Leesvaardigheid H5 les 2 klas 1 tl/havo KOC

Ga rustig zitten
10 minuten luisteren
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Ga rustig zitten
10 minuten luisteren

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag:
  • Nakijken opdracht 1, 2, 3
  • Samen lezen tekst 6 + doornemen vragen
  • Maken opdracht 4
  • Nakijken opdracht 4
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Nakijken 1, 2, 3
  • 3 C Ze wilde zo veel mogelijk mensen ervan overtuigen dat haar voorstel om de veiligheid voor blinden te vergroten een goed idee was.
  • 4 De regering deelde stokken aan blinden uit.
  • 5 De schrijver zegt dat erbij om te laten weten dat hij geen beginneling is die de verkeersregels nog niet goed kent.
  • 6 Nee, de blinde moet herkenbaar zijn aan zijn stok en met de uitgestoken stok langs de stoep staan. Als hij geen witte stok heeft, of niet aangeeft te willen oversteken, geldt de voorrangsregel niet.
  • 7 De mening van de schrijver staat in de tweede zin.
  • 8 Je ziet dit aan de stappen.
  • 9 C om niet ergens tegenaan te lopen

Slide 3 - Tekstslide

Nakijken 1, 2, 3
  • 1 De Aeromobiel 3.0 (de vliegende auto)
  • 2 De tekst geeft informatie die je kunt controleren. Bijvoorbeeld dat de auto werd getoond op een Amerikaanse techniekbeurs.
  • 3 B een nieuwsbericht
  • 4 De aanleiding is de opening van de beurs in Amerika waar de Aeromobiel te zien was.
  • 5 B dat de lezers iets te weten komen over een nieuwe uitvinding
  • 6 Het doel is informeren
  • 7 Je kunt er een grotere afstand mee afleggen en er verder mee komen dan met een gewone auto.

Slide 4 - Tekstslide

Nakijken 1, 2, 3
  • 1 Nee, je vindt in een stad niet gemakkelijk een grasveld om te landen of op te stijgen.
  • 2 De tussenkop droomauto past goed bij alinea 3 omdat de bedenker Vaculik ervan droomde uit zijn land te vluchten. Omdat hij niet kon vluchten met een bestaand vervoermiddel, verzon hij de auto waarmee dat wel zou kunnen en hij zijn droom kon verwezenlijken.
  • 3 Je moet de verkeersregels kennen en die kunnen toepassen en je moet de auto kunnen bedienen.

Slide 5 - Tekstslide

Voorbereiden opdracht 4
  • Ik lees tekst 4 voor
  • Je leest en luistert rustig mee
  • Tussendoor stel ik vragen
  • Daarna nemen we de vragen van opdr. 4 door

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 4
  • Maak opdracht 4
  • Je werkt individueel en in stilte
  • Klaar? Kies: lezen, of opdracht 5 maken
timer
12:00

Slide 7 - Tekstslide

Nakijken opdracht 4
  • 1 B de Zweed Persson (de titel: steenrijk duidt erop dat het om de persoon gaat; slechts een alinea gaat over het spel Minecraft)
  • 2 Het doel is informeren (ook goed: amuseren, want het is leuk om over iemands jeugd en levensloop te lezen)
  • 3 Zijn jeugd / de jeugd van Persson
  • 4 Het succes van Minecraft/ het ontstaan van Minecraft
  • 5 Het spel Minecraft
  • 6 Het is figuurlijk gebruikt. Het was precies wat hij nodig had om succesvol te worden. Door wat hij daar leerde, kon hij Minecraft maken en daar heel veel geld mee verdienen.

Slide 8 - Tekstslide

Nakijken opdracht 4
  • 7 De voorbeelden zijn: het woord ‘Minecraft’ is vaker gegoogeld dan de zoektermen ‘Harry Potter’ en ‘Justin Bieber’ (die ook heel populair zijn).
  • Het spel is inmiddels meer dan vijftig miljoen keer gedownload. Wie op YouTube zoekt naar Minecraft, vindt meer dan 57 miljoen video’s.
  • 8 Sociale vaardigheden heb je nodig als je met anderen iets doet. Omdat je voortdurend in contact met andere spelers bent en elkaar helpt, ben je sociaal bezig.
  • 9 Je hebt technische, creatieve en sociale vaardigheden nodig.
  • 10 Een optrekje duidt op iets kleins en armoedigs. Hier wordt het tegenovergestelde bedoeld.

Slide 9 - Tekstslide

Nakijken opdracht 4
  • 11 Als jongetje speelde hij al graag met Lego (al. 2). Daaruit kun je opmaken dat hij het voor zijn plezier deed. Ook uit alinea 3 blijkt dat Persson en zijn team het eerst voor de lol deden.
  • 12 Contant afrekenen betekent dat je met munt- of papiergeld betaalt en het bedrag niet via een bankrekening overmaakt. Hij overhandigde dus een koffer met geld.

Slide 10 - Tekstslide

Afsluiting
  • Geen huiswerk
  • Extra oefenen met opdracht 5? Volgende les antwoordbladen beschikbaar

Slide 11 - Tekstslide