Spreekwoorden

Spreekwoorden &
gezegdes
T
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Spreekwoorden &
gezegdes
T

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel


  • Je leert dat er verschillende spreekwoorden, gezegden en uitdrukkingen zijn in de Nederlandse taal.
  • Je leert de betekenis  van de verschillende spreekwoorden, gezegden en uitdrukkingen.
  • Je leert het verschil tussen letterlijk en figuurlijk


Slide 2 - Tekstslide

Naast zijn ______ lopen.
A
schoenen
B
vriendin
C
fiets
D
geweten

Slide 3 - Quizvraag

Oost West, thuis ___
A
rust
B
komen
C
best
D
West

Slide 4 - Quizvraag

Op een ___ bijten.
A
stokje
B
planke
C
steentje
D
houtje

Slide 5 - Quizvraag

Water naar de ___ dragen.
A
haven
B
zee
C
mensen
D
zandbak

Slide 6 - Quizvraag

Geen ___ meer kunnen zeggen.
A
poffertje
B
pap
C
brood
D
yoghurt

Slide 7 - Quizvraag

Het ____ woord hebben.
A
mooiste
B
hardste
C
laagste
D
hoogste

Slide 8 - Quizvraag

Als ___ broodjes over
de toonbank gaan.
A
dure
B
zoete
C
oude
D
lekkere

Slide 9 - Quizvraag

De baard in de ___ hebben.
A
keel
B
kneep
C
krullers
D
hals

Slide 10 - Quizvraag

___ bij de vis.
A
water
B
boter
C
verhaal
D
vlees

Slide 11 - Quizvraag

Boter bij de vis
Boter bij de vis is een gezegde en betekent dat iemand bij de levering van een product, direct moet betalen. Men moet dus direct betalen of doorpakken en niet wachten. Het gezegde komt oorspronkelijk uit de keuken. Om een vis klaar te maken, moet er boter bijgevoegd worden.

Slide 12 - Tekstslide

Het oog is groter dan de ___
A
bril
B
neus
C
maag
D
waarheid

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Video

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

De appel valt niet ver van de boom. 
Het spreekwoord geeft aan dat kinderen qua gedrag en karaktertrekken veel van hun ouders hebben. Stel dat een van de ouders van een persoon een strafblad heeft. Wanneer dat kind een bank overvalt, zullen mensen zeggen: "De appel valt niet ver van de boom". Ze bedoelen dus dat het te verwachten was dat het kind ook op het criminele pad terecht zou komen, omdat kinderen qua gedrag en karakter altijd op hun ouders zullen lijken. Natuurlijk kan dit ook op een positieve manier gezegd worden. Wanneer een kind, net als zijn ouders, heel intelligent blijkt, is het spreekwoord bijvoorbeeld ook van toepassing.

Slide 17 - Tekstslide

De bloemetjes buiten zetten.

Slide 18 - Tekstslide

Spreekwoorden
De hond in de pot vinden

Dit betekent niet echt, dat er een hond in de pot zit. Dit betekent, je bent te laat voor het eten en alles is op

Slide 19 - Tekstslide

Zoek minimaal 3 spreekwoorden of gezegden.

Slide 20 - Tekstslide

Kies er een eentje uit en leg uit wat het betekent.









*Na veel vijven en zessen betekent dat je veel bezwaren hebt

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

Slide 23 - Tekstslide

Welke spreekwoorden heb je gevonden?
schrijf je op een blaadje of op jouw tablet (goed bewaren).


timer
10:00

Slide 24 - Tekstslide

Welke spreekwoorden heb je gevonden?

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

Eindopdracht formatief
Op de volgende slide staan 10 zinnen. Zoek in elke alinea een spreekwoord of gezegde. Ik heb de eerste voorgedaan. Je mag samenwerken. Let op: inleveren in Teams!

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide