oefenen voor de toets

Wat is de 1e basisregel bij EHBO?
A
Ga na wat er is gebeurd en wat het slachtoffer mankeert
B
Zorg voor professionele hulp
C
Let op gevaar
D
Stel het slachtoffer gerust
1 / 26
volgende
Slide 1: Quizvraag
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat is de 1e basisregel bij EHBO?
A
Ga na wat er is gebeurd en wat het slachtoffer mankeert
B
Zorg voor professionele hulp
C
Let op gevaar
D
Stel het slachtoffer gerust

Slide 1 - Quizvraag

De schijf van vijf......
timer
0:40
A
.....is gemaakt door het voedingscentrum.
B
...helpt je gezonder te eten.
C
.....is voorlichting over gezonde voeding.
D
....is dit allemaal

Slide 2 - Quizvraag

Dit hoort er NIET in de schijf van vijf
A
Appels
B
Ongezouten noten
C
Aardappelen
D
gezouten nootjes

Slide 3 - Quizvraag

Wie maakt de Schijf van Vijf?
A
De gezondheidsraad
B
Het Voedingscentrum
C
Consultatiebureau
D
De diëtiste

Slide 4 - Quizvraag

Aanhef
Onderwerp
ondertekening
Afsluiting
Kern
inleiding
Geachte mevrouw/meneer
Advies over aanpassing van het schoolplein
Met vriendelijke groet
hierin leg je in 1 of 2 zinnen, de reden van de brief uit.
Een alinea, waarin je het onderwerp uitlegt.
Een zin waarmee de brief eindigt.

Slide 5 - Sleepvraag

Waarom moeten blinde mensen met hun stok een zwaaibeweging maken?
A
om de weg vrij te maken
B
om herkenbaar voor anderen te zijn
C
om niet ergens tegenaan te lopen

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekend dit pictogram?

A
niet strijken
B
stomen
C
strijken
D
niet stomen

Slide 7 - Quizvraag

Welk van de onderstaande vakken is het grootst in de schijf van vijf?
A
Eiwitten
B
Vetten
C
groente/fruit
D
vocht

Slide 8 - Quizvraag

Welk hulpmiddel is geschikt voor iemand met een visuele beperking?
A
mes met rond handvat
B
geleide hond
C
wandelstok
D
grijparm

Slide 9 - Quizvraag

24 uurs zorg
A
Je kunt dag en nacht hulp en opvang krijgen.
B
Je woont zelfstandig en krijgt begeleiding van een ambulant begeleider

Slide 10 - Quizvraag

Bij mensen met een verstandelijke beperking is de intelligentie achtergebleven. Je merkt de beperking in de volgende levensgebieden:

Slide 11 - Open vraag

afasie
A
beperking in het zien
B
beperking in het horen
C
beperking in het praten

Slide 12 - Quizvraag

Een ander woord voor lichamelijke beperking
A
visuele beperking
B
geestelijke beperking
C
fysieke beperking

Slide 13 - Quizvraag

visuele beperking
A
doof
B
slechthoren
C
blind

Slide 14 - Quizvraag

Je gaat een slaapkamer schoonmaken, wat is de goede volgorde van schoonmaken
opruimen 
ramen zemen 
vloer schoonmaken 
stof verwijderen 
bed verschonen 
1:
2:
3:
4:
5:

Slide 15 - Sleepvraag

De juiste Schoonmaakregel is
A
Werk van binnen naar buiten.
B
Werk van laag naar hoog.
C
Werk van schoon naar vuil.
D
Eerst sanitaire ruimtes schoonmaken daarna kamer.

Slide 16 - Quizvraag


Een juiste schoonmaakregel is
A
Eerst nat dan droog
B
Eerst droog dan nat

Slide 17 - Quizvraag

Alles reiniger is een schoonmaakmiddel om
A
sanitair mee schoon te maken
B
om te vloer mee te dweilen
C
interieur schoon te maken
D
de afwas mee af te wassen

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de functie van onderhoudsmiddelen?
A
Dat materialen glanzen.
B
Dat materialen niet meer roesten.
C
Dat materialen geen bacterie meer bevatten.
D
Dat materialen een extra beschermlaagje krijgen.

Slide 19 - Quizvraag

Wat betekent dit symbool?
A
Wassen op 30 graden
B
Wassen op 60 graden
C
Wassen op 40 graden
D
Wassen op 90 graden

Slide 20 - Quizvraag

Op hoeveel graden moet je je beddengoed wassen?
A
30°C
B
40°C
C
60°C
D
90°C

Slide 21 - Quizvraag

Wat betekent ‘Domotica’?
Domotica is een verzamelbegrip voor:

A
aanpassingen waardoor rolstoelgebruikers zich veilig kunnen verplaatsen.
B
medicijnen die ervoor zorgen dat mensen langer zelfredzaam blijven.
C
voorzieningen die bepaalde functies in huis automatiseren.
D
zorgrobots die mensen met een beperking ondersteunen.

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van domotica?
A
huishoudelijke hulp in de thuiszorg
B
maaltijdvoorziening door tafeltje-dek-je
C
winkelen op internet
D
een afstandsbediening voor het openen en sluiten van gordijnen

Slide 23 - Quizvraag

Wat is een persoonsgebonden budget?

A
dat krijg je om zorg en hulp in te kopen
B
dat krijg je om op vakantie te gaan
C
dat krijg je om kleding van te kopen
D
dat krijg je om boodschappen van te doen

Slide 24 - Quizvraag

Wat is een juist voorbeeld van een ADL hulpmiddel?
A
aangepast bestek
B
helping hand
C
knopenhaak
D
sokaantrekker

Slide 25 - Quizvraag

ADL betekent.....
A
algemene dagelijkse levenshandelingen
B
algemene dagelijkse levensverwachtingen
C
algemene dagelijkse levensinvullingen
D
Algemene dagelijkse levensverrichtingen

Slide 26 - Quizvraag