Hogere machten les 2

Hogere machten les 2
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hogere machten les 2

Slide 1 - Tekstslide

Begrip: Goden en Godinnen
mannelijke en vrouwelijke



In heel wat levensbeschouwingen is er sprake van zowel mannelijke als vrouwelijke goden. Soms zijn het afspiegelingen (avatar) van één grote godheid, zoals in het hindoeïsme, soms zijn het eigen goden en godinnen op zich (zoals bij de oude grieken en romeinen). Bij veel natuurreligies zie je dat het vrouwelijke gekoppeld wordt aan de aarde, het leven-brengende en het mannelijke aan kracht zoals de zon. Een voorbeeld hiervan is de religie van de maya's. Een speciale plek is bij hen ook ingeruimd voor de maïs. In het scheppingsverhaal van de maya's wordt de mens geschapen uit die maïs.

De titel van dit tabblad suggereert dat er gelijkheid is tussen (mannelijke) goden en (vrouwelijke) godinnen. Toch zie je bij veel religies dat uiteindelijk één van de twee de belangrijkste is. Heel grof gezegd zou je kunnen zeggen dat in onze westerse gebieden de mannelijke god de hoofdgod is (Wodan bij de Germanen, Zeus bij de Grieken, Jupiter bij de romeinen). Bij meer natuurreligies is de vrouwelijke god de hoofdgod als de levensbrenger. Als voorbeeld werd al de Maya's genoemd.




Slide 2 - Tekstslide

opdrachten Goden en Godinnen 

  1. Wat is een ander woord voor afspiegeling?
  2. Waar wordt bij veel natuurreligies het vrouwelijke aan gekoppeld?
  3. En waar wordt het mannelijke aan gekoppeld?
  4. Waar uit wordt volgens de maya's de mens geschapen?
  5. In welke delen van de wereld wordt vooral de man als hoofdgod vereerd?
  6. Bij wat voor soort religies wordt meer de vrouw als hoofdgod vereerd?

Slide 3 - Tekstslide

Wicca
In het vorige level hebben we een start gemaakt met "Vertrouwen op hogere machten". We hebben gekeken naar wat hogere machten zouden kunnen zijn. In dit level kijken we wat specifieker naar één vorm van die hogere machten namelijk naar goden en godinnen. De begrippen die in dit level centraal staan zijn goden, godinnen en wicca.


Doelen
Beste leerling, aan het einde van dit level
weet je dat er mannelijke en vrouwelijke goden zijn
weet je wat we onder wicca verstaan


Slide 4 - Tekstslide

Natuurreligie
In dit level kijken we speciaal naar Wicca. Dit is een levensbeschouwing, een religie die de laatste tijd meer in de belangstelling staat. Maar wat is het eigenlijk? Wicca is een natuurgodsdienst. Wicca kent een god en godin, moeder aarde en vader zon. Daar zie je het idee van natuur ook terug. Voorbeelden van goden zijn Cernunnos (de gehoornde god) en Diana (godin van de jacht)
Het woord wicca komt van het Engelse woord witchcraft, dat hekserij betekent. Het begrip heks is in onze gebieden een besmette term. We denken dan aan een oude vrouw met kromme neus die bezig is met zwarte magie. Dit beeld is ons aangepraat door de heersende (katholieke) kerk in de middeleeuwen. Zij zagen de natuurreligies, de hekserij, als een ondermijning van hun levensbeschouwelijk gezag en benoemde en veroordeelde heksen dus als duivels. Die kon je maar beter op de brandstapel gooien. Sinds halverwege de vorige eeuw is hekserij weer in opkomst maar dan onder de naam wicca. .

Slide 5 - Tekstslide

Witchcraft
De levensbeschouwing wicca is eigenlijk niet één afgeronde religie. Er is niet één boek of handvest waarin staat wat deze religie precies inhoudt. Het is meer een verzameling van allerlei vormen van religie die op elkaar lijken. Op de ene plek zal dan ook meer aandacht zijn voor bijvoorbeeld de verering van een bepaalde god. Op een andere plek zal meer aandacht zijn voor de verering van een bepaalde godin. Soms worden goden en godinnen ook gedeeld met andere religies/levensbeschouwingen. Kijk maar naar de eerder genoemde goden Cernunnos en Diana, die komen ook voor in andere levensbeschouwingen 
(Cernunnos bij de kelten, en Diana bij de romeinen)


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Natuur en Jaarfeesten

Jaarfeesten
Binnen de wicca is er sprake van 8 grote jaarfeesten, op het ritme van de seizoenen. In elk seizoen zijn er twee feesten. Bij die feesten worden de goden en godinnen vereerd, wordt de natuur vereerd en wordt de eigen plek in het geheel vereerd. Tijden de feesten wordt dank uitgesproken en kracht op gedaan. Het ritme van de feesten is het ritme van de seizoenen waarbij ook het ritme van de maan een belangrijke rol speelt.
Natuur
Toch valt er wel een gezamenlijke lijn te ontdekken, verbindende elementen. We noemen er twee: de beleving van de natuur en daarbij de viering van de seizoenen. We beginnen met de beleving van de natuur. Binnen de wicca spreekt men vaak over de vier elementen: water, vuur, lucht en aarde. Daarnaast kent men ook het vijfde element, namelijk de ziel (geest, spirit). Je ziet dat terug in het pentagram: de vijfpuntige ster (met de punt naar boven). De godin wordt vereerd in drie gedaantes: de maagd, de moeder en de wijze vrouw (let op: cyclus geboorte-leven-dood-geboorte....) De natuur wordt als heilig beleefd, als goddelijk. Overal waar de vier elementen samenkomen daar is het goddelijke. Daarom is de natuur ook heilig want in elk stukje is de god en godin aanwezig. Van hieruit valt ook te snappen waarom het van belang is om de seizoenen te vieren.
 


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

opdrachten Wicca

  1. Geef een andere naam voor: de gehoornde god
  2. Geef een andere naam voor: godin van de jacht
  3. wat heeft hekserij met wicca te maken?
  4. Waarom is wicca meer een verzamelnaam?
  5. Welke twee verbindende elementen worden er genoemd die wicca toch tot een geheel maken?

Slide 10 - Tekstslide

groepsopdracht
Bij een groepsopdracht heb je altijd iemand nodig die het gesprek leidt. Anders wordt het een chaos en gaat iedereen door elkaar praten.

Spreek met elkaar af wie het gesprek leidt. Schrijf de naam van die persoon op.



Natuurreligies zijn onder verschillende namen bekend. Maar ze zijn net weer even anders. 
Elk lid van de groep onderzoekt één van de vormen van die natuurreligies. Je kunt kiezen uit: wicca, paganisme, druïde of hekserij. Zoek op wat zij zeggen over goden en godinnen.
Wat zijn de overeenkomsten, wat de verschillen.
Bespreek met elkaar hoe deze groepsopdracht is gegaan. Hoe heeft iedereen gewerkt? Wat ging goed, wat kan beter?

Slide 11 - Tekstslide

Extra opdracht
Bij de levensbeschouwing wicca neemt een viering van de seizoenen een belangrijke plaats in.

Deze vraag gaat dan ook over de 8 jaarfeesten bij Wicca.
Surf naar internet en zoek informatie over het volgende.
  1. Welke zijn de acht sabbats? Geef de naam van het feest, de datum waarop dit gevierd wordt en geef een korte omschrijving.
  2. Welke van de acht spreekt je het meeste aan? Waarom? (Let op: je moet er één kiezen).
  3. Bij de acht sabbats is ook steeds sprake van bepaalde goden, godinnen of bepaalde fases in hun leven.
  4. Zoek bij de acht sabbats wat hier bij hoort.




Slide 12 - Tekstslide