3.3 De stad

Waar denk je aan bij een Zuid-Amerikaanse stad?
1 / 36
volgende
Slide 1: Woordweb
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Waar denk je aan bij een Zuid-Amerikaanse stad?

Slide 1 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Verstedelijking in Zuid-Amerika
                     Welke kenmerken kan je aflezen van de figuur?

  1. Primate cities
  2. Hoge urbanisatiegraad
In bijna elk land in Zuid-Amerika is er één grote stad met daarnaast nog vele kleine steden. Zo’n grote stad is vaak het centrum van de politiek en de economie. Een megastad die veel groter is dan de andere steden in een land, noem je een primate city 
Urbanisatiegraad
in Zuid-Amerika veel mensen in de steden wonen. Met een urbanisatiegraad van 80% . Hoe zit het met urbanisatietempo?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.3  De stad

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zuid-Amerika Continent van steden
Bogotá
Lima
Buenos Aires
São Paulo
Rio de Janeiro
verstedelijkingsgraad 80%

Megasteden (meer dan 10 miljoen inwoners)
Gegevens 2020

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meeste inwoners wonen in middelgrote steden (<500.000)
hier sterke groei door:
  • Ruraal-urbane migratie
  • Sterke natuurlijke groei 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

IIRSA
project voor de verbetering van de verbindingen tussen landen in Zuid-Amerika voor verkeer, energie en telecommunicatie.




 Langs deze ontwikkelingscorridors groeien ook veel steden

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Zuid-Amerikaanse stad
De koloniale stad
1550-1820
  • Steden gebouwd in koloniale tijd door Spanjaarden
  • Schaakbordpatroon
  • Plaza Mayor (centraal plein)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

La Paz - Plaza mayor

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bogotá

Koloniaal centrum
Blokpatroon

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Zuid-Amerikaanse stad
De koloniale stad
1820-1920
1550-1820
Groei van de stad en arme gebieden

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Zuid-Amerikaanse stad
De koloniale stad
1820-1920
1550-1820
1920-1970

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Zuid-Amerikaanse stad
De koloniale stad
1920-1970
  • Snelle urbanisatie
  • Ontstaan sloppenwijken
    (favela's)
  • Ontwikkeling transportassen
    (brede boulevards)
  • Rijken trekken van centrum weg
  • Invasie en succesie
  • Verkrotting

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verkrotting

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verkrotting

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Middelmatige wijk

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Zuid-Amerikaanse stad
De koloniale stad
1920-1970
1970-nu

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Krottenwijken

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slump-upgrading / Slum improvement 
  • Overheid kan niet bouwen voor armen (geld)
  • Project ontwikkelaars verdienen er niet aan

  • Arme mensen bouwen illegaal een krotje
  • Dit wordt pas verder opgewaardeerd als de mensen weten dat ze kunnen blijven.
  • De overheid geeft dus pas NA het bouwen toestemming
  • Gaat dan ook pas infrastructuur regelen (precies verkeerde volgorde)

  • De krotjes worden zo in de loop van jaren voorzien van een upgrade - slump upgrading

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Site and service projecten
1. De overheid regelt een weg, stromend water, riolering en elektriciteit.
2. Bewoners krijgen vertrouwen dat ze mogen blijven.
3. In plaats van goedkoop materiaal gebruiken bewoners nu duurzaam en duurder materiaal.
4. Sloppenwijk verandert in normale stadswijk. 


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke begrippen kan je koppelen aan de vorige foto?

Slide 26 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veel ruimtegebruik door veel laagbouw en weinig regelgeving
(tegenovergestelde = compacte stad beleid)

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet de volgende elementen in de juiste volgorde van 1900-nu (maak de oorzaak-gevolgreeks kloppend)


 
  1. Megasteden
  2. Tekort bestaansmiddelen op het platteland
  3. Ruraal-Urbane migratie
  4. Urbanisatiegraad 41%
  5. Verbetering van het transport en de communicatie
  6. Urbanisatiegraad 10%




6-2-3-4-5-1
4 (rond 1950)

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag
Op basis van de tabel hiernaast kun je concluderen dat het aantal migranten naar Rio de Janeiro is afgenomen.

Goed of fout?

Aandeel van migranten in de stedelijke groei van Rio de Janeiro als % van de totale bevolkingsgroei.

Slide 32 - Tekstslide

2b 
Ook nog Licht je antwoord kort toe.
Nee, dat kun je niet concluderen, want je weet niet wat de absolute groei is van Rio de Janeiro.


Santiago

Slide 33 - Tekstslide

Favela's 
Krottenwijken
Waarom die plek?

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies