taal Kijker 6 Les 3: werkwoorden in de tegenwoordige tijd en de verleden tijd

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

taalwijs : werkwoorden in de tegenwoordige tijd (t.t.) en in de verleden tijd (v.t.) 
 verleden tijd = nieuw

lesverloop 
  • uitleg onderwerp en persoonsvorm (= pv)
  • uitleg werkwoorden in t.t. en v.t.
  • filmpje Xnap da
  • werkboek oplossen
  • werkboek verbeteren
  • hulp van de juf 
  • foto als bewijs

Slide 2 - Tekstslide

uitleg onderwerp en persoonsvorm
een zin bestaat uit: onderwerp, persoonsvorm en rest van de zin
2 belangrijkste zinsdelen = onderwerp + persoonsvorm
bv: Juf Lotje kookt.
onderwerp = juf Lotje
persoonsvorm = kookt

bv: Juf Lotje kookt.  => je weet voldoende

Je kan zinsdelen toevoegen voor meer info
bv: Juf Lotje kookt spaghetti. => we meten meer over wat juf Lotje kookt

Slide 3 - Tekstslide

uitleg onderwerp en persoonsvorm
onderwerp en persoonsvorm = beste maatjes

onderwerp bepaalt de vorm van de persoonsvorm
als onderwerp verandert, verandert persoonsvorm ook
bv: 
Juf Lotje kookt spaghetti.
De leerlingen koken spaghetti.
=> als onderwerp verandert: 
Juf Lotje (enkelvoud)-> De leerlingen (meervoud)
=> persoonsvorm verandert ook: 
kookt (enkelvoud) -> koken (meervoud)

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Welk werkwoord is een zwak werkwoord?
A
ruziën
B
lopen
C
bewegen
D
zitten

Slide 10 - Quizvraag

Welke werkwoorden veranderen van klank?
A
rode werkwoorden
B
zwakke werkwoorden
C
sterke werkwoorden
D
alle werkwoorden

Slide 11 - Quizvraag

wat heb je nodig?
  • werkboek taal Kijker 6 Les 3 p. 7-8    oefening 1-4
  • werkwoordschema
  • lat +potlood
  • paars mapje: hulpkaartje onderwerp en persoonsvorm

Slide 12 - Tekstslide



1. Los de vragen 1 tot en met 4 op in je werkboek van taal p.7-8
  • gebruik de slides als hulp 
  • gebruik je werkwoordschema als hulp
  • bekijk het filmpje nog eens van Xnapda als hulp

4. Verbeter de vragen 1-4 met de verbetersleutel in het groen
-> is jouw antwoord fout, trek er dan een streep door en schrijf het juiste antwoord erbij en/of duid het juiste antwoord aan in groen

Slide 13 - Tekstslide

hulp van de juf  
oefening 1: 
- zoek eerst het onderwerp in je zin, gebruik hiervoor het hulpkaartje in jouw paars mapje
- neem dan je werkwoordschema erbij en pas het schema toe

oefening 2:
- Staat de zin in het meervoud of enkelvoud? Kijk naar de pv in de zin

-> de zin staat in het enkelvoud: stam of stam + t? 
Kies een passend onderwerp + gebruik je werkwoordschema

-> de zin staat in het meervoud.: Kies een passend onderwerp in het meervoud

Slide 14 - Tekstslide

hulp van de juf  
oefening 3: 
- Onderstreep het onderwerp in de zin 1 keer met een lat en een potlood
- Onderstreep de persoonsvorm in de zin 2 keer met een lat en een potlood
- schrijf de infinitief van de pv in de zin:  van welk werkwoord is de persoonsvorm afkomstig?
- schrijf de persoonsvorm in de zin in de verleden tijd, gebruik het werkwoordschema!

              Het onderwerp blijft hetzelfde als je van t.t naar v.t. gaat en omgekeerd
bv: Hij loopt in het park -> loopt = pv in t.t. 
      Hij liep in het park -> liep = pv in v.t.

oefening 4:
brengen tot bedenken = werkwoorden met klankverandering (= sterke ww)
gebruiken tot dromen = werkwoorden zonder klankverandering (=zwakke ww)

Slide 15 - Tekstslide

Laad hieronder een foto van pagina 7 en 8 op (ingevuld + verbeterd)

Slide 16 - Open vraag