hulp van de juf
oefening 3:
- Onderstreep het onderwerp in de zin 1 keer met een lat en een potlood
- Onderstreep de persoonsvorm in de zin 2 keer met een lat en een potlood
- schrijf de infinitief van de pv in de zin: van welk werkwoord is de persoonsvorm afkomstig?
- schrijf de persoonsvorm in de zin in de verleden tijd, gebruik het werkwoordschema!
Het onderwerp blijft hetzelfde als je van t.t naar v.t. gaat en omgekeerd
bv: Hij loopt in het park -> loopt = pv in t.t.
Hij liep in het park -> liep = pv in v.t.
oefening 4:
brengen tot bedenken = werkwoorden met klankverandering (= sterke ww)
gebruiken tot dromen = werkwoorden zonder klankverandering (=zwakke ww)