Stroomkring? Les 2

Stroomkring 
    UITLEG
timer
2:00
  • Jas om de stoel 
  • Telefoon in je tas
  • Schrift, pen op tafel
  • Laptop op tafel
  • Rustig wachten tot de docent begint.
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Stroomkring 
    UITLEG
timer
2:00
  • Jas om de stoel 
  • Telefoon in je tas
  • Schrift, pen op tafel
  • Laptop op tafel
  • Rustig wachten tot de docent begint.

Slide 1 - Tekstslide

Pictogrammen
D-toets
Aantekening in je schrift
1
Filmpje kijken
Extra uitleg
Opdracht of berekening in je schrift
Linkje
Opdracht op je learnbeat

Slide 2 - Tekstslide

Check in
  • Wat heb jij al doel voor vandaag, wat je heel blij maakt. 

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kan benoemen wat een stroomkring is.
  • Je kan beschrijven wat stroomsterkte is.
  • Je kan een schakelschema tekenen.
  • Je kan de stroomsterkte meten met behulp van een amperemeter.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Voltmeter - herhaling

Slide 6 - Tekstslide

Spanning herhaling
1
2
3
4
5

Slide 7 - Tekstslide

Voltmeter herhaling
1
2
3

Slide 8 - Tekstslide

Spanning Herhaling
1
2
3

Slide 9 - Tekstslide

Opbouw stof - moleculen
1

Slide 10 - Tekstslide

Opbouw atoom
1

Slide 11 - Tekstslide

Elektronenbeweging
1
2

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Stroomsterkte
1
2
3
4

Slide 14 - Tekstslide

Stroomsterkte
1
2
3
4
5

Slide 15 - Tekstslide

Elektriciteit
1
2
3

Slide 16 - Tekstslide

Geleiders
1
2

Slide 17 - Tekstslide

Geleider
1
2

Slide 18 - Tekstslide

Isolatoren
1
2

Slide 19 - Tekstslide

Isolator
1
2

Slide 20 - Tekstslide

Ampèremeter
1
2

Slide 21 - Tekstslide

Schakelaar
1
2
3

Slide 22 - Tekstslide

Stroomkring
Een stroomkring bestaat minimaal uit een spanningsbron, een elektrisch apparaat en aansluitdraden. De meeste aansluitdraden zijn van koper, meestal met ander materiaal eromheen. Als je de stroomkring onderbreekt, werkt het apparaat niet meer; het dan is uitgeschakeld. Dat kan met een schakelaar in de stroomkring. Je kunt de stroomkring vóór en ná het apparaat onderbreken.

Slide 23 - Tekstslide

Schakelaar
1
2
3

Slide 24 - Tekstslide

Schakelaar
  • De symbolen verbind je met rechte lijnen. 
  • Deze rechte lijnen maak je  met een geodriehoek. 
  • Schakelschemas teken je
    met een potlood.

Slide 25 - Tekstslide

Symbolen

Slide 26 - Tekstslide

De elektrische stroom gaat altijd van de spanningsbron naar het apparaat.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quizvraag

In de afvoerdraad is de stroom even groot als in de aanvoerdraad.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Een lampje gaat pas branden als er elektronen door gaan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Door een isolator kunnen geen elektronen vloeien.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quizvraag

In een afvoerdraad werkt een schakelaar niet, want de elektronen zijn al door het apparaat gegaan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Sleep de foto's naar het juiste vak
Isolator
Geleider

Slide 32 - Sleepvraag

Schema tekenen
1
2
3

Slide 33 - Tekstslide

Schakeling - schema
1

Slide 34 - Tekstslide

Opdracht 

Slide 35 - Tekstslide

Uitwerking opdracht 
1

Slide 36 - Tekstslide

Learnbeat

Maken en nakijken: Paragraaf 1.1 onderdeel B: stroomkring



Slide 37 - Tekstslide