p3 regelmatige zwakke en sterke ww

Herzlich Willkommen

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Herzlich Willkommen

Slide 1 - Tekstslide

Letzte Stunde
Hörübung
Logo gucken
Regelmäßige Verben: Feesttenten

Slide 2 - Tekstslide

Lernziele 
Periode: Du kannst einfache Nachrichten und Hörfragmente verstehen
Heute: Die Erdbeermaus sehen und anhören

Periode: Du kennst die Regelmäßige Verben
Heute: Feesttenten # 2 & üben
  
Periode:  Du kannst Tiere beschreiben und über Tiere erzählen.
Heute: die Erdebeermaus sehen und anhören

Periode: Du kannst feedback geben und bekommen, und kannst damit deine Deutschkentnisse verbessern
Heute: Du gibst feedback auf den Audiotour deiner Mitschüler

Slide 3 - Tekstslide

Regelmäßige Verben
aanraken= anfassen                                   schreiben
aaien = streicheln                                       hören
beschrijven = beschreiben                       schwimmen
eten = fressen                                              versorgen
gaan= gehen                                               wünschen
gapen = gähnen                                         springen
maken= machen                                        spielen
bezoeken= besuchen                                fliegen
heten= heißen                                             versuchen
vinden= finden                                            rechnen
wählen = kiezen                                          atmen
wohnen = wohnen                                     öffnen
kommen = komen

Slide 4 - Tekstslide

Regelmäßige Verben
Vier  regelmatige werkwoorden:

1) gewoon    (fliegen)
2) met een sissklank   (heißen )
3) met een d of een t    (finden antworten)
4) klinker + m of n    (öffnen / atmen) 


Slide 5 - Tekstslide

Das Partizip
Bij zwakke regelmatige werkwoorden:
1) spielen (gewoon zwak werkwoord) = gespielt
2) anfassen = angefasst
3) antworten = geantwortet / reden = geredet
4) öffnen = geöffnet / atmen = geatmet

fotografieren (eindigend op -ieren) = fotografiert  
versorgen (beginnend met ver-) = versorgt
besuchen (beginnend met be-) = besucht

Sterke werkwoorden:
beschrieben    //   geschwommen

Slide 6 - Tekstslide

üben
Hausaufgaben:

19, 20, 21, 22
24, 25, 26, 27

Fragen? 
Eerst je tafelgenoten, 
daarna de docent

Thuis vragen? Eerst op classroom

Slide 7 - Tekstslide

Zwakke werkwoorden in het Nederlands zijn in het Duits meestal
A
sterk
B
onduidelijk
C
onregelmatig
D
zwak

Slide 8 - Quizvraag

Een sterk werkwoord in het Nederlands is in het Duits vaak
A
sterk
B
onduidelijk
C
onregelmatig
D
zwak

Slide 9 - Quizvraag

Waaraan herken je een sterk werkwoord in het Nederlands
A
andere vervoegingen tegenwoordige tijd
B
andere klinker in verleden tijd
C
voltooid deelwoord met zijn
D
dt bij de 3e persoon enkelvoud

Slide 10 - Quizvraag

Sterke werkwoorden in het Duis hebben meestal
A
andere vervoegingen tegenwoordige tijd
B
andere klinker in verleden tijd
C
voltooid deelwoord met sein
D
est bij 3e persoon enkelvoud

Slide 11 - Quizvraag

Het voltooid deelwoord bij een werkwoord dat in het Duits begint met ver =
A
ge + stam + t
B
stam + ieren
C
stam + t
D
stam + et

Slide 12 - Quizvraag

Ik denk dat ik de vervoegingen van regelmatige werkwoorden wel ken nu
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

De volgende keer meer oefenen met regelmatige werkwoorden
0 is ja! / 50 = beetje / 100 = nee!
0100

Slide 14 - Poll

Hausaufgaben
Hausaufgaben:
19, 20, 21, 22, 24, 25, 26, 27

Stel vragen op classroom als je een bepaalde oefening moeilijk vindt.
Check of er vragen staan op classroom,
weet je het antwoord en denk je het te kunnen
uitleggen: doe dat!


Slide 15 - Tekstslide

Erdbeermaus


Wer gibt ihm Brot?
Wer hat die Erdberen gepflanzt?
Wie sagt man "afgesproken" auf Deutsch?
Was ist der Krokodil?
Wo bleibt Tom den ganzen Tag?

Slide 16 - Tekstslide

Erdbeermaus


- Wer gibt ihm Brot?
- Wer hat die Erdberen 
gepflanzt?
- Wie sagt man 
"afgesproken" auf 
Deutsch?
- Was ist der Krokodil?
- Wo bleibt Tom den 
ganzen Tag?

Slide 17 - Tekstslide

Erdbeermaus


Wer gibt ihm Brot?
Wer hat die Erdberen gepflanzt?
Wie sagt man "afgesproken" auf Deutsch?
Was ist der Krokodil?
Wo bleibt Tom den ganzen Tag?

Slide 18 - Tekstslide