paragraaf 1.1 t/m 1.3
1 / 29
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Ruimtefiguren
bol
cilinder
kegel
piramide
balk
kubus
Slide 3 - Sleepvraag
Hoeveel platte vlakken heeft een cilinder?
A
0
B
1
C
2
D
3
Slide 4 - Quizvraag
Hoeveel gebogen vlakken heeft een kegel?
A
0
B
1
C
2
D
3
Slide 5 - Quizvraag
Hoeveel platte vlakken heeft een bol?
A
0
B
1
C
2
D
3
Slide 6 - Quizvraag
De rand tussen twee platte vlakken heet een .......
Slide 7 - Open vraag
Hoe heet het punt waarop ribben bij elkaar komen?
Slide 8 - Open vraag
Hoeveel hoekpunten
heeft deze piramide?
heeft deze piramide?
A
1
B
3
C
5
D
7
Slide 9 - Quizvraag
Is dit een prisma?
A
ja
B
nee
Slide 10 - Quizvraag
Hoeveel hoekpunten
heeft deze kegel?
heeft deze kegel?
A
1
B
3
C
ontelbaar
D
0
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Woordweb
Wat is de naam van
de groene ribbe?
de groene ribbe?
Slide 13 - Open vraag
Wat is de naam van
het bovenvlak?
het bovenvlak?
Slide 14 - Open vraag
Dit is een
bouwplaat.
bouwplaat.
A
waar
B
niet waar
Slide 15 - Quizvraag
Een kubus heet ABCD EFGH.
Wat is de naam van het grondvlak?
Wat is de naam van het grondvlak?
Slide 16 - Open vraag
Hoeveel vlakken heeft een balk?
A
2
B
4
C
6
D
8
Slide 17 - Quizvraag
Hoeveel hoeken heeft een rechthoek?
A
2
B
4
C
6
D
8
Slide 18 - Quizvraag
Wat is de naam van het
rechter zijvlak van deze balk?
rechter zijvlak van deze balk?
Slide 19 - Open vraag
Hoeveel vlakken heeft een balk?
A
2
B
4
C
6
D
8
Slide 20 - Quizvraag
De hoeken van een vierkant zijn recht.
A
waar
B
niet waar
Slide 21 - Quizvraag
Van een balk zijn de zes vlakken allemaal even groot.
A
waar
B
niet waar
Slide 22 - Quizvraag
Hoeveel vlakken heeft een balk?
A
4
B
6
C
8
D
10
Slide 23 - Quizvraag
Wat is waar?
A
de voor- en zijkant zijn even groot
B
alle hoeken zijn niet recht
C
een balk heeft 12 ribben
D
een balk heeft 6 hoeken
Slide 24 - Quizvraag
Een balk heeft 8 vlakken
A
Waar
B
Niet waar
Slide 25 - Quizvraag
Een balk bestaat uit 6 rechthoeken
A
waar
B
niet waar
Slide 26 - Quizvraag
Van een balk zijn alle zijden even groot
A
Waar
B
Niet waar
Slide 27 - Quizvraag
De zijden die tegenover elkaar liggen in een balk zijn even groot
A
Waar
B
Niet waar
Slide 28 - Quizvraag
A
