 14 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 15 - Open vraag