5. Je kunt uitleggen wat islamisme inhoudt en kunt vertellen wat de koran en de hadith zeggen over de jihad en in hoeverre historische en politieke overwegignen jihadisme aanwakkeren.
6. Je kunt uitleggen wat onder de begrippen ayatollah, dar al harb, dar al islaam, fatwa, fitrah, jahiliyya, kalief, kalifaat, moeftie, oelema, oemma en tawid wordt verstaan en ze gebruiken om de islamitische visies op regeren te duiden.
7. Je kunt uitleggen welke visies de belangrijkste islamitische stromingen hebben op belangrijke politieke vraagstukken.
8. Je kunt met argumenten onderbouwen of de islam een uitgesproken voorkeur heeft voor een bepaalde regeringsvorm en of de islam een gevaar is voor wereldvrede en democratie.