Chapitre 3 - 1Ha avoir herhaling 22 januari

Bonjour 1Ha
vendredi 22 janvier
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bonjour 1Ha
vendredi 22 janvier

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel:
- aan het einde van de les heb ik het werkwoord "avoir"
  herhaald  (Bron C chapitre 3)
- aan het einde van de les heb ik de uitspraakregel van de -f- en     de -v-  geleerd (Bron D chapitre 3)
- aan het eind van de les heb ik kennis gemaakt met de getallen
   van 20-69



Slide 2 - Tekstslide

Bron C "le verbe avoir" chapitre 3
Welk onregelmatig werkwoord heb je al in hoofdstuk 1 geleerd?
A
avoir
B
être
C
regarder
D
aimer

Slide 3 - Quizvraag

Waarom is het werkwoord être onregelmatig?

Slide 4 - Open vraag

CH3 bron C, blz 44 in het tekstboek
Het werkwoord avoir = hebben
J'ai                     = ik heb
Tu as                 = jij hebt
il/elle/on a      = hij/zij/men heeft
nous avons   = wij hebben
vous avez      = jullie hebben/ u heeft 
ils/elles ont    = zij hebben

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Wat is de betekenis van het werkwoord avoir
A
kijken
B
hebben
C
zijn
D
luisteren

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

Vul de goede vorm in:
elles ....... un chien
A
a
B
ont
C
avez
D
avons

Slide 9 - Quizvraag

Madame, vous ....... un beau manteau
A
a
B
avons
C
avez

Slide 10 - Quizvraag

vertaal "ik heb"

Slide 11 - Open vraag

Nous .......... un beau jardin
A
avons
B
avez
C
ont

Slide 12 - Quizvraag

vertaal "zij hebben" (mannelijk!)

Slide 13 - Open vraag

Juliette ...... une grande chambre
A
ai
B
as
C
a
D
ont

Slide 14 - Quizvraag

Juliette et Christine ...... aussi un grand jardin
A
a
B
avons
C
avez
D
ont

Slide 15 - Quizvraag

Laatste vraag ;-)
Vul de goede vorm in van "avoir"
tu ......
A
ai
B
as
C
a

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Bron D chapitre 3
(page 45 livre de textes)

Pronciation et orthographe
In het Frans hoor je een duidelijk verschil tussen de -f- en de -v-
fille             faire                        ils font          je fais
ville            anniversaire        ils vont         je vais

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide