Vraagzinnen maken: werkwoord

Vraagzinnen maken
Lesdoel: Vandaag leren we hoe we vraagzinnen maken met een werkwoord.
Je leert:
  • Een vraagzin maken die begint met een werkwoord.
  • Vraagzinnen herkennen en maken.
  • Voor A2-leerlingen: Vraagzinnen uitbreiden met meer details.
1 / 6
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolISKvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 6 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vraagzinnen maken
Lesdoel: Vandaag leren we hoe we vraagzinnen maken met een werkwoord.
Je leert:
  • Een vraagzin maken die begint met een werkwoord.
  • Vraagzinnen herkennen en maken.
  • Voor A2-leerlingen: Vraagzinnen uitbreiden met meer details.

Slide 1 - Tekstslide

Schrijf een vraag

Slide 2 - Woordweb

De volgorde van een vraagzin met werkwoord:
In het Nederlands kan een vraagzin beginnen met een werkwoord.
  1. Werkwoord
  2. Onderwerp
  3. Rest van de zin

A2
Hoe kun je extra informatie kunt toevoegen?
  • Ben je thuis om zes uur?
  • Heb je honger na school?
  • Mag ik pinnen met mijn pinpas?
  • Ben je thuis op zaterdag?
1
2
3
Ben
je
thuis?
Heb
je
honger?
Mag
ik
pinnen?

Slide 3 - Tekstslide

Maak de vraagzin af
  1. ___ je thuis? 
  2. ___ je honger?
  3. ___ ik pinnen? 

Opdracht:
Maak twee vraagzinnen met werkwoord.
Controleers elkaar zinnen.


A2
Breidt de zinnen uit met meer details:

___ je thuis___?

___ je honger___?

Slide 4 - Tekstslide

DISK
Oefenen met vraagzinnen in DISK: 
  • Grammatica
  • 3.7 De zin met een vraag: Ben je thuis? Heb je honger?

Slide 5 - Tekstslide

Ik kan vraagzinnen met werkwoord herkennen en maken
😒🙁😐🙂😃

Slide 6 - Poll