Paragraaf 3.1 Geluid maken en horen

M&T science 22 nov
Boeken op tafel
Laptop op tafel
Telefoon in de telefoontas
Rekenmachine op tafel
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

M&T science 22 nov
Boeken op tafel
Laptop op tafel
Telefoon in de telefoontas
Rekenmachine op tafel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen §3.1
  1. Ik kan uitleggen wat geluid is en hoe geluid wordt gemaakt.
  2. Ik ken de grootheid frequentie in combinatie met de juiste eenheden en symbolen.
  3. Ik ken de grootheid trillingstijd in combinatie met de juiste eenheden en symbolen.
  4. Ik kan met de formule f = 1 / T de frequentie berekenen. (Hierbij gebruik ik de juiste grootheid- en eenheidsymbolen.)
  5. Ik kan met de formule T = 1 / f de trillingstijd berekenen. (Hierbij gebruik ik de juiste grootheid- en eenheidsymbolen.)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je wilt neuriën terwijl je je neus dichtdrukt.
Waardoor is het onmogelijk om te neuriën met je neus dicht?
A
Je neusvleugels moeten kunnen trillen.
B
Je moet door je neus kunnen ademen.
C
Het geluid moet samen met de lucht je neus verlaten.
D
Dan bollen je wangen teveel op.

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Dit is te ver weg.
B
In de ruimte is geen tussenstof.
C
In de ruimte is het te koud.
D
Je hebt een pak aan die geluiddicht is.

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Frequentie
Als een voorwerp trilt beweegt het heen en weer. 
Trillen: heen en weer bewegen
Een bekken kan gemakkelijk 1000 keer per seconde heen en weer terug bewegen.
Frequentie (f): aantal trillingen per seconde (s)
Eenheid = hertz
Hoe meer golven per seconde hoe hoger de toon.


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trillingstijd
Met de trillingstijd (T) geven we aan hoe lang 1 trilling duurt. 
Dit doen we in seconden (s)


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geluid
1 hele golf = 1 trilling. 

Trillingstijd is de tijd die nodig is voor 1 golf. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De trillingstijd is hoe lang één trilling duurt
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Grootheid
Symbool
Eenheid
Symbool
T
frequentie
f
hertz
Hz
seconde
trillingstijd
s

Slide 11 - Sleepvraag

BELANGRIJKE VRAAG. Ook vermelden laten we hier traditie van maken. Dit is ook vraag 1 van de repetitie. 
Frequentie van geluid =
A
Toonhoogte van geluid
B
Hardheid van geluid

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Trillingstijd
  • Dit betekent de tijd van 1 trilling.
  • Dit kun je berekenen als je de Frequentie weet.
  • Een toon heeft een frequentie van 100 Hz. 100 trillingen in 1 seconde. Hoe lang duurt één trilling dan?
Frequentie=Trillingstijd1
Trillingstijd=Frequentie1

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 bereken
1. Gegeven
2. Gevraagd
3. Formule
4. Eenheden
5. Berekening
6. Antwoord

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trillingstijd bereken
1. Gegeven
2. Gevraagd
3. Formule
4. Eenheden
5. Berekening
6. Antwoord
f = 100 Hz  (frequentie = 100 Hz)
T = ?  (Trillingstijd willen we weten!)
Trillingstijd=Frequentie1
check of eenheid goed staat! JAAAA
trillingstijd = 1 / 100
0,01 
s

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formule frequentie
Formule trillingstijd

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Laat met een berekening zien wat de trillingstijd is van een toon met een frequentie van 1000 Hz. 
Antwoord
1. f = 1000 Hz
2. T = ?
3. T = 1 / f
4. eenheid is Hz en staat in Hz dus goed.
5. T = 1 / 1000 
6. 0,001 s
2. Laat met een berekening zien wat de frequentie is van een toon met een trillingstijd van 0,033 s. 
3. Laat met een berekening zien wat de trillingstijd is van een toon met een frequentie van 14500 Hz. 
Antwoord
1. T = 0,033 s
2. f = ?
3. f = 1 / T
4. eenheid is s en staat in s dus goed.
5. f = 1 / 0,033 
6. afgerond 30 Hz
Antwoord
1. f = 14500 Hz
2. T = ?
3. T = 1 / f
4. eenheid is Hz en staat in Hz dus goed.
5. T = 1 / 14500 
6. 0,000069 s

Slide 17 - Tekstslide

Delen van beeldscherm noodzakelijk.
Laat met een berekening zien wat de trillingstijd is van een toon met een frequentie van 12000 Hz.
A
0,000083 s
B
0,083 ms
C
12000
D
0,012

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

miliseconde
je merkt dat de Trillingstijd hele kleine getallen krijgt .....

daarom gebruiken we de eenheid miliseconde (ms).

1 seconde = 1000 miliseconde

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De frequentie is 420 Hz, wat is de trillingstijd?
A
0,002 ms
B
2 ms
C
420 ms
D
0,42 ms

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk do 28 nov
Maken + nakijken 3.1 t/m 19
timer
1:00

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen frequentie en trillingstijd?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies