Engels woordjes
Host
A
Oogst
B
Baas
C
Presentator
D
Hoostbui
1 / 20
Onderdelen in deze les
Host
A
Oogst
B
Baas
C
Presentator
D
Hoostbui
Slide 1 - Quizvraag
Tease
A
Kies
B
Grap
C
Type
D
Plagen
Slide 2 - Quizvraag
Uncontrollably
A
Onbedaarlijk
B
Ongecontroleerde bei
C
Onbelangrijk
D
Gênant
Slide 3 - Quizvraag
Refrigerator
A
Ijsklontjes machine
B
Koelkast
C
Diepvries
D
Watertap
Slide 4 - Quizvraag
Fake
A
Cake
B
Nep
C
Beek
D
Raar
Slide 5 - Quizvraag
Pretty
A
Mooi
B
Nogal
C
Erg
D
Behoorlijk
Slide 6 - Quizvraag
Bunch
A
Brunch
B
Ochtend/middag eten
C
Brak
D
Groep mensen
Slide 7 - Quizvraag
Founder
A
Oprichter
B
Gevonden
C
Zoeker
D
Poeder
Slide 8 - Quizvraag
You’re welcome
Slide 9 - Woordweb
Stick to
A
Plakken aan
B
Vast zitten aan
C
Stikken in
D
Je houden aan
Slide 10 - Quizvraag
Suspicious
A
Verdacht
B
Doordacht
C
Speciaal
D
Geniaal
Slide 11 - Quizvraag
Useful
A
Waardeloos
B
Nuttig
C
Waardevol
D
Niet nuttig
Slide 12 - Quizvraag
Prank
A
Plank
B
Grap
C
Streek
D
Prakken
Slide 13 - Quizvraag
Tin
A
Tintje
B
Flesje
C
Blikje
D
Win
Slide 14 - Quizvraag
Recommend
Slide 15 - Woordweb
Diet
Slide 16 - Woordweb
Harvest
A
Oogst
B
Verbouwen
C
Kweken
D
Oogsten
Slide 17 - Quizvraag
Moving
A
Verhuizen
B
Huilen
C
Ontroerend
D
Bewegen
Slide 18 - Quizvraag
Legendary
A
Legendarisch
B
Legende
C
Legendarische
D
Legendes
Slide 19 - Quizvraag
Mischief
