Medicatie Injecteren

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis activeren?!
  • Als het goed is ben je ingelezen om het practicum te kunnen oefenen 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar prik je met I.M. injecteren?
A
ader
B
bot
C
huid
D
spier

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar gebruik je dit schema voor?
A
Intramusculair injecteren
B
subcutaan injecteren
C
een katheterzak
D
Intraveneus injecteren

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij subcutaan injecteren, dan injecteer je ...
A
In de spier
B
in de huid
C
in een ader
D
In het onderhuids bindweefsel

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke plaatsen mag je intramusculair injecteren?
A
buik, bovenbeen en bil
B
bovenarm, bil en brede rugspier
C
bovenarm, bilspier, bovenbeen
D
bovenarm, bilspier, bovenbeen en kuitspier

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke injectie kan je in een hoek van 45 én 90 graden injecteren
A
intramusculair
B
subcutaan
C
intraveneuze
D
insuline injecteren

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke spier is niet geschikt voor het injecteren van grotere hoeveelheden medicijn?
A
Bovenarmspier
B
Bovenbeenspier
C
Bilspier

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voordat je s.c. of I.m. gaat injecteren desinfecteer je altijd de huid
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Na injecteren dien je de plaats voor minstens 10 seconden te masseren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is aspireren bij een injectie plaatsen?
A
Ontluchten van de spuit
B
Lucht opzuigen om het medicijn te oxideren
C
Terugtrekken van de spuit om te kijken of je een bloedvat hebt aangeprikt
D
Het langzaam inspuiten van het medicijn

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer aspireer je?
A
Altijd, overal kan per ongeluk een bloedvat worden aangeprikt
B
Nooit, dit is een verouderde handelingswijze
C
Enkel bij de bovenarmspier aspireer je
D
Enkel bij de bilspier aspireer je

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste snelheid om aan te houden bij injecteren?
A
10 sec/mL
B
5 sec/mL
C
15 sec/mL
D
Afhankelijk van het medicijn

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij I.m. injecteren pak je de spier beet.
A
Juist
B
Onjuist
C
Alleen bij magere cliënten
D
Alleen bij obese cliënten

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er als je een bobbeltje ziet ontstaan bij een subcutane injectie?
A
Dan is er nog niets aan de hand, het medicijn moet nog worden opgenomen
B
Dan is het medicijn te oppervlakkig ingespoten
C
Dan heeft iemand een allergische reactie

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem minimaal vijf stappen die je neemt om de kans op nadelige gevolgen bij het toedienen van medicijnen per injectie zo veel mogelijk te verkleinen.

Slide 16 - Open vraag

- juiste lengte van de naald
- juiste techniek
- niet een te grote hoeveelheid tegelijk injecteren
- juiste toedieningsplaats
- juiste hoeveelheid
- juiste voorbereiding
- juiste dosering
- kennis hebben over de bijwerkingen van medicijnen
- kennis hebben over de medische achtergrond van de zorgvrager
- kennis hebben over de indicatie van de injectie
- juiste voorlichting geven
Wat is lipohypertrofie?

Slide 17 - Open vraag

Het ontstaan van onderhuids littekenweefsel door frequent op dezelfde plaats injecteren met insuline
Hoe kun je het beste insuline injecteren bij een heel magere cliënt? Waarom?

Slide 18 - Open vraag

Je kan het best schuin en/of met huidplooi injecteren als iemand weinig onderhuids vetweefsel heeft. Bij de loodrechttechniek bestaat de kans dat je in een spier injecteert.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar is het niet raadzaam om subcutaan te injecteren?
A
in de buik
B
in de bovenarm
C
in de onderarm
D
in het been

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn contra-indicaties om op een plek te injecteren?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarvoor dient de rangeertechniek bij het i.m. injecteren?
A
niet lekken van bloed
B
minder beschadiging aan huid
C
niet terugvloeien medicatie
D
rangeertechniek gebruik je bij s.c. injectie

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Practicum
En nu gaan oefenen!

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies