1HV_Live lessen

Programme 2 juin

  • Werkwijze LIVE lessen en ONLINE lessen
  • Spreekvaardigheid & Weekplanner
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Programme 2 juin

  • Werkwijze LIVE lessen en ONLINE lessen
  • Spreekvaardigheid & Weekplanner

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LIVE lessen
MET docent
  • Spreekvaardigheid
  • Uitspraak
  • Vragen stellen

ZONDER docent
Werken aan de weekplanner =
  • Woordjes leren en herhalen
  • Voorbereiden spreekvaardigheid
  • Opdrachten maken
ONLINE lessen

  • Herhaling vocabulaire
  • Herhaling grammatica
  • Quizzen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De planner
De planner staat in de studiewijzer in de ELO in Magister. 

Digitaal of in je boek.

AU TRAVAIL!!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Parler!

Comment tu t'appelles?
Tu habites où?
Tu as quel âge?
Tu fais quel sport?
Tu joues d'un instrument?

Slide 4 - Tekstslide

WERKVORM:
  • Lèvez-vous!
  • Wijs iemand aan en stel een vraag. Je gaat zitten als je geweest bent.

Prononciation
oi > [wa]
croissant
trois

ai > [è]
mayonaise
mai

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prononciation
  1. Mon anniversaire c'est le trois mai.
  2. J'aime le mois de mai parce qu'il ne fait jamais mauvais.
  3. Pour mon anniversaire, j'invite mes copains chez moi.
  4. On boit du coca mais après je ne sais pas quoi faire.
  5. Je sais que le trois mais est encore loin mais:
  6. Qui peut m'aider à choisir un thème pour ma fête?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programme 3 juin
Zelfstandig werken aan weekplanner
Overhoren vocabulaire
Spreekvaardigheid

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cherche l'intrus.
A
la compétition
B
l'équipe
C
gagner
D
le message

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Cherche l'intrus.
A
chanter
B
le passetemps
C
donner
D
faire du patinage

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Cherche l'intrus.
A
la femme
B
le vent
C
l'homme
D
l'enfant

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voca p. 118
Prononciation
Répétez!

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Parler
Tu as quel âge?
C'est quand ton anniversaire?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Phrases-clés p. 160-162

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programme  9 juin
  • Prononciation: d, t, s aan het eind van een woord
  • Vocabulaire
  • Phrases-clés

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prononciation
  • la fois
  • depuis
  • différent
  • c'était
  • je dois
  • mauvais
  • sans
  • important
oi = [wa]
ai = [è]
ui = [wi]

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

C'est quoi?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Olifantenpaadjes
Olifanten nemen altijd de dezelfde en de kortste weg. Hoe vaker zij deze weg lopen, hoe duidelijker de weg te zien is. Zo werkt het ook in je hersenen: hoe vaker je het woord herhaalt, hoe sterker het ‘pad’ wordt naar de vertaling en hoe groter de kans is dat je het woord goed onthoudt.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Parler
C'est quel jour?

Quelle heure est-il?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programme: 8 juillet
  • Le verbe 'aller'
  • Opdrachten in Teams
  • Quiz
Objectif
Je kent het werkwoord 'aller' en de futur proche.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Futur proche
  • Je vais faire mes devoirs = ik ga mijn huiswerk maken
  • Tu vas jouer au foot = jij gaat voetballen
  • Il va parler français = hij gaat Frans spreken
  • Nous allons regarder un film = wij gaan een film kijken
  • Vous allez faire du hockey = jullie gaan hockeyen
  • Elles vont manger une pizza = zij gaan een pizza eten

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies