H7 paragraaf 3 H/V 1

1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Verstedelijking
Urbanisatie -> Mensen verhuizen naar de stad
1860-1960
Suburbanisatie -> Mensen verhuizen naar buiten de stad
1960 - 1990
Re-urbanisatie -> Mensen verhuizen (weer) naar de stad
1990 - nu

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Wat betekent het begrip suburbanisatie?
A
Het verhuizen van een dorp naar de stad
B
Het verhuizen van de stad naar een dorp

Slide 6 - Quizvraag

Verstedelijking
Centrale stad -> De belangrijkste stad (in het stadsgewest)
Voorsteden -> Een snel gegroeid dorp vlak bij de stad
Agglomeratie -> Een stad met daaraan vast gegroeide dorpen en voorsteden
Stadsgewest -> Stad met voorsteden er omheen die contact hebben
Stedelijk gebied -> Steden en stadsgewesten die dicht bij elkaar liggen

Slide 7 - Tekstslide

Verstedelijking


Centrale stad -> Den Haag
Voorsteden -> Wassenaar, Zoetermeer
Agglomeratie -> Rijswijk, Voorburg
Stadsgewest -> Den Haag met de voorsteden
Stedelijk gebied -> Randstad

Slide 8 - Tekstslide


Welk begrip?
A
Stad
B
Agglomeratie
C
Stadsgewest
D
Stedelijk gebied

Slide 9 - Quizvraag


Welk begrip?
A
Stad
B
Agglomeratie
C
Stadsgewest
D
Stedelijk gebied

Slide 10 - Quizvraag

B 171 - Stad en dorp
Nederzetting: plek waar mensen wonen.

Stad: Grote nederzetting. Veel functies (wonen, werken, recreëren en verkeer) en veel voorzieningen.

Dorp: Kleine nederzetting. Een paar duizend inwoners, dagelijkse voorzieningen.

Slide 11 - Tekstslide

Stad versus dorp
In een stad... 
  • ...wonen meer mensen dan in een dorp of op het platteland.
  • ...staan grotere gebouwen en meer winkels.
  • ...is meer verkeer dan in een dorp.
  • ...rijden meer bussen en ook treinen of trams.
  • De bereikbaarheid is in een stad beter.
  • Al staat er rondom een stad wel vaak file.

Slide 12 - Tekstslide

Stad

- Hoge woningdichtheid 
- Veel hoogbouw
- Hoge bevolkingsdichtheid
- Veel voorzieningen
Dorp

- Woningdichtheid is laag
- Veel laagbouw
- Lage bevolkingsdichtheid
- Beperkt aantal voorzieningen

Slide 13 - Tekstslide

Het gemiddelde aantal mensen per km2 is:
A
Bevolkingsdichtheid
B
Bevolkingsspreiding
C
Bevolkingsconcentratie

Slide 14 - Quizvraag

Welke bewering is juist?
A
De adressendichtheid is in steden hoger dan in dorpen.
B
In dorpen zijn meer voorzieningen dan in steden.
C
Steden hebben een lagere adressendichtheid.
D
In steden en dorpen is de verdeling tussen hoogbouw en laagbouw ongeveer gelijk.

Slide 15 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord. In een dorp heb je een...
A
Hogere bevolkingsdichtheid
B
Lagere bevolkingsdichtheid

Slide 16 - Quizvraag

B213 - Voorzieningen
Een gebouw of ruimte waarin een nuttige of vermakelijke activiteit kan plaatsvinden.


Slide 17 - Tekstslide

voorzieningen 
winkels
scholen
ziekenhuizen
bioscoop
sportvelden
sportzaal
zwembad

Slide 18 - Tekstslide

Voorzieningen bij
jou in de buurt

Slide 19 - Woordweb

Voorzieningen

Dagelijkse voorzieningen:      Voorzieningen die mensen                                                                               vaak dagelijks gebruiken. 


Gespecialiseerde voorzieningen:  Voorzieningen die mensen                                                                                 maar weinig gebruiken.
  Supermarkt
  School
  Bakker
  Komen op veel plekken voor
  Museum
  Pretpark
  Biosocoop
  Komen op weinig plekken voor

Slide 20 - Tekstslide

Dagelijks of gespecialiseerd?
SLAGER
A
Dagelijks
B
Gespecialiseerd

Slide 21 - Quizvraag

Dagelijks of gespecialiseerd?
Mauritshuis
A
Dagelijks
B
Gespecialiseerd

Slide 22 - Quizvraag

Dagelijks of gespecialiseerd?
ADO-stadion
A
Dagelijks
B
Gespecialiseerd

Slide 23 - Quizvraag

Dagelijks of gespecialiseerd?
Supermarkt
A
Dagelijks
B
Gespecialiseerd

Slide 24 - Quizvraag

Waar heb je er meer van in een stad?
A
Supermarkt
B
Bioscoop

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Lesdoel: 
Wat houdt een verzorgingsgebied in?

Slide 28 - Tekstslide

B214 - Verzorgingsgebied

Slide 29 - Tekstslide

Stedelijke voorzieningen
Voorzieningen in de stad die ook bedoeld zijn voor mensen buiten de stad. 


Bioscoop
Theater
Ziekenhuis
Bijenkorf
Universiteit

Slide 30 - Tekstslide

Verzorgingsgebied
Het gebied waarin de inwoners aangewezen zijn op de (stedelijke) voorzieningen.

De centrale stad heet het VERZORGINGSCENTRUM

Slide 31 - Tekstslide

Het verzorgingsgebied van een nationaal verzorgingscentrum is groter dan dat van een regionaal verzorgingscentrum
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quizvraag

Leg in je eigen woorden uit wat een verzorgingsgebied inhoudt

Slide 33 - Open vraag

Stedelijke voorzieningen

Slide 34 - Woordweb

Lesdoel: 
Wat betekent het verzorgingsgebied?

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Stedelijke voorzieningen

Slide 38 - Woordweb

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Utrecht is een voorstad
A
Juist
B
Onjuist

Slide 41 - Quizvraag

Utrecht is onderdeel van een stadsgewest
A
Juist
B
Onjuist

Slide 42 - Quizvraag

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Ik woon in een stedelijk gebied
A
Waar
B
Niet waar

Slide 45 - Quizvraag

Slide 46 - Tekstslide