N&T: menselijk lichaam

Menselijk lichaam (deel 1)
Natuur
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Zaakvakcursus natuur & techniekHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Menselijk lichaam (deel 1)
Natuur

Slide 1 - Tekstslide

Even voorstellen


Wat gaan we doen?
- PowerPoints met uitleg van de stof
- Oefenopgaven 
- Leertips en leerstrategieën (https://leer.tips/) 


Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we in deel 1 doen?
2.2 Organen en orgaanstelsels
3.2.1 Spijsvertering
3.2.2 Ademhalingsstelsel
3.2.3 Bloedsomloop 
3.2.4 Lymfestelsel
3.5 Afweersysteem

Slide 3 - Tekstslide

Wat is eigenlijk een orgaan?
- Een orgaan is een onderdeel van een organisme en heeft één of meerdere functies. 
- Een orgaan is opgebouwd uit weefsels
- Een weefsel bestaat uit gelijksoortige cellen
- Organen werken samen in orgaanstelsels en de orgaanstelsels houden het lichaam in stand.

Slide 4 - Tekstslide

Welke organen kennen jullie?

Slide 5 - Open vraag

Wat zit er in je lichaam?

Slide 6 - Tekstslide

Overzicht van orgaanstelsels




       
           3.2.1 Spijsverteringsstelsel                                      3.2.2 Ademhalingsstelsel                                                   3.2.3 Bloedvatenstelsel







3.2.4 Lymfevatenstelsel                   3.2.5 Lever en poortader                3.2.6 Uitscheidingsstelsel                    5.6 Voortplantingsstelsel

Slide 7 - Tekstslide

Lijst organen
Longen: gasuitwisseling (Zuurstof en Koostofdioxide)
Hart: pompt bloed rond door de aderen
Lever: verwerkt afvalstoffen
Alvleesklier: produceert o.a. insuline voor bloedsuikeregulatie.
Nieren: zuiveren het bloed (maakt urine)
Schildklier: hormonen voor stofwisseling
Baarmoeder/eierstokken: voortplanting vrouw
Zaadballen/prostaat: voortplanting man

Slide 8 - Tekstslide

Organen voedselvertering

Slide 9 - Tekstslide

Organen voedselvertering
Mond: enzym amylase (breekt zetmeel af)
Slokdarm: peristaltische beweging beweegt voedsel naar maag
Maag: zuur (HCl) breekt voedsel af o.a. eiwitten tot aminozuren Twaalfvingerige darm: neutraliseren van het zuur en worden andere stoffen toegevoegd (uit o.a. galblaas en alvleesklier; amylase (zetmeel afbraak), lipase (vetafbraak) en tripsine (eiwitafbraak))
Galblaas: gaat naar 12VD. Gal emulgeert het vet.
Dunne darm: nutriënten opname door darmwand. 
Dikke darm: vochtopname (indikken)

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Bruggetje naar voeding
  • Voedingsstoffen: SCHIJF VAN 5
- Koolhydraten (brandstof) --> oranje 
                                                       (beetje uit groen)
- Eiwitten (aminozuren) --> paars (klein 
                                                      beetje uit groen)
- Vetten --> geel
- Water --> blauw
- Mineralen en vitamines: allen

Slide 12 - Tekstslide

Zetmeel en suiker
Koolhydraten: zetmelen en suikers.






Slide 13 - Tekstslide

Eiwitten
Eiwitten bestaan uit aminozuren
en zijn verbonden met een 
peptide verbinding. 

In de maag en darm worden
eiwitten dus tot aminozuren
afgebroken.







Slide 14 - Tekstslide

Opbouw spieren
De 20 aminozuren komen dus in de bloedbaan via de dunne darm. 
Daarna worden de aminozuren uit je voeding gebruik om nieuwe spieren mee op te bouwen. 

Slide 15 - Tekstslide

Vanuit welk spijsverteringsorgaan wordt het meeste water opgenomen in de bloedbaan?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 16 - Quizvraag

Wat zit er in je lichaam? 
Botten en spieren
- Botten en gewrichten: stevigheid en beweging
- Spieren: beweging
1. Gladde spieren (pupil & darmen)
2. Gestreepte spieren (skelet & hart)
Skeletspieren hebben antagonisten (tegengestelde werking)



Slide 17 - Tekstslide

Skeletspieren

Slide 18 - Tekstslide

Weefsel types
1: Hartspier: dwarsgestreept spierweefsel
2: glad spierweefsel: in de organen. Je kunt die niet zelf aansturen maar gaat via autonome zenuwstelsel. 
3: dwarsgestreept spierweefsel in skeletspieren om je lichaam te bewegen. 
1.                  2.              3. 

Slide 19 - Tekstslide

Weefsel types
Epitheel: o.a. huid
Spierweefsel: dwarsgestreept in skeletspieren
Spierweefsel: glad: organen
Steunweefsel: bindweefsel: geeft steun aan organen of verbindt stukken. Vetcellen zijn bijv. ook type steunweefsel. 
Zenuwcellen: zenuwstelsel en in hersenen
 

Slide 20 - Tekstslide

Gewrichten

Slide 21 - Tekstslide

Leertips: maak schema's

- Schema’s maken informatie overzichtelijk en laten verbanden zien
- Gebruik kleuren/tekeningen

Maak bijvoorbeeld een schema van alle orgaanstelsels, hun organen en functies
  1. Spijsverteringsstelsel 
  2. Ademhalingsstelsel
  3. Bloedvatenstelsel
  4. Lymfevatenstelsel
  5. Lever en poortader 
  6. Uitscheidingsstelsel
  7. Voortplantingsstelsel







Slide 22 - Tekstslide

Ademhalingsstelsel
  • Lucht gaat via je neus (of mond)
  • Luchtpijp
  • Longen en longblaasjes
  • Middenrif 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Als je middenrif samentrekt, dan adem je ....
A
in
B
uit

Slide 25 - Quizvraag

Bloedsomloop
  • Kleine bloedsomloop
  • Grote bloedsomloop
  • Hart
  • Slagaders/aders
  • Haarvaten

Slide 26 - Tekstslide

Opbouw van het hart
  • Let op links en recht reken je 
  • vanuit de persoon zelf. 
  • Dus op de afbeelding zijn 
  • die bewust omgedraaid!

Slide 27 - Tekstslide

Bloed bestaat uit:
  • Bloedplasma (vloeistof - iets meer dan de helft ): vervoer stoffen
  • Bloedcellen
  1. Rode bloedcellen
    (kleur en hemoglobine)
  2. Witte bloedcellen
    (bestrijden ziekteverwekkers)
  3. Bloedplaatje: met fibrine helpen bij het stollen
Filmpje bloedgroepen: https://www.youtube.com/watch?v=2tcZqKvCLaQ&t=76s

Slide 28 - Tekstslide

Lymfevatenstelsel
  • Verzamelen van overgebleven vocht uit cellen = lymfe
  • Door heel het lichaam
  • Stelsel mondt uit in
    twee grote aders
    tussen nek en schouders
  • Ondersteunt bloedcirculatie
  • Afweersysteem (witte bloedcellen)

Slide 29 - Tekstslide

Afweersysteem
  • Ziekteverwekkers 
  1. Bacteriën (ziekmakers en nuttig)
  2. Virussen
  3. Giftige stoffen (alcohol)
  • Lever
      
https://schooltv.nl/video/wat-is-het-verschil-tussen-een-bacterie-en-een-virus-je-kunt-van-allebei-goed-ziek-worden/

Slide 30 - Tekstslide

Afweersysteem
Eerste afweerlinie

Mechanische afweer

Huid en slijmvliezen neus, mond en keel

Slide 31 - Tekstslide

Tweede linie
Nodig na beschadiging 
huid of slijmvliezen

Alarmstoffen - ontsteking 
> witte bloedcellen 

Cellulaire afweer

Slide 32 - Tekstslide

Derde linie
  • Komt in actie: aantal dagen na tweede linie
  • Witte bloedcellen maken antistoffen (meest effectief)
  • Moleculaire afweer
  • Duurt aantal dagen tot weken
  • Geheugen van witte bloedcellen 
  • Immuun

Slide 33 - Tekstslide

'Vierde linie'
Geneesmiddelen
  • Antibiotica
  • Pijnstillers
  • Koortswerende middelen

Vaccinatie

Slide 34 - Tekstslide

Wat hoort NIET bij de eerste afweerlinie?
A
witte bloedcellen
B
de huid
C
de neus
D
de mond

Slide 35 - Quizvraag

Wat wordt er in het lichaam gespoten bij een vaccinatie?
A
Antibioticum tegen ziekteverwekkers
B
Antistoffen tegen ziekteverwekkers
C
Delen van ziekteverwekkers
D
Witte bloedlichaampjes

Slide 36 - Quizvraag

Slide 37 - Tekstslide

Meer oefenen rondom organen en hun functies?

  1. https://quizlet.com/344241415/de-organen-in-het-menselijk-lichaam-diagram/
  2. https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Torsoonderbouw/organentorso.htm​
  3. https://biologiepagina.nl/Puzzels/puzzelorganenencellen.htm​
  4. http://www.brujon.net/bio/organenstelsels.htm​
  5. https://maken.wikiwijs.nl/108244/Het_menselijk_lichaam#!page-3595959

Slide 38 - Tekstslide

Algemene tips 
  • Gebruik filmpjes op Youtube
  • Biologiepagina.nl

Slide 39 - Tekstslide