Ordening

H4. Ordening
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

H4. Ordening

Slide 1 - Tekstslide

4.2 Steeds kleinere groepen
Je kunt organismen indelen door te kijken naar gemeenschappelijke kenmerken.

Je kunt de kenmerken noemen van de cellen van bacteriën, schimmels, planten en dieren.

Slide 2 - Tekstslide

Kenmerk
Een eigenschap waarmee je een organisme kunt onderscheiden van andere organismen

- Celkern
- Bladgroenkorrels
- Celwand

Slide 3 - Tekstslide

Indeling

Slide 4 - Tekstslide

Kenmerken
- Celkern
- Bladgroenkorrels
- Celwand
- Relatieve grootte

Slide 5 - Tekstslide

Steeds kleineren groepen


Slide 6 - Tekstslide

Vertakkingsschema

Slide 7 - Tekstslide

3.2 Overeenkomsten in verwantschap

4 Je kunt soorten en rassen onderscheiden.

5 Je kunt uitleggen dat de indeling van organismen berust op overeenkomst en verwantschap.

Slide 8 - Tekstslide

Dezelfde soort?

Slide 9 - Tekstslide

Variatie binnen een soort

Slide 10 - Tekstslide

Evolutie
Soorten ontstaan, veranderen en verdwijnen


Grondleggen evolutietheorie
Charles Darwin

Slide 11 - Tekstslide

Verwantschap

overeenkomst in DNA en uiterlijk van verschillende organismen

Slide 12 - Tekstslide

3.3 Dieren
6 Je kunt dieren indelen op grond van de kenmerken skelet en symmetrie.


7 Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van zes stammen van het dierenrijk.

Slide 13 - Tekstslide

Symmetrisch
voorwerpen (of dieren) die je in twee gelijke helften kunt verdelen



Niet symmetrisch ->

Slide 14 - Tekstslide

Tweezijdig symmetrisch
Veelzijdig symmetrisch

Slide 15 - Tekstslide

Inwendig skelet

het skelet aan de binnenkant van het lichaam van een dier

Slide 16 - Tekstslide

Uitwendig skelet

het skelet aan de buitenkant van het lichaam van een dier


Pantser

Slide 17 - Tekstslide

Geen skelet
Geen stevige/harde delen.


Slide 18 - Tekstslide

6 stammen dierenrijk

Slide 19 - Tekstslide

3.4 Planten
8 Je kunt planten indelen in acht stammen.


9 Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van vaatplanten en groenwieren.


10 Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van sporenplanten en zaadplanten.

Slide 20 - Tekstslide

Indeling plantenrijk

Slide 21 - Tekstslide

Zaadplanten
Sporenplanten

Slide 22 - Tekstslide

wieren(algen)
Eencellige  wieren
Meercellige wieren


Geen wortels, stengels of bladeren.
Geen bloemen

Slide 23 - Tekstslide