2.2.1 Voeding en vertering bij zoogdieren

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Deze les:

Leer je wat voor verschillende eters er zijn en hoe hun gebitten eruit zien

lesdoel

Je kunt bij zoogdieren het verband aangeven tussen de voedselkeuze, de lengte van het darmkanaal en de kenmerken van het gebit

Planteneters/Herbivoren

plooikiezen

Vleeseters/Carnivoren

hoektanden, snijtanden, knipkiezen

Alleseters / Omnivoren

knobbelkiezen,

voortanden en hoektanden

Wie hebben er knobbelkiezen?

1. koeien
2. paarden
3. schapen
4. varkens

Wie heeft het kortste darmkanaal?

1. koe
2. hond
3. mens
4. varken

hoe wordt een alleseter ook wel genoemd?

1. carnivoor
2. herbivoor
3. omnivoor
4. veelvraat

hoelang is het spijsverteringskanaal van een koe?

1. 10 meter
2. 20 meter
3. 30 meter
4. 40 meter

Welke dieren hebben hoektanden?

1. katten en varkens
2. honden en schapen
3. koeien en honden
4. mensen en paarden

hoeveel magen heeft een koe?

1. 1
2. 3
3. 4
4. 6

Wat kan een carnivoor niet goed verteren?

1. cellulose
2. zetmeel
3. eiwitten
4. vetten

opdracht

maak opdracht 46 en 47 (blz.80)