Zuren en Basen (10.3 en 10.4 novo)

10.3 Wat is een base?
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

10.3 Wat is een base?

Slide 1 - Tekstslide

Definitie van een base
  1. Een base is een stof die H+ kan opnemen
  2. Basen in oplossing bevatten vaak OH- .
  3. Basen smaken en voelen zeepachtig en reageren makkelijk met vetten, je kunt er goed mee ontvetten.
  4. Geconcentreerde basen hebben een bijtende werking op huid en slijmvliezen (net als zuren)

Slide 2 - Tekstslide

Basen die je moet kennen







In de tabel staan drie zouten met alleen het negatieve ion aangegeven. Als een zout een
van deze negatieve ionen bevat, werkt dat zout dus als een base. 
Zouten bevatten ook altijd een positief ion, maar dat bepaalt niet of het zout een base is

Slide 3 - Tekstslide

Base en pH
De pH van een basische oplossing is altijd hoger dan 7. Hoe meer base een oplossing bevat, hoe hoger is de pH. 

Dus hoe hoger de concentratie aan opgeloste base, hoe hoger de pH van de oplossing zal zijn. 
Bij verdunnen daalt de pH maar lager dan 7 zal het nooit komen.

Slide 4 - Tekstslide

Triviale namen
NaOH, Natriumhydroxide, Natronloog

KOH, Kaliumhydroxide, Kaliloog

Ca(OH)2,  calciumhydroxide, Kalkwater

Tabel 4.3

Slide 5 - Tekstslide

Base : natriumhydroxide 
NaOH opgelost in water is natronloog




Bekende toepassing NaOH is gootsteenontstopper
er komt veel warmte vrij bij oplossen NaOH in water

Slide 6 - Tekstslide

Calciumhydroxide 




Calciumhydroxide opgelost in water is : kalkwater




Calciumhydroxide is een base om zure grond te neutraliseren
Kalkwater gebruikt je als reagens om CO2 aan te tonen

Slide 7 - Tekstslide

Ammoniak (g) wordt Ammonia (aq)










Zuiver ammoniak wordt in de chemische industrie gebruikt om kunstmest te maken.

Slide 8 - Tekstslide

Stofeigenschappen basen
• bevatten stoffen of deeltjes die H+ opnemen;
• hebben een pH-waarde hoger dan 7;
• geleiden elektrische stroom;
• reageren met vet;
• reageren met zuren;
• smaken zeepachtig (maar je mag ze niet proeven!).

Slide 9 - Tekstslide

Sleep de onderdelen naar de juiste plek.
zuur
base
H+
OH-
universeel indicator-papier kleurt rood
NaOH
H2SO4
pH = 13,5
pH = 4
zuurrestion
O2-
soda oplossing
cola

Slide 10 - Sleepvraag

Welke uitspraak is fout?
A
Een zure oplossing smaakt zuur
B
Alle zure oplossingen geleiden de stroom
C
De pH van een zuur is groter dan 7
D
Zure oplossingen beïnvloeden de kleur van een zuur-base-indicator

Slide 11 - Quizvraag


is een
NH3
A
Zuur
B
Base
C
Zout
D
Metaal

Slide 12 - Quizvraag

Is Ammonia een zuur of een base
A
zuur
B
base
C
geen zuur en ook geen base
D
metaal

Slide 13 - Quizvraag

Natronloog is:
A
B
C
D

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de zoutformule van calciumhydroxide?
A
CaOH2
B
Ca(OH)2
C
Ca2OH
D
(Ca)(OH)

Slide 15 - Quizvraag

Herken zuren en basen
Sleep de zuren naar de linkerkant en de basen naar de rechterkant. Niet alles is zuur of base.
zuur                                                                                base
natriumhydroxide
O2-
ammoniak
natrium
HNO3
CH3COO-
waterstofchloride
H2SO4

Slide 16 - Sleepvraag

Naar de vragen in de Novo online omgeving

Slide 17 - Tekstslide

§10.4 Zuur-base-reacties ( blz 41)

Slide 18 - Tekstslide

Kennen en Kunnen zuur-base reactie
10.4.1 Je kunt uitleggen hoe een zuur en een base zich gedragen bij een zuur-basereactie.
10.4.2 Je kunt een aantal belangrijke toepassingen van zuur-basereacties beschrijven.
10.4.3 Je kunt de reactievergelijkingen van een aantal zuur-basereacties opstellen

Slide 19 - Tekstslide

Samenvatting
  1. Bij een zuur-basereactie vindt er een overdracht van H+ -ionen plaats. Zuurdeeltjes staan H+ -ionen af. Basedeeltjes nemen H+ -ionen op.
  2. Een aantal belangrijke toepassingen van zuur-basereacties zijn           – ontzuren van zuren met behulp van een base;                                   – ontkalken van apparaten met schoonmaakazijn;                                 – tegengaan van verzuring van bossen en landbouwgrond door strooien met ongebluste kalk;                                                                   - neutraliseren van ammoniak die vrijkomt uit de mest in veestallen.
  3. Vier zuur-basereacties die je moet kennen (tabel 1 blz 41)

Slide 20 - Tekstslide

Zuur - base reactie

Slide 21 - Tekstslide

Zuur/base reactie  (zuur en base bij elkaar)

Een zuur kan H+  afstaan, een base kan H+  opnemen. 

Bij een zuur/base reactie reageert het zuur-ion (H+) van het zuur met het negatieve ion van de base (een zuur-base reactie)


Er ontstaan neutrale stoffen (water en soms koolstof-di-oxide).

Daarom heet een zuur/base reactie een neutralisatie reactie


pH richting de 7                         (voorbeeld HNO3 en KOH)

Slide 22 - Tekstslide

Toepassing zuur-base reacties
  1. ontzuren van zoutzuur met behulp van natronloog;
  2. neutraliseren van ammoniak die vrijkomt uit de mest in veestallen met zwavelzuur (H2SO4)
  3. ontkalken van een verwarmingselement in een koffiezetapparaat met schoonmaakazijn (HAc);
  4. tegengaan van verzuring van bossen en landbouwgronden door strooien met ongebluste kalk;
  5. vorming van ammoniumnitraat (een kunstmest)

Slide 23 - Tekstslide

Zuur- base reacties
tabel 1 blz 41

Slide 24 - Tekstslide

EEN ZUUR-BASEREACTIE OPSTELLEN
Stap 1: Noteer in formuletaal de aanwezige stoffen.
Stap 2: Geef het zuur- en het basedeeltje aan.
Stap 3: Noteer de bijbehorende zuur-basereactievergelijking (zie tabel 1 blz. 41).
Stap 4: Kijk in de oplosbaarheidstabel (Binas tabel 35) om te zien of er nog een neerslagreactie met de tribune-ionen ontstaat

Slide 25 - Tekstslide

Voorbeelden
1. Zoutzuur  (HCl aq) neutraliseren met natronloog (NaOH)

Verzuring van de natuur bestrijden
2. Salpeterzuuroplossing neutraliseren met ongebluste kalk
( calciumoxide (CaO))
3. Ammoniak (NH3) neutraliseren met zwavelzuur (H2SO4)

Slide 26 - Tekstslide