Een goede werkhouding

• LOB
• MBO
• Studiejaar 1

Wat gaan wij vandaag doen?

- Kort spelletje (elkaar beoordelen)

- Praten over een goede stagehouding

Wie is de braafste leerling uit de klas?

Wie is de drukste leerling uit de klas?

Wie is het meest verlegen?

Wie is de slimste leerling?

Wie helpt altijd iedereen?

Wie wordt er later beroemd?

Wie koopt er het meeste eten op school? (kantine & automaat)

Wie overleeft het langst op een onbewoond eiland?

Wie zou het beste minister president van Nederland kunnen zijn?

Wie maakt de meeste
foto's van zichzelf?

Wie is de brutaalste leerling?

Wie is de grootste slijmbal?
(lief doen bij docenten)

Wie heeft de mooiste
schoenen?

Wat heb je geleerd op stage?

Wat is goed gegaan?

Wat is lastig geweest?

Wat is belangrijk in de meubelbranche?

1. Onverschillig gedrag
2. Klantgerichtheid
3. Afwezigheid bij teamvergaderingen
4. Communicatie met collega's

Hoe moet een stagiair zich gedragen?

1. Negatief commentaar geven
2. Vragen stellen
3. Proactief zijn
4. Afwachtend blijven

Wat is een voorbeeld van goed gedrag?

1. Geen initiatief tonen
2. Taken tijdig afmaken
3. Feedback vragen
4. Te laat komen

Wat bevordert een goede stage-ervaring?

1. Leergierigheid
2. Slecht luisteren
3. Open houding
4. Afgeleid zijn

Beroepshouding:
Zelfverantwoordelijkheid

Ik zorg ervoor dat ik genoeg te doen heb en dat ik mijn stageopdrachten maak.

Beroepshouding:

Samenwerken

Ik kan goed samenwerken.

Beroepshouding:
Initiatief

Ik doe zelf dingen zonder dat mensen het
moeten vragen. 

Beroepshouding: Communiceren

Ik kan goed een boodschap overbrengen en de ander informeren. 

Beroepshouding:
Afspraken maken

Ik kom gemaakte afspraken na. 

Beroepshouding:
Assertiviteit

Ik durf het te zeggen als er iets in de klas gezegd wordt wat mij raakt.

😒🙁😐🙂😃

Beroepshouding:
Flexibel

Ik kan dingen doen ook als 

het nieuw of anders is

Beroepshouding:
Zelfreflectie

Ik kijk kritisch naar mijzelf; hoe doe ik,
waarom en zou het misschien
ook anders kunnen?

Verwerking

Maak een verslagje voor jezelf waarin je benoemt:

- wat je kracht is op je werkplek en waarom. 

- Beschrijf waar je stagebedrijf jouw kracht in kan zetten.

Sla dit op in een mapje "burgerschap"