7.1 - Wat doet de overheid

Paragraaf 7.1
wat doet de overheid
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 7.1
wat doet de overheid

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
  • Welke overheden zijn er in Nederland
  • Wat doet de overheid voor de economie
  • Hoe beïnvloedt de overheid ons gedrag 

Slide 2 - Tekstslide

Wat doet de overheid

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

Welke overheden zijn er?
  • De gemeente
  • De provincie
  • De waterschappen

Dit noemen we lagere overheden

Slide 5 - Tekstslide

1. De overheid - gemeente
De overheid die het dichtst bij je staat = de gemeente

Wat regel je bij de gemeente?
  • rijbewijzen
  • paspoort
  • verhuizing
  • verantwoordelijk voor jeugd- en ouderenzorg

Slide 6 - Tekstslide

1. De overheid - gemeente
Hoe gaat de besturing van de gemeente?
  1. De burgemeester en wethouders besturen de gemeente.
  2. De gemeenteraad moet hun plannen goedkeuren.
  3. De gemeenteraad controleerd of ze goed worden uitgevoerd



* De gemeenteraad wordt democratisch gekozen door de bevolking

Slide 7 - Tekstslide

2. De overheid - provincie
De provincie = verantwoordelijk voor de indeling van het grondgebied.

Wat regelt de provincie?
  • Uitbreiden van steden en dorpen
  • Ruimte voor bedrijventerrein
  • Natuur- en recreatiegebieden 

Slide 8 - Tekstslide

3. De overheid - waterschappen
= beheren het water in hun gebied.

Wat regelt de waterschappen?
  • maatregelen tegen overstromingen
  • zuivering van het afvalwater

Slide 9 - Tekstslide

De overheid
= het Rijk = centrale overheid

Wie vormt het Rijk? De ministers 
--> Tweede Kamer moet de plannen van ministers goedkeuren en controleren --> de leden van Tweede Kamer worden gekozen door burgers

Slide 10 - Tekstslide

De overheid en de economie
  • Goede infrastructuur --> bedrijven kunnen hun producten aan- en afvoeren en goed met elkaar communiceren.
  • Subsidie --> financiële bijdrage van de overheid om burgers en bedrijven te steunen. 
  • Innovatie --> productiemethode vernieuwen of nieuwe producten ontwikkelen (hier kun je subsidie voor krijgen)
  • Heffingen --> ongewenste activiteiten afremmen. bedrijven die milieuvervuiling veroorzaken moeten extra milieuheffingen betalen

Slide 11 - Tekstslide

De overheid en de consumenten
Energiebelasting --> om energieverbruik af te remmen heft de overheid belasting op stroom en gas.

Accijns --> belasting op tabak, alcohol en brandstoffen. 

Slide 12 - Tekstslide

Accijns & subsidie
Accijns:
Extra belasting op tabak, brandstoffen en alcohol.

Doel: Minderen van de consumptie. 

Subsidie:
Extra tegemoetkoming op sommige producten en diensten.
Doel: Toenemen van de consumptie.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Kartel
Overheid wil:
Bedrijven met elkaar concurreren, want daar hebben consumenten voordeel van.

Sommige bedrijven maken wel prijsafspraken --> dit is verboden! Bedrijven vormen dan samen een kartel.
De ACM (autoriteit Consument en Markt) houdt daar toezicht op

Slide 16 - Tekstslide

Waarop heft de overheid accijns?
A
benzine, chocola, kleding
B
sigaretten, frisdrank, kleding
C
alcohol, sigaretten, benzine
D
alcohol, medicijnen, benzine

Slide 17 - Quizvraag

Wat wil de overheid bereiken met subsidies?
A
Dat consumenten meer gebruik gaan maken van bepaalde producten.
B
Dat het milieu verbetert.
C
Dat consumenten minder gebruik gaan maken van bepaalde producten.
D
Dat de overheid een extra inkomstenbron heeft.

Slide 18 - Quizvraag

Wat wil de overheid bereiken met accijnzen?
A
Dat consumenten meer gebruik gaan maken van bepaalde producten.
B
Dat het milieu verbetert.
C
Dat consumenten minder gebruik gaan maken van bepaalde producten.
D
Dat de overheid een extra inkomstenbron heeft.

Slide 19 - Quizvraag

Een andere naam voor de rijksoverheid is..
A
overheid
B
lagere overheid
C
centrale overheid

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Video

HUISWERK
Maken 7.1
Opdracht 1 t/m 13

Slide 22 - Tekstslide