Herhaling Hoofdstuk 5

We gaan een beetje oefenen
  • Lesson up gaat over H4 en H5 
  • Werk in eigen tempo
  • Als je klaar bent ga je stil iets voor jezelf doen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1Leerroute 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

We gaan een beetje oefenen
  • Lesson up gaat over H4 en H5 
  • Werk in eigen tempo
  • Als je klaar bent ga je stil iets voor jezelf doen

Slide 1 - Tekstslide

H4
Je verzekert iets of jezelf voor een onzeker voorval. Bijvoorbeeld een reisverzekering voor schade die op reis kan worden gemaakt. 
Je premie wordt op de volgende manier berekend. 

Slide 2 - Tekstslide

Janno wilt zijn fiets verzekeren. De premie is 5 euro en er is sprake van 21% assurantiebelasting. De poliskosten zijn 0,50 euro. Hoeveel moet Janno per maand betalen?

Slide 3 - Open vraag

Welke verzekeringen ken je allemaal?

Slide 4 - Woordweb

Verzekeraar
Polis
Polisvoorwaarden
Premie

Slide 5 - Sleepvraag

Is de verzekering wel of niet verplicht?
Wel
Niet
Inboedel
Reisverzekering
WA -motorvoertuigen
Zorgverzekering
Fietsverzekering

Slide 6 - Sleepvraag

Zorgverzekering 
Vergoedt de kosten van de ziektekosten
In Nederland is deze verzekering verplicht
  • Basisverzekering
  • Aanvullende verzekering (fysiotherapie, kraamzorg, tandheelkunde)
Kinderen tot 18 jaar gratis meeverzekert

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een zorgverzekering?
A
een verzekering voor in de zorg te werken
B
een verzekering waarbij je verzekerd bent tegen medische kosten
C
een verzekering voor medische kosten bij je huisdier
D
een verzekering voor je huis

Slide 8 - Quizvraag

Je eigen risico bij de zorgverzekering is €385. Je maakt €500 kosten in het ziekenhuis. Hoeveel betaal je zelf?
A
500
B
115
C
385
D
niets

Slide 9 - Quizvraag

H5
Als je een baan hebt staan er in je contract een aantal arbeidsvoorwaarden. 

Slide 10 - Tekstslide

Noem een aantal arbeidsvoorwaarden die in je contract kunnen staan.

Slide 11 - Open vraag

Dit is het loon dat je met je werkgever hebt afgesproken en waarop nog niets is ingehouden
A
minimum loon
B
nettoloon
C
brutoloon
D
betaald loon

Slide 12 - Quizvraag

Hoe bereken je het nettoloon?
A
Brutoloon - loonbelasting + premies
B
Brutoloon - loonbelasting - premies
C
Brutoloon + loonheffing
D
Brutoloon - btw

Slide 13 - Quizvraag

Willem brengt de postpakketten rond.
Dit is het:
A
Produceren van goederen.
B
Leveren van diensten.

Slide 14 - Quizvraag

Hoeveel gaat iemand minimaal verdienen die 15 jaar is en 12 uur per week werkt? Vul in de volgende dia in.

Slide 15 - Tekstslide

Hoeveel gaat iemand minimaal verdienen die 15 jaar is en 12 uur per week werkt?

Slide 16 - Open vraag

Primaire sector
Tertiaire sector
Quartaire sector
Secundaire sector

Slide 17 - Sleepvraag

Wat is regionale werkloosheid?
A
in een land meer dan de andere
B
in een stad meer dan de andere
C
in een buurt meer dan de andere
D
in het ene gebied meer werk dan in het andere

Slide 18 - Quizvraag