LES 3 (40 min)

LES #3
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

LES #3

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Herhaling 
Uitleg
filmpje met vragen



Slide 2 - Tekstslide

Even 3.1 herhalen.

Slide 3 - Tekstslide

In het noorden van Chili overheerst een:
A
hogerdukgebied
B
lagedrukgebied

Slide 4 - Quizvraag

Aan welke zijde van de Andes ligt de Atacama woestijn in het Noorden van Chili?
A
loefzijde
B
lijzijde
C
regenschaduw

Slide 5 - Quizvraag

Hoe verder naar het zuiden in Chili betekent hoe warmer het wordt
A
goed
B
fout

Slide 6 - Quizvraag

schuif naar de goede plek: waar in chili vind je welke klimaten? 
Noorden
Zuiden
Midden 
woestijnklimaat
gematigd zeeklimaat
mediterraan klimaat

Slide 7 - Sleepvraag

Temperatuurfactoren
Vijf factoren hebben grote invloed op de temperatuur. Dat zijn de temperatuurfactoren.

Komen ze:

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Wat is geen temperatuur factor
A
Breedte ligging
B
Lengte ligging
C
Wind- en zeestromen
D
Hoogte ligging

Slide 14 - Quizvraag

El nino ???? 

Slide 15 - Tekstslide

Wat weet je van El Niño?

Slide 16 - Woordweb

Slide 17 - Video

Wat is El Niño?
A
Chileense dans.
B
Klimatologisch fenomeen.
C
Een kerstkind.
D
Een gerecht.

Slide 18 - Quizvraag

El Nino 
  1. Wat is in een normale situatie de windrichting bij Chili?
  2. Is in het zeewater bij Chili in een normale situatie koel of warm? Waarom is dit zo?
  3. Wat voor soort weer is het bij Chili in een normale situatie?
  4. Waar komt de wind vandaan tijdens El Nino? 
  5. Wat gebeurt tijdens El Nino met het zeewater bij Chili? (beschrijf dit!)
  6. Wat voor weer is het in Chili tijdens El Nino?

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

El Nino 
Je gaat een kort filmpje kijken. Hierbij krijg je kijkvragen. Neem deze over in je schrift en beantwoord deze tijdens het filmpje (10 minuten).
  1. Wat is in een normale situatie de windrichting bij Chili?
  2. Is in het zeewater bij Chili in een normale situatie koel of warm? Waarom is dit zo?
  3. Wat voor soort weer is het bij Chili in een normale situatie?
  4. Waar komt de wind vandaan tijdens El Nino? 
  5. Wat gebeurt tijdens El Nino met het zeewater bij Chili? (beschrijf dit!)
  6. Wat voor weer is het in Chili tijdens El Nino?
De wind komt tijdens de normale situatie uit het oosten.
Het zeewater is dan koel. De oostenwind waait het zeewater richting Azië. Hierdoor kan kouder zeewater uit 'de diepte' voor de kust bij Chili omhoog komen.
Het is dan droog. Door het koude zeewater is de lucht voor de kust van Chili koud(er) waardoor er weinig verdamping is (geen wolken, geen neerslag).
Uit het westen (dus een aanlandige wind)
Het zeewater voor de kust van Chili wordt warmer. Door de westenwind wordt warmer zeewater naar Chili geblazen. 
Er valt tijdens El Nino meer neerslag. Dat komt door het warmere zeewater. Hierdoor is er meer verdamping, wolkenvorming en dus neerslag.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

In dit plaatje is
A
sprake van El Niño
B
sprake van een normale situatie

Slide 23 - Quizvraag

Normale
situatie
Droog
Neerslag

Slide 24 - Sleepvraag

Tijdens El Nino
Droog
Neerslag

Slide 25 - Sleepvraag

Tijdens een El Nino zijn er veel vissen voor de kust van Chili.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Video

Koppel het plaatje aan het bijbehorende begrip. 
Seismoloog

Seismogram
Seismograaf

Slide 28 - Sleepvraag

Wanneer ontstaan aardbevingen?
A
Als aardplaten botsen.
B
Als er spanningsopbouw tussen aardplaten plaatsvindt door wrijving.
C
Door het bewegen van aardplaten.
D
Als de spanning van wrijving tussen aardplaten vrijkomt.

Slide 29 - Quizvraag

Sleep het begrip naar de juiste plek in de afbeelding.
Epicentrum
Hypocentrum

Slide 30 - Sleepvraag

Wat kun je voorspellen?
A
Wanneer aardbevingen plaatsvinden.
B
Precies waar aardbevingen plaatsvinden
C
De hoeveelheid schade door de aardbeving.
D
Je kunt alleen zeggen in welk gebied er aardbevingen zouden kunnen komen.

Slide 31 - Quizvraag

stap 1
stap 2
stap 3
stap 4
Er is een zware aarbeving
Twee aardplaten bewegen naar elkaar toe en tegen elkaar aan
Door het bewegen ontstaat wrijving en spanning
Plotseling verschuiven de aardplaten een stukje

Slide 32 - Sleepvraag

Continentale plaat
Trog
Oceanische plaat
Vulkaan
Subductie

Slide 33 - Sleepvraag