argumentatiestructuren

Lezen
timer
15:00
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lezen
timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Nederlandse taaltest
  • Uitleg argumentatiestructuren
  • Aan de slag met opdrachten
--> toets argumenteren in week 46 !


Doel van de les:
- Je kunt standpunten en argumenten in een argumentatiestructuur plaatsen

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling H2
Houd de regels voor het spellen van werkwoorden zo eenvoudig mogelijk!

  • Tegenwoordige tijd (pv tt) --> Ik-vorm + t




  • Verleden tijd (pv vt en vd) --> 't Kofschip X

Ik loop
Hij/zij/jij loopt
Loop jij?
Ik word
Hij/zij/jij wordt
word jij?

Slide 3 - Tekstslide

https://www.nederlandsetaaltest.nl/
Schrijf je score op

Slide 4 - Tekstslide

Argumentatiestructuren

Slide 5 - Tekstslide

4 basisstructuren
  1. Enkelvoudige argumentatie
  2. Nevenschikkende argumentatie (onafhankelijk)
  3. Nevenschikkende argumentatie (afhankelijk)
  4. Onderschikkende argumentatie

Slide 6 - Tekstslide

Bij enkelvoudige argumentatie onderbouw je je standpunt met één argument.

 HET WAS EEN LEUKE LES 

DE DOCENT WAS IN EEN GOEDE BUI

Slide 7 - Tekstslide

Bij nevenschikkende argumentatie gebruik je meer dan één argument. 
We noemen deze vorm van nevenschikking onafhankelijk, omdat ieder argument los staat van het andere.

Slide 8 - Tekstslide

Bij nevenschikkende argumentatie met afhankelijke argumentatie, kan het ene argument niet zonder het andere argument: ze zijn van elkaar afhankelijk


Jan is ziek. Hij wilde geen avondeten en hij wilde ook niet sporten. 

Slide 9 - Tekstslide

Bij onderschikkende argumentatie ondersteunt een argument een ander argument. Dit wordt dan een subargument.

Slide 10 - Tekstslide

combinatie
Je kunt natuurlijk ook een combinatie hebben van nevenschikkende argumentatie (meerdere argumenten), die ondersteund worden (met onderschikkende/ subargumenten).

Slide 11 - Tekstslide

Welke combinatie is dit?

Slide 12 - Tekstslide

Een onderschikkende argumentatie bestaat altijd maar uit één argument bij het standpunt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

De Dalton is een goede school. De leerlingen kunnen zich goed ontwikkelen.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende afhankelijke argumentatie

Slide 14 - Quizvraag

Hij is geschikt voor deze baan als operateur, want hij heeft al 5 jaar werkervaring. Hij werkte hiervoor immers in dezelfde functie bij een Cinema Opera.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende afhankelijke argumentatie

Slide 15 - Quizvraag

Ik vond de Barbiefilm niet goed; er werd slecht geacteerd en het verhaal was erg voorspelbaar.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende afhankelijke argumentatie

Slide 16 - Quizvraag

Het Isendoorn is voor leerlingen van alle leeftijden een goede school. In de bovenbouw hangt een goede sfeer en in de onderbouw voelt iedereen zich veilig.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende afhankelijke argumentatie

Slide 17 - Quizvraag

Aan de slag met huiswerk
Opdr 1  en 2, blz 67 en 68

Slide 18 - Tekstslide