Verkeer

Verkeer
Welke borden zien we hier?
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Verkeer
Welke borden zien we hier?

Slide 1 - Tekstslide

Welke vormen verkeersborden bestaan er?

Slide 2 - Tekstslide

Wat betekenen de ronde verkeersborden?
A
Waarschuwt voor gevaarlijke situaties
B
Geeft een verplichting of verbod aan
C
Voorrangsborden
D
Het is een uitgang

Slide 3 - Quizvraag

Wat betekenen de vierkant of rechthoekige borden?
A
Geeft algemene informatie
B
Snelheid
C
Waarschuwing
D
Geeft een verplichting of verbod aan

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekenen de verkeersborden met een driehoek met de punt omhoog?
A
Snelheid
B
Stop bord
C
Waarschuwt voor gevaarlijke situaties
D
Algemene informatie

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekenen de verkeersborden met de driehoek met de punt omhoog?
A
Voorrangsborden
B
Stadsborden
C
Snelwegborden
D
Snelheid

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekenen de verkeersborden met de vorm van een achthoek?
A
Geeft een verplichting of verbod aan
B
Waarschuwt voor gevaarlijke situaties
C
Afritborden
D
Verplicht stoppen om voorrang te verlenen

Slide 7 - Quizvraag

De B in "bravo-a" staat voor:
A
Aandrijving
B
Banden
C
Kipnugget
D
Dromedaris

Slide 8 - Quizvraag

De R in "bravo-a" staat voor:
A
Aandrijving
B
Banden
C
Remmen
D
Olie

Slide 9 - Quizvraag

De A in "bravo-a" staat voor:
A
Aandrijving
B
Banden
C
Olie
D
Ventiel

Slide 10 - Quizvraag

De V in "bravo-a" staat voor:
A
Aandrijving
B
Banden
C
Verkeer
D
Verlichting

Slide 11 - Quizvraag

De O in "bravo-a" staat voor:
A
Aandrijving
B
Algemene zaken
C
Olie
D
Remmen

Slide 12 - Quizvraag

De a in "bravo-a" staat voor:
A
Aandrijving
B
Algemene zaken
C
Auto's
D
Alarmlichten

Slide 13 - Quizvraag

Mag je alcohol drinken als je nog moet rijden?
A
Ja, maar er is een grens
B
Nee, geen druppel
C
Ja, zoveel je wil

Slide 14 - Quizvraag

Denk je dat je beter rijdt als je alcohol op hebt?
A
Ja, je gaat jezelf overschatten
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

Hoeveel is de toegestane hoeveelheid alcohol in het bloed maximaal?
A
0.2 promille
B
0.1 promille
C
1 promille
D
0.5 promille

Slide 16 - Quizvraag

Wanneer is deze grens van de toegestane hoeveelheid alcohol bereikt?
A
180 microgram
B
220 microgram
C
10 microgram
D
300 microgram

Slide 17 - Quizvraag

Geldt er bij een beginnende bestuurder dezelfde maximale toegestane hoeveelheid alcohol?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag

Hoeveel promille mag een beginnend bestuurder maximaal drinken?
A
0.2 promille
B
0.5 promille
C
1.8 promille
D
0.4 promille

Slide 19 - Quizvraag

0.2 promille staat gelijk aan hoeveel microgram?
A
77 microgram
B
88 microgram
C
66 microgram
D
99 microgram

Slide 20 - Quizvraag

Wanneer ben je een beginnend bestuurder:
A
Je je eerste rijbewijs voor je 18e verjaardag hebt behaald en dat minder dan 7 jaar geleden is
B
Je je eerste rijbewijs vanaf je 18e hebt behaald en dat minder dan 5 jaar geleden is
C
Altijd vanaf je 17e
D
Tot dat je goed kunt rijden

Slide 21 - Quizvraag

Hoeveel promille per uur breekt het lichaam af?
A
0.1 promille
B
0.2 promille
C
0.3 promille
D
0.4 promille

Slide 22 - Quizvraag

Loop je met medicijnen een verhoogd risico in het verkeer?
A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quizvraag

Met welke kleur sticker op je medicatie mag je niet rijden?
A
Blauw
B
Oranje
C
Groen
D
Geel

Slide 24 - Quizvraag

Bij een alcoholcontrole gebruikt de politie een:
A
Ademtest
B
Bloedtest
C
Speekseltest
D
Rechte lijn test

Slide 25 - Quizvraag

Bij een drugscontrole gebruikt de politie een:
A
Ademtest
B
Bloedtest
C
Speekseltest
D
Ruiktest

Slide 26 - Quizvraag

Ben je verplicht om mee te doen aan de speeksel- en ademtest als de politie dit vraagt?
A
Nee, je mag doorrijden
B
Ja, anders moet je mee naar hotel de blauwe pet
C
Nee, je bent volwassen
D
Nee, je kunt de politie omkopen

Slide 27 - Quizvraag

Mag je onnodig rechts inhalen?
A
Ja, dat mag
B
Nee, dat mag niet

Slide 28 - Quizvraag

Is het handig om abrupt te remmen of te stoppen
A
Ja, heel handig
B
Nee, onhandig

Slide 29 - Quizvraag

Toon je sociaal gedrag wanneer je bejaarden en gehandicapten respecteert?
A
Ja
B
Nee

Slide 30 - Quizvraag

Moet je bij slechte regenachtige omstandigheden meer afstand houden om een fietser te passeren?
A
Ja, dat is wel handig
B
Neehoor, vol gas erlangs

Slide 31 - Quizvraag

Wat houdt besluitvaardig gedrag in?
A
Vol gas rijden en aan niemand denken die er omheen staa
B
Je bent alleen maar op jezelf gericht
C
Dat je niet onnodig voorrang verleent en niet langer wacht dan de situatie vraagt
D
Dat je egoïstisch bent

Slide 32 - Quizvraag

Waarom zijn er verkeersregels gemaakt?
A
Om botsingen te voorkomen
B
Om het veilig te maken voor de mensen
C
Om het verkeer vlot, soepel en vooral veilig te laten verlopen

Slide 33 - Quizvraag

Wat is een uitvaartstoet?
A
Stoet bestaande uit motorvoertuigen, die achter elkaar aanrijden naar de begraafplaats met een herkenningsteken
B
Een groep feestvierende motorvoertuigen

Slide 34 - Quizvraag

Welke kleur vlaggen heeft het eerste voertuig van de militaire collone?
A
Rood
B
Paars
C
Blauw
D
Regenboog

Slide 35 - Quizvraag

Waar moeten ruiters heen als het ruiterpad ontbreekt?
A
Op het fietspad
B
Snelweg
C
Gras
D
De berm of de rijbaan

Slide 36 - Quizvraag

Wat is een bromfiets?
A
Een scooter
B
Voertuig op 2 of 3 wielen met een verbandings- of elektromotor
C
Een voertuig op 4 of 5 wielen met een verbrandings- of elektromotor
D
Een voertuig met 6 of 7 wielen met een verbrandings- of een elektromotor

Slide 37 - Quizvraag

Wat is een busbaan?
A
Waar bus op staat
B
Een losliggende rijbaan
C
Een losliggend voetpad
D
Alleen auto's mogen er op

Slide 38 - Quizvraag

Wat is een busstrook?
A
Een doorgetrokken of onderbroken strepen gemarkeerd gedeelte van de rijbaan
B
Mogen alleen ruiters op
C
Mag je op lopen
D
Geen strepen voor de bus

Slide 39 - Quizvraag

Wat zijn haaientanden?
A
Frietbakjes zonder friet
B
Heb je op je helm zitten
C
Aangebrachte voorrangsdriehoeken
D
Aangebrachte rondjes op de weg

Slide 40 - Quizvraag

Mag je rijden op een verdrijvingsvlak?
A
Ja, dat mag
B
Nee, dat mag niet

Slide 41 - Quizvraag

Mag je aanhangen bij een bromfietser?
A
Nee, mag niet
B
Ja, handig toch

Slide 42 - Quizvraag

Mag je handsfree bellen op de scooter?
A
Ja
B
Nee

Slide 43 - Quizvraag

Waar staat WA (verzekering) voor?
A
Wettelijke aansprakelijkheid
B
Wettelijke afspraken
C
Witte aandrijving
D
Wettelijke afstand

Slide 44 - Quizvraag

Wat dekt de WA-verzekering?
A
Alles, voor jou en de ander
B
De schade die jij bij de ander veroorzaakt hebt
C
De schade die een ander bij jou veroorzaakt heeft
D
Helemaal niets, kost je alleen maar geld

Slide 45 - Quizvraag