Les 1: Inleiding en antibacteriële middelen

 Farmacotherapie p5 Infectieziekten

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
farmacotherapieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

 Farmacotherapie p5 Infectieziekten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  • programma, opbouw lessen p3
  • lesdoelen
  •  inleiding en antibacteriële middelen
  • vooruitblik
  • afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Studentenhandleiding itslearning
file:///C:/Users/mds/Downloads/2018_Studentenhandleiding_AA%20Integrale%20leerlijn_periode%203%20Beestjes_1.0.%20(1).pdf

Verdieping bij Wida-Tip

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mededelingen

  • Elke huiswerkopdracht wordt ingeleverd op it's voor aanvang van de les(geen huiswerk= geen les)
  • actieve deelname in de les 
  • portfolio opdracht; top-100 geneesmiddelen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Je weet welke verschillende bacteriën infectieziekten kunnen veroorzaken
  • Je weet welke geneesmiddelen worden gebruikt bij de behandeling van bacteriële infectieziekten
  • Je weet welke gebruiksadviezen je moet geven bij de verschillende antibacteriële middelen
  • Je kent de belangrijkste begrippen over antibacteriële middelen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leermiddelen
  • farmaceutische patiëntenzorg hoofdstuk 20: 20.1, 20.1.1; 20.1.2
  • farmacotherapie voor apothekersassistente hoofdstuk 21 (21.1; 21.1.1; 21.1.2)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de belangrijkste veroorzakers
van infectieziekten?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Veroorzakers infectieziektes?
  • Bacteriën
  • Schimmels
  • Virussen
  • Protozoa
  • Wormen
  • Luizen
  • Mijten

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bacterie en infecties

Infectie wordt veroorzaakt door het binnendringen van slechte bacteriën.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken bacteriën (1)
  •  Eencellig
  • Celwand
  • Exponentiele groei
  • Altijd aanwezig
  • In weefsel, bloed, urine geen bacteriën aanwezig
  • Niet altijd pathogeen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bacteriën (2)
 Ziekteverwekkend
  • Onttrekken voedingsstoffen
  • Produceren afvalstoffen (toxinen)
  • Pyrogenen (koortsverwekkend)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groepsindeling bacteriën

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groepsindeling bacteriën
  • Subgroepen: stafylokokken, streptokokken, pneumokokken, gonokokken, colibacillen, tyfusbacillen, difteriebacillen en tuberkelbacillen

  • Kleuring (Gram), celwand neemt op (positief) of niet (negatief)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antibacteriële middelen
Indeling antibiotica
  • Smalspectrum
  • Breedspectrum
  • Werkingsgebied (gram- en gram+)
Wat is dat?
Dit is medicatie die werkzaam is tegen een bacterie

Toedieningsvormen
Lokaal, oraal, parenteraal
Toepassingen
Tegen infectieziekten en preventie van infecties (bv na operatie)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkingsmechanisme

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevoeligheid
  • Kweek voor gevoeligheidsbepaling. Waarom?
  • Vaak blind (door huisarts)
  • Resistentie
  • Kruisresistentie

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:17
Wat houdt antibiotica resistentie in en wat betekent het voor de patiënt?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Resistentie
Als een bacterie ongevoelig is voor een antibacterieel middel.
  • Natuurlijk
  • Verworven

Slide 21 - Tekstslide

natuurlijk: vanaf het begin ongevoelig
verworven: bacterie wordt na verloop van tijd ongevoelig doordat de bacterie gewend is geraakt aan het middel
dit kan als het middel te laag wordt gedoseerd of niet lang genoeg wordt gebruikt (kuur wordt niet afgemaakt)
Resistentie wordt veroorzaakt door
A
te lage dosering van het antibioticum
B
door het vroegtijdig stoppen met de antibioticakuur
C
door te hoge dosering van het antibioticum
D
door de kuur af te aken

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Antibacteriële middelen-lijst
Chemische groepen: (o.a.)
  • Penicillines
  • Cefalosporines
  • Macroliden
  • Tetracyclines
  • Chinolonen
  • Aminoglycosiden

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebruiksintructies algemeen
  • Juiste inname momenten: 
  • Wijze van inname
  • Gebruik eerste dag en daarna
  •  Duur van de kuur
  • (kinderdoseringen narekenen)
timer
10:00

Slide 24 - Tekstslide

eerst zwakste
dan sterkste
sterkste blijven over> gaan zich vermenigvuldigen en infectie in ernstigere vorm terugkomen

Inzicht gebruiksinstructie
wat 
Verdiepen in gebruiksinstructie antibiotica
Tijd 
10 min
hoe
in tweetallen
hulp
apotheek.nl of ui-online
uitkomst
Inzicht in de belangrijkste gebruikersadviezen voor de verschillende antibiotica
klaar
klassikaal bespreken

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebruiksintructies-innametijden/dosering
  • Goede bloedspiegel

vraag: wat als iemand antibiotica in de middag komt halen? Wat adviseer je dan over het gebruik als iemand 3 keer per dag moet slikken. Wat is je advies?

Slide 26 - Tekstslide

goede spiegel: verspreid over de dag innemen


soms op lege maag ivm complexvorming of aantasting door het maagzuur
Bijwerkingen algemeen

  • Overgevoeligheid (kruisgevoeligheid) --> rol apotheek?
  • Diarree (breedspectrum)
  • superinfectie door schimmel

Slide 27 - Tekstslide

overgevoeligheid: sensibilisatie als je in aanraking komt met kleine hh geneesmiddel. zowel oraal, parenteraal maar vooral lokaal. Als iemand overgevoelig is voor een antibacterieel middel, is hij dat meestal voor alle antibacteriële middelen uit die groep. We noemen dat verschijnsel kruisovergevoeligheid.

superinfectie: verstoring evenwicht Deze ongevoelige micro-organismen (bijvoorbeeld schimmels of gisten) kunnen gaan groeien omdat de normale concurrentie wegvalt,
Wat hebben jullie onthouden?
wat 
Kruiswoordpuzzel maken
Tijd 
10 min
hoe
individueel of in tweetallen
hulp
geen hulpmiddelen
uitkomst
Herhalen van de belangrijkste begrippen/geneesmiddelen van deze les
klaar
Je kent de belangrijkste begrippen/geneesmiddelen van deze les

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vooruitblik

Voorbereiding les 2
  • Zie it's learning
Onderwerpen:
  • Verdiepen in de antibacteriële middelen

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. wat is prettig vond was...
2. Bij de volgende les zou ik graag..

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

00:15
Zijn alle bacteriën schadelijk?
A
Ja
B
Nee

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Penicillines
  • Bactericide
  • Smal en breed
  • Weinig bijwerkingen
  • (Allergische) huidreacties
  • Overgevoeligheid
  • Diarree -> ernstig?
  • Amoxicilline (+clavulaanzuur), feneticilline, fenoxymethylpenicilline, flucloxacilline, benzylpenicilline

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Penicillines
geneesmiddel 
specialite
smal/breed spectrum
Indicatie
amoxiciline
-
smal
divers
amoxicilline/clavulaanzuur
augmentin
breed
Flucloxacilline
Floxapen
smal
Infectie door stafylokokken

Slide 33 - Tekstslide

amoxicilline: diverse infecties, bijvoorbeeld: oor, huid, blaas, luchtwegen

Penicillines
geneesmiddel 
spécialité
smal/breed spectrum
Indicatie
Feneticiline
Broxil
smal
faryngotonsillitis
fenoxymethylpeniciline
aci-pen
smal
infecties

Slide 34 - Tekstslide

amoxicilline: diverse infecties, bijvoorbeeld: oor, huid, blaas, luchtwegen

Bijwerkingen van antibiotica kunnen zijn
A
Braken
B
Diarree

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de bijwerkingen van antibiotica?
A
allergische reactie en ziekenhuisopname
B
trombose, misselijkheid en diarree
C
misselijkheid, diarree en vernietigen goede darm bacteriën
D
misselijkheid, maagbloeding en obstipatie

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Antibiotica doodt alleen de slechte bacteriën
A
ja
B
nee

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies