Spelling oefenen grammatica blok 2.1
Na zijn twintigste verjaardag was hij zeer zelfverzekerd van zichzelf geworden.
Wat is het zelfstandig naamwoord in deze zin?
Wat is het zelfstandig naamwoord in deze zin?
1 / 20
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Na zijn twintigste verjaardag was hij zeer zelfverzekerd van zichzelf geworden.
Wat is het zelfstandig naamwoord in deze zin?
Wat is het zelfstandig naamwoord in deze zin?
Slide 1 - Open vraag
Na zijn twintigste verjaardag was hij zeer zelfverzekerd van zichzelf geworden.
Wat is het rangtelwoord in deze zin?
Wat is het rangtelwoord in deze zin?
Slide 2 - Open vraag
Na zijn twintigste verjaardag was hij zeer zelfverzekerd van zichzelf geworden.
Wat is het hulpwerkwoord in deze zin?
Wat is het hulpwerkwoord in deze zin?
Slide 3 - Open vraag
Na zijn twintigste verjaardag was hij zeer zelfverzekerd van zichzelf geworden.
Wat is het voltooid deelwoord in deze zin?
Wat is het voltooid deelwoord in deze zin?
Slide 4 - Open vraag
Hij heeft voor de derde keer dit prachtige werkstuk gemaakt.
Wat is het zelfstandig naamwoord in deze zin?
Wat is het zelfstandig naamwoord in deze zin?
Slide 5 - Open vraag
Hij heeft voor de derde keer dit prachtige werkstuk gemaakt.
Wat is het rangtelwoord in deze zin?
Wat is het rangtelwoord in deze zin?
Slide 6 - Open vraag
Hij heeft voor de derde keer dit prachtige werkstuk gemaakt.
Wat is het hulpwerkwoord in deze zin?
Wat is het hulpwerkwoord in deze zin?
Slide 7 - Open vraag
Hij heeft voor de derde keer dit prachtige werkstuk gemaakt.
Wat is het voltooid deelwoord in deze zin?
Wat is het voltooid deelwoord in deze zin?
Slide 8 - Open vraag
Hij is op de tiende positie geëindigd.
Wat is het zelfstandig naamwoord in deze zin?
Wat is het zelfstandig naamwoord in deze zin?
Slide 9 - Open vraag
Hij is op de tiende positie geëindigd.
Wat is het rangtelwoord in deze zin?
Wat is het rangtelwoord in deze zin?
Slide 10 - Open vraag
Hij is op de tiende positie geëindigd.
Wat is het hulpwerkwoord in deze zin?
Wat is het hulpwerkwoord in deze zin?
Slide 11 - Open vraag
Hij is op de tiende positie geëindigd.
Wat is het voltooid deelwoord in deze zin?
Wat is het voltooid deelwoord in deze zin?
Slide 12 - Open vraag
Hij is voor de tweede keer door het ijs gezakt.
Wat is het zelfstandig naamwoord in deze zin?
Wat is het zelfstandig naamwoord in deze zin?
Slide 13 - Open vraag
Hij is voor de tweede keer door het ijs gezakt.
Wat is het rangtelwoord in deze zin?
Wat is het rangtelwoord in deze zin?
Slide 14 - Open vraag
Hij is voor de tweede keer door het ijs gezakt.
Wat is het hulpwerkwoord in deze zin?
Wat is het hulpwerkwoord in deze zin?
Slide 15 - Open vraag
Hij is voor de tweede keer door het ijs gezakt.
Wat is het voltooid deelwoord in deze zin?
Wat is het voltooid deelwoord in deze zin?
Slide 16 - Open vraag
Vandaag heeft hij zijn vijftigste verjaardag gevierd.
Wat is het zelfstandig naamwoord in deze zin?
Wat is het zelfstandig naamwoord in deze zin?
Slide 17 - Open vraag
Vandaag heeft hij zijn vijftigste verjaardag gevierd.
Wat is het rangtelwoord in deze zin?
Wat is het rangtelwoord in deze zin?
Slide 18 - Open vraag
Vandaag heeft hij zijn vijftigste verjaardag gevierd.
Wat is het hulpwerkwoord in deze zin?
Wat is het hulpwerkwoord in deze zin?
Slide 19 - Open vraag
Vandaag heeft hij zijn vijftigste verjaardag gevierd.
Wat is het voltooid deelwoord in deze zin?
Wat is het voltooid deelwoord in deze zin?
