Hoofdstuk 7 Stoffen en Deeltjes, P5 Moleculen en Massapercentages

Leerdoelen
7.5.1 Je kunt beschrijven uit welke deeltjes moleculaire stoffen zijn opgebouwd.
7.5.2 Je kunt de naam en de formule van een moleculaire stof opstellen.
7.5.3 Je kunt uitleggen wat molecuulmassa en atoommassa betekenen en deze berekenen.
7.5.4 Je kunt het massapercentage van een atoomsoort in een verbinding berekenen.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
7.5.1 Je kunt beschrijven uit welke deeltjes moleculaire stoffen zijn opgebouwd.
7.5.2 Je kunt de naam en de formule van een moleculaire stof opstellen.
7.5.3 Je kunt uitleggen wat molecuulmassa en atoommassa betekenen en deze berekenen.
7.5.4 Je kunt het massapercentage van een atoomsoort in een verbinding berekenen.

Slide 1 - Tekstslide

P5.1 Moleculaire stoffen, molecuulmassa en massapercentage 
7.5.1 Je kunt beschrijven uit welke deeltjes moleculaire stoffen zijn opgebouwd.

Suiker heeft als formule:  C6H12O6
Daar zitten geen metalen in. Dus geen positieve ionen en negatieve ionen
Dit soort verbindingen noemt met moleculaire verbindingen.

                                       Er zitten dus geen metalen in.

                 Moleculen zijn stoffen waar geen metaal-ionen in voorkomen !!!!

 
 

Slide 2 - Tekstslide

P5.1 Moleculaire stoffen, molecuulmassa en massapercentage 
7.5.2 Je kunt de naam en de formule van een moleculaire stof opstellen.

Bij moleculen worden vaak voorvoegsels of tussenvoegsel gebruikt. dew nummering

1 = mono
2 = di
3 = tri
4 = tetra                          Deze voor en tussenvoegsel uit je hoofd leren!!!!
5 = penta
6 = hexa

Slide 3 - Tekstslide

P5.1 Moleculaire stoffen, molecuulmassa en massapercentage 
7.5.2 Je kunt de naam en de formule van een moleculaire stof opstellen.

Voorbeelden: 
Koolstof di Oxide:    

Fosfor tri chloride



di waterstof mono oxide

Slide 4 - Tekstslide

P5.1 Moleculaire stoffen, molecuulmassa en massapercentage 
7.5.2 Je kunt de naam en de formule van een moleculaire stof opstellen.

Het voorvoegsel mono wordt meestal weggelaten, het tussenvoegsle mono niet

Koolstof mono oxide


Slide 5 - Tekstslide

P5.1 Moleculaire stoffen, molecuulmassa en massapercentage 
7.5.3 Je kunt uitleggen wat molecuulmassa en atoommassa betekenen en deze berekenen.

Zoals geleerd wordt de massa van de atomen bepaald door de hoeveelheid protonen + de hoeveelheid neutronen.
De hoeveelheid protonen per atoomsoort ligt vast. De hoeveelheid neutronen kan varieren
In het Periodiek Systeem en op tabel 33 van je BINAS kan je aflezen wat de gemiddelde massa is van een atoomsoort. (per atoom)
Bijvoorbeeld: 
C = 12,0 u  (aantal protonen = 6)
Cl = 35,5 u  (aantal protonen = 17)

Slide 6 - Tekstslide

P5.1 Moleculaire stoffen, molecuulmassa en massapercentage 
7.5.3 Je kunt uitleggen wat molecuulmassa en atoommassa betekenen en deze berekenen.

De massa van een molecuul is het totaal van alle atomen bij elkaar opgeteld
Voorbeeld Glucose

C6H12O6
C = 6 x 12,0 u
H = 12 x 1,0 u
O = 6 x 16,0 u
C6H12O6 = 72,0 + 12,0 + 96,0 = 180 u 

Slide 7 - Tekstslide

P5.1 Moleculaire stoffen, molecuulmassa en massapercentage 
7.5.3 Je kunt uitleggen wat molecuulmassa en atoommassa betekenen en deze berekenen.

De massa van een molecuul is het totaal van alle atomen bij elkaar opgeteld
Voorbeeld Fosfortrichloride

PCl3
P = 1 x 31,0 u
Cl = 3 x 35,5 u

PCl3 = 31,0 + 106,5 = 137,5 u

Slide 8 - Tekstslide

P5.1 Moleculaire stoffen, molecuulmassa en massapercentage 
7.5.4 Je kunt het massapercentage van een atoomsoort in een verbinding berekenen.

Massa % = Massa van het gedeelte wat je wilt weten : Massa van het totaal x 100%

Voorbeeld massa percentage zuurstof in glucose
C6H12O6
C = 6 x 12,0 u
H = 12 x 1,0 u
O = 6 x 16,0 u
C6H12O6 = 72,0 + 12,0 + 96,0 = 180 u 

Massa % O in glucose =  110 % x (6 x 16)/180 = 53,3 %

Slide 9 - Tekstslide

P5.1 Moleculaire stoffen, molecuulmassa en massapercentage 
7.5.4 Je kunt het massapercentage van een atoomsoort in een verbinding berekenen.

Massa % = 100 %  x (Massa van het gedeelte wat je wilt weten : Massa van het totaal)

Voorbeeld massa percentage fosfor in fosfortrichloride
PCl3
P = 1 x 31,0 u
Cl = 3 x 35,5 u
PCl3 = 31,0 + 106,5 = 137,5 u

Massa% Fosfor = 100 % x 31,0/137,5 = 22,5 %

Slide 10 - Tekstslide

P5.1 Moleculaire stoffen, molecuulmassa en massapercentage 
7.5.4 Je kunt het massapercentage van een atoomsoort in een verbinding berekenen.

Je kan overigens de u (unit) direct omzetten in g (gram)

PCl3
P = 1 x 31,0 u
Cl = 3 x 35,5 u
PCl3 = 31,0 + 106,5 = 137,5 u

Dit betekend dat 137,5 gram fosfortrichloride 31 gram fosfor bevat

Je kan dit overigens ook op zouten toepassen


Slide 11 - Tekstslide

P5.1  massapercentage 
Je kan dit overigens ook op zouten toepassen
Bepaal het massa % waterstof in soda (Na2CO3 . 10 H2O)
Na = 2 x 23,0 u                     = 46,0 u
C = 1 x 12,0 u                       = 12,0 u
H = (10 x 2=) 20 x 1,0 u        =  20,0 u
O = (3 + (10 x1)) x 16,0 u     =  208,0 u

Na2CO3 . 10 H2O =  286,0 u

M% = 100 % x 20/286 = 7,0 %

Je kan dus ook zeggen dat 286 gram soda, 20 gram waterstof bevat.



Slide 12 - Tekstslide

Opdracht
Bereken de massa van 1 molecuul azijnzuur 

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht
Bereken de massa van 1 molecuul alcohol

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht
Bereken de massa % aan koolstof in alcohol

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht
Bereken de massa % aan koolstof in alcohol

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht
Bereken de massa % aan Zwavel in Kaliumaluminiumsulfaat

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht
Bereken hoeveel koolstof er in 60 gram zuiver methaan (CH4) aanwezig is

Slide 18 - Tekstslide