Beknopte bijzin

Deze les
Uitleg: beknopte bijzin
Oefenen met de beknopte bijzin opdr. 4 en 5 maken

Leesvaardigheid (opdracht bespreken)
Stillezen
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Deze les
Uitleg: beknopte bijzin
Oefenen met de beknopte bijzin opdr. 4 en 5 maken

Leesvaardigheid (opdracht bespreken)
Stillezen

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een hoofdzin en een bijzin? Noem verschillende kernmerken.

Slide 2 - Open vraag

p. 158/159
We nemen samen de theorie door!
Let goed op en denk mee!

Slide 3 - Tekstslide

De beknopte bijzin
Beknopt = korter / ingekort

  • Een beknopte bijzin heeft geen onderwerp
  • Een beknopte bijzin heeft geen  persoonsvorm
  • Een beknopte bijzin heeft als vorm: te + infinitief, of een (on)voltooid deelwoord

Slide 4 - Tekstslide

Gezamenlijk oefenen
Opdracht 4!
Schrijf de antwoorden op!

Slide 5 - Tekstslide

In tweetallen
Afmaken: opdracht 4
Maken: opdracht 5

Slide 6 - Tekstslide

Leesvaardigheid (Lezen blok 1)
- p. 30
- gemaakt en ingeleverd opdracht 2
- bekijk de volgende antwoorden: welke is de beste? waarom?

Slide 7 - Tekstslide

Antwoorden vergelijken
Welk antwoord is beter en waarom? 
Geef een duidelijke en inhoudelijke uitleg

Lever weer in via de ELO: opdrachten!

Slide 8 - Tekstslide

Deze les
- herhalen: beknopte bijzin
- uitleg foutief beknopte bijzin
- SO opgeven (graag in overleg met jullie)
- stillezen (boek 1) 
- nieuwsquiz

 Doelen: Je weet wat een beknopte bijzin is
Je weet wanneer een beknopte bijzin foutief is en hoe je deze verbetert

Slide 9 - Tekstslide

Een beknopte bijzin heeft een onderwerp.
A
juist
B
niet juist

Slide 10 - Quizvraag

Beknopte bijzin
Kort opgeschreven!
Zonder PV of OND!

Hoofdschuddend keek de oude man de giechelende meiden na.
(beknopt)

Terwijl hij zijn hoofd schudde, keek de oude man de giechelende meiden na.
(gewone bijzin)

Slide 11 - Tekstslide

Een beknopte bijzin heeft een persoonsvorm
A
juist
B
niet juist

Slide 12 - Quizvraag

Foutief beknopte bijzin
Wachtend op het perron bleek de trein al vertrokken. 

Reagerend op uw e-mail ontvangt u hier de door u gevraagde folders.

Vraag 1: Wat is de beknopte bijzin en wat de hoofdzin?

Slide 13 - Tekstslide

Foutief beknopte bijzin
Wachtend op het perron bleek de trein al vertrokken. 

Reagerend op uw e-mail ontvangt u hier de door u gevraagde folders.

Vraag 2: Wat is het denkbeeldige onderwerp in de beknopte bijzin?

Vraag 3: Is dat hetzelfde als het onderwerp in de hoofdzin?

Slide 14 - Tekstslide

Foutief beknopte bijzin
Wachtend op het perron bleek de trein al vertrokken. (De trein staat niet op het perron te wachten)
Reagerend op uw e-mail ontvangt u hier de door u gevraagde folders. (degene die reageert, is niet de ‘u’ die ontvangt).

Slide 15 - Tekstslide

dus...
Bij een goede beknopte bijzin moet het denkbeeldige onderwerp hetzelfde zijn als het onderwerp in de hoofdzin!

Slide 16 - Tekstslide

Een foutieve beknopte bijzin....
moet verbeterd worden door er een gewone bijzin van te maken met een eigen onderwerp.

Slide 17 - Tekstslide

Aangekomen bij ons vakantiehuisje bleek het naast een drukke snelweg te liggen.
onderwerp hoofdzin = het (huisje)
onderwerp beknopte bijzin = we
DUS VERBETEREN:
Toen we waren aangekomen bij het vakantiehuiskje, bleek het naast een drukke snelweg te liggen.

Slide 18 - Tekstslide

SO grammatica (1x)
Inhoud:
- hoofd- en bijzinnen
- nevenschikkende en onderschikkende voegwoorden
 - beknopte bijzin
- foutief beknopte bijzin
Data:   5 oktober SO (oefentoets)
              11 oktober SO grammatica
LET OP: 6 oktober nog de mogelijkheid om een flexles te volgen!!!!

Slide 19 - Tekstslide

SO grammatica (1x)
Inhoud:
- hoofd- en bijzinnen
- nevenschikkende en onderschikkende voegwoorden
 - beknopte bijzin
- foutief beknopte bijzin
Data:   5 oktober SO (oefentoets)
              11 oktober SO grammatica
LET OP: 6 oktober nog de mogelijkheid om een flexles te volgen!!!!
https://LessonUp.app/invite/group/ngcwp

Slide 20 - Tekstslide

Oefenen maar...
Maak in tweetallen opdracht 8 en 9 (p. 161)

Slide 21 - Tekstslide

Stillezen

Slide 22 - Tekstslide

Nieuwsquiz

Slide 23 - Tekstslide

Deze les
- herhalen grammatica
- stillezen boek 1 (extra lang lezen!)

Slide 24 - Tekstslide

Zijn de voegwoorden nevenschikkend of onderschikkend?
nevenschikkende voegwoorden
onderschikkende voegwoorden
en
terwijl
maar
doordat
dus
als
toen
want
hoewel
omdat

Slide 25 - Sleepvraag

bijzin + hoofdzin 
hoofdzin + hoofdzin 
hoofdzin + bijzin
hoofdzin + hoofdzin + bijzin
hoofdzin + bijzin + bijzin
Evelien werkt bij de bakker, want zij bakt graag koekjes. 
Evelien werkt bij de bakker, want zij bakt graag koekjes, omdat zij die zo lekker vindt. 
Als je vanavond langskomt, zal ik je het allerlaatste nieuwtje vertellen. 
Ik kom vanavond langs en ik vertel jou dan het laatste nieuwtje. 
Toen opa rookte, vond ik dat vies.

Slide 26 - Sleepvraag

Wat is geen eigenschap van een hoofdzin?
A
onderwerp en PV staan naast elkaar
B
de zin bevat een onderschikkend voegwoord
C
twee hoofdzinnen zijn gelijkwaardig
D
de zin bevat een nevenschikkend voegwoord

Slide 27 - Quizvraag

Hoe herken je een bijzin?
A
Als er een voegwoord tussen de zinnen staat.
B
Als de persoonsvorm en het onderwerp niet naast elkaar staan.
C
Een bijzin is niet te herkennen.
D
Als er een komma tussen de zinnen staat.

Slide 28 - Quizvraag

Lees de zinnen en bepaal of de zin een gewone bijzin of een beknopte bijzin bevat. 
Beknopte bijzin
Gewone bijzin
Lopend naar de overkant werd hij bijna aangereden. 
Als hij mij belt, loop ik even de vergadering uit. 
Na kampioen te zijn geworden, werden de spelers door het bestuur gefeliciteerd.

Slide 29 - Sleepvraag

Vervang de bijzin door één woord:
Terwijl hij rood aanliep, rende hij nog een rondje.

Slide 30 - Open vraag

Vervang de bijzin door één woord:
De man vertelde dat hij zojuist overvallen was.

Slide 31 - Open vraag

Wat is een beknopte bijzin?

Slide 32 - Tekstslide

Wanneer is een beknopte bijzin foutief?

Slide 33 - Tekstslide

Zijn vriendin uitzwaaiend, verdween de bus uit het zicht.
A
foutief beknopte bijzin
B
beknopte bijzin

Slide 34 - Quizvraag

Dromend van zijn vriendin liep hij tegen een lantaarnpaal.
A
beknopte bijzin
B
foutief beknopte bijzin

Slide 35 - Quizvraag

Na te zijn overleden op 1 januari jongstleden, brachten wij onze opa naar zijn laatste rustplaats.
A
Beknopte bijzin
B
Foutief beknopte bijzin

Slide 36 - Quizvraag

Verblijd door opa's komst werd via internet een maaltijd besteld.
A
beknopte bijzin
B
foutief beknopte bijzin

Slide 37 - Quizvraag

Foutieve beknopte bijzin of een goede beknopte bijzin?

Na gegeten te hebben, fietsten we weer verder.
A
Foutief
B
Goed

Slide 38 - Quizvraag

Stillezen

Slide 39 - Tekstslide